Tot in de details
Far Cry Primal doet in ieder geval één ding goed en dat is de setting compleet veranderen ten opzichte van zijn voorgangers. Dit zorgt ervoor dat de game al direct anders aanvoelt. Niet alleen de kleding en de wapens zijn anders, zelfs de taal is volledig gebaseerd op het oud Proto-Indo-Europees, wat op zijn beurt weer is gebaseerd op het nog oudere Indo-Europees. Ubisoft heeft twee taalexperts van de Universiteit van Kentucky ingehuurd om ervoor te zorgen dat alle gesproken content ook echt bestaat uit de taal die toentertijd zo ongeveer werd gesproken. Dat is weer eens wat anders dan games die zich in Japan of Rusland afspelen en waarin vervolgens iedereen nog steeds Engels praat. Het nadeel is tegelijkertijd wel dat werkelijk niemand in de wereld dit taaltje nog begrijpt, dus de ondertiteling lezen wordt daardoor essentieel.
Een wat ongemakkelijk begin
Het verhaal van Far Cry Primal lijkt redelijk lieflijk te beginnen. Samen met dorpsgenoten sluip je met een speer in de hand voorzichtig tussen de enorme mammoets door. Ondanks dat je in één keer aan een slagtand geregen kan worden, voelt het allemaal heel gemoedelijk aan.
Dit gevoel verdwijnt echter al gauw wanneer je erachter komt wat het doel van al dit geschuifel is. Samen met je stamleden ben je namelijk op zoek naar een verse voorraad voedsel en om deze aan te vullen is er een kwetsbare mammoet benodigd. Uiteindelijk komen we in een bergpas een kleinere mammoet tegen die onze prooi blijkt te zijn. Met vuur jaag je de andere mammoets weg om uiteindelijk je speren te werpen op dit arme kleine exemplaar. Zowel Rick als mij gaf dit eerder een ongemakkelijk gevoel dan een gevoel van “wat tof is dit!”. In de oudheid kende men duidelijk geen medelijden. Dat merk je ook in de eerste uren van de game, waar diverse lugubere onderwerpen zoals cannibalisme de orde van de dag lijken te zijn. Far Cry Primal is dus niet voor gamers met een zwakke maag.
Op ontdekkingsreis
Na ongeveer dertig minuten krijg je de kans om zelf de wereld in te trekken. De bossen zijn lekker gevuld, de bomen enorm groot en de grotten lijken bijna op de tombes zoals we die kennen uit Tomb Raider met de bijbehorende beloning aan het eind. De vergezichten zijn werkelijk waar prachtig en doen de grafische achterhaaldheid die ik eerder in de introductiemissie voelde al snel vergeten. De flora en fauna lijkt te leven dankzij alle planten, de kleine wezens zoals muizen die over de grond dartelen tot aan de enorme mammoeten. Je bent nooit alleen en dat voel je vooral ‘s nachts wanneer je de geluiden van wolven, uilen en ander gespuis om je heen hoort schetteren. De nacht brengt niet alleen een orkest aan oerwoudgeluiden met zich mee, af en toe doemen er in de duisternis lichtgevende ogen op, van wolven die op zoek zijn naar een prooi.
De wereld van Oros is dan ook niet de meest vriendelijke in vergelijking met die van eerdere Far Cry delen. Waar je aan het begin het gevoel hebt dat het nogal rustig in de wereld lijkt te zijn, vergaat dat idee je al snel wanneer je steeds vaker wordt aangevallen door wild gespuis. Werkelijk alles lijkt je te willen vermoorden. Van vossen, tot sabeltandtijgers en zelfs weer de bekende adelaar die je vanuit de lucht zo nu en dan aanvalt. Ik ben benieuwd hoe zich dit gaat uiten in het uiteindelijke spel. Ik kan mij namelijk voorstellen dat het frustrerend kan zijn als je constant allerlei dieren uit het dierenrijk moet omleggen voor je verder kan naar je einddoel. Wel zijn de beesten slim, wolven vallen vaak in groepen aan en zijn er nog maar enkele over, dan slaan ze op de vlucht.
Pijl en Boog nu centraler
Gelukkig heb je het een en ander aan wapens tot je beschikking zoals een speer, pijl en boog en een knots. Ik vond persoonlijk de boog het vetste wapen uit Far Cry 4, dus een game waarin dit wapen centraal staat, kan ik alleen maar toejuichen. Uiteindelijk kun je deze zelfs upgraden zodat je twee doelen tegelijk kan raken. En wat werkt me dit wapen toch lekker. De headshots die je maakt zijn echt fantastisch. Nog beter wordt het met de speer, waarbij je na een rake gooi een ”wow!“ soms niet kan onderdrukken. Tot slot hebben we daar nog de knuppel, wat voornamelijk rammen op R2 inhoudt tenzij je de knuppel gooit. Het enige gekke is wel dat je niet met je handen lijkt te kunnen vechten. Zeker omdat alle wapens die je hebt gelimiteerd zijn en als je ze gooit of schiet, verdwijnen ze uit jouw inventory. Nu kun je wel nieuwe aanmaken, zelfs onderweg, maar in de drukte van een gevecht, zou het fijn zijn geweest als je altijd nog terug kon vallen op het eigen ouwe vertrouwde vuistwerk.
De nieuwe vaardigheid: Beastmaster
Buiten het nodige wapengerei is er natuurlijk de nieuwe vaardigheid die Beastmaster heet. Hiermee kun je diverse dieren beheersen. Ik raad je aan om in het eerste uur de verhalende missies te volgen, zodat je deze optie al vrij snel ontgrendelt. Dan kun je als je snel bent ervoor zorgen dat je niet meer alleen op avontuur hoeft, maar je bijvoorbeeld ook een wolf of uiteindelijk een beer aan je zijde hebt. Door middel van richten kun je jouw metgezel commando’s geven. Ook is het mogelijk om bijvoorbeeld eerst met de uil een kamp te bespieden en dan bij je wolf aan te geven wie hij moet targeten. Het werkte de eerste keer nog wat ongemakkelijk, maar het lijkt mij een kwestie van gewenning. Het concept van dit soort machtige wezens die aan je zijde scharen is geniaal en maakt het allemaal net iets minder eenzaam om de wereld van Oros te doorkruizen.
Doorkruizen zal je namelijk te voet moeten doen, al zijn er wel een stuk meer Fast Travel Points in de vorm van Bonfires die je aan kunt zetten, waardoor je snel kunt gaan en staan waar je wilt. De wereld voelt enorm groot aan, groter dan die van Far Cry 4, dus het is fijn dat er meer plekken zijn om snel naartoe te reizen. Overigens kan ik wel verklappen dat je later ook diverse dieren kunt berijden, wat de afstanden weer even iets korter maakt.
Upgraden tot je een ons weegt
Tot slot wil ik nog twee punten benoemen, ten eerste de variatie in missies. We hebben er slechts enkele kunnen spelen, maar wat mij wel opviel is dat originele missies - zoals met de mammoet en het verkrijgen van de Beastmastervaardigheid - af worden gewisseld met saaie fetchquests waarbij je een x aantal bloemblaadjes moet vinden en de welbekende escortmissies. De kwaliteit van de missies fluctueerde naar mijn gevoel in het begin nogal. Ik ben benieuwd hoe dit zich ontvouwt in de latere uren van de game.
Als tweede wil ik nog wel een positief punt aankaarten en dat is de enorme uitgebreidheid van het upgrademenu. Je kunt namelijk een heel dorp uiteindeijk ontwikkelen met hierin diverse sleutelbewoners. Zowel jezelf als al deze bewoners (een stuk of tien) kun je redelijk ver upgraden. Sayla is bijvoorbeeld gespecialiseerd in geneesmiddelen, waar een ander bijvoorbeeld weer kan helpen om je boogvaardigheden te verbeteren. Daarbij werd ons gemeld dat je uiteindelijk keuzes zal moeten maken waar je beter in wilt worden omdat je maar een beperkt aantal Skill Points zal krijgen. Zo wordt voor iedereen de Far Cry Primal ervaring enigszins anders.
Niet alleen je eigen vaardigheden, maar ook die van de getemde beesten kun je upgraden. Zo kan je bijvoorbeeld aan de uil uiteindelijk een soort bommen hangen. De uil kan dan een duikvlucht nemen en deze droppen. Hiermee wordt wel wat afstand genomen van de realiteit, maar het is wel een leuke eigenschap. Het zorgt er ook voor dat area of effect-wapens zoals granaten minder gemist worden.
Conclusie
Ondanks dat iedereen je dood lijkt te willen hebben en het grafisch aan het begin wisselt in kwaliteit, staat Far Cry Primal zeker zijn oermannetje. Vooral het enorm uitgebreide upgradesysteem gaat de nodige motivatie bieden om door te blijven spelen. Tevens hebben we het nog niet eens gehad over de enorme hoeveelheid aan craftingopties. Daarnaast smaakt de Beastmastervaardigheid zeker naar meer, ook al hebben we deze nog niet genoeg kunnen testen om hier een concreet oordeel over te geven. Er zijn zeker wat hobbels die we tegen zijn gekomen, denk bijvoorbeeld aan de missievariatie en de luguberheid die je enigszins moet liggen, maar dat neemt niet weg dat Far Cry Primal goed in elkaar steekt. Dat het tot slot qua engine lijkt op Far Cry 4 is misschien een nadeel voor sommigen, maar het grote voordeel is dat, doordat men niet met een nieuwe engine heeft hoeven stoeien, Ubisoft Montreal zich het gehele jaar volledig heeft kunnen focussen op de gameplay of de gamewereld en daar is niets mis mee. Far Cry Primal vind het wiel niet per se opnieuw uit, maar er lijkt genoeg nieuwe content in te zitten om een potentiële aanschaf te rechtvaardigen.