Ik had m’n mond nog niet opengedaan of de stortvloed aan verhalen over de achtste keer dat hij het spel had doorgespeeld, de obscure afsnijweg die echt alleen hij kende, en de duiven die hij allemaal had gevonden, begon al. Ik keek B. een beetje verdwaasd aan en zei dat ik ook echt een fan was, maar het spel maar één keer gespeeld had, weinig van de afsnijroutes wist en al helemaal niet alle duiven had opgezocht. “Oh, dus jij bent eigenlijk helemaal geen diehard-fan?” zei B. toen. Kon ik me dan alleen doordat mijn kennis bij de zijne achterbleef niet in dezelfde mate ‘fan’ noemen als B., ook al genoten we in dezelfde mate van het spel?
Kronkel in de redenering
Nee, dat kon ik niet, zo ging B. verder. En dat was toch ook logisch? Iemand die alle autotypes kende, was toch ook meer auto-freak dan iemand die net het verschil tussen een Peugeot en een Renault kon zien? Iemand die het Burgerlijk Wetboek uit z’n hoofd kende, was toch ook meer een rechtsgeleerde dan iemand die op de Open Universiteit een introductiecursus over datzelfde wetboek had gevolgd? Dus was B. ook meer fan van GTA IV dan ik.
Het was niet dat hij me m’n pleziertje niet gunde. Hij vond het prima als ik me ook met ‘zijn’ spellen ging vermaken en ik mocht dat zo intensief doen als ik zelf wilde. Maar ik moest niet denken dat ik me op hetzelfde niveau als B. kon stellen. Nee, hij was toch wel de echte fan. Alleen mensen zoals hij, die elk onderdeeltje van een spel als hun broekzak kenden, waren de échte fans.
Hoewel zijn redenering in eerste instantie misschien logisch kan klinken, kan ik me toch niet helemaal vinden in de uitleg van B. Waarom ben ik, die een game minder vaak doorgespeeld heeft, in mindere mate een fan dan B.? Omdat mijn kennis van het spel in kwestie minder ver reikt dan die van B.? Omdat ik niet precies weet waar welk wapen te vinden is, waar welke duif verborgen zit?
Het draait om plezier
Nee, natuurlijk niet. Gradaties van ‘fan zijn’ worden nu eenmaal niet kwantitatief bepaald. Het gaat er niet om hoe vaak je een game speelt, maar met hoeveel plezier je dat doet. Het gaat er niet om of je level twintig of tachtig bent, maar of je een spel nadat je dat bereikt hebt nog steeds leuk vindt.
Natuurlijk is er iets te zeggen voor de redenering dat iemand die een game heel gaaf vindt, hem vaker en intensiever zal spelen dan iemand die het spel weliswaar kan waarderen, maar er weinig bijzonders aan vindt. In die zin klopt het dus dat iemand die zegt dat hij een echte fan is en dat bewijst door te zeggen dat hij een game heel vaak uitgespeeld heeft.
Om vervolgens per definitie iedereen die een spel minder gespeeld heeft af te schilderen als ‘mindere fans’ is echter oneerlijk. Ik vind dat ik best een diehard-fan van GTA IV ben, ook al ben ik minder bekend met de onderdelen van de game dan B. en ook al heb ik het spel beduidend minder vaak gespeeld dan hij. Hoe langer de discussie met B. doorging, hoe meer ik begon te geloven dat je iemand anders niet diehard kunt noemen; je kunt je diehard voelen, maar je kunt dat op geen enkele manier van iemand anders zeggen. Het is een gevoel dat je hebt met een game wat bepaalt of je jezelf een diehard vindt of niet. Net toen ik B. uit wilde leggen dat het allemaal tussen de oren zit, kwam de trein echter aan bij Alphen en moest hij uitstappen. We groetten elkaar en terwijl ik doorging naar mijn eindbestemming, dacht ik terug aan het plezier dat ik die middag met GTA IV had beleefd. Ook zonder dat ik via sluipweggetjes op duivenjacht gegaan was.