Een drie-akter van jewelste
Jarenlang had het publiek enkel toegang tot een steeds uitdijende eerste akte van wat een episch avontuur beloofde te worden. Inmiddels is Baldur’s Gate III in al zijn volledigheid op zowel de PC als PlayStation 5 verschenen. De reis die de drie aktes uiteindelijk vormen, is zelfs voor het CRPG-genre van een fiks formaat. Daarbij kan de speler een zeldzame hoeveelheid invloed uitoefenen over het verloop van die reis, hoewel de begaanbare gebieden en het plot grotendeels vastliggen. Zo staat vast dat Baldur's Gate III een epos is dat zich afspeelt in Dungeons & Dragons-wereld Faerûn nabij de welbekende stad uit de titel. Daarnaast zijn de hoofdpersonages hoe dan ook besmet met een zogeheten Mindflayer Tadpole: een onaangenaam grote parasiet die zich via de ogen een weg naar de hersenen baant en daar poogt de controle over te nemen. Wanneer deze Tadpole lang genoeg op zijn plek blijft, verandert de gastheer in een inktvisachtige Mindflayer. Dit voorkomen is de grote aanjager van een boeiend en afwisselend plot dat de speler en kompanen langs zonnige rivierstreken en duistere onderwerelden voert.
De keuze is reuze
Buiten die vaststaande gegevens is er enorm veel te kiezen. Alleen al het creëren van een eigen personage kan zomaar een uur in beslag nemen. Je kan dan ook kiezen uit 11 rassen en 31 sub-rassen. Daarnaast moet je een klasse kiezen. Dit zijn er 12 en deze hebben allemaal weer hun eigen specialisaties. Mocht dit alsnog te beklemmend voelen; klassen kunnen ook met elkaar gecombineerd worden. Heb je geen zin in al teveel role playing (misschien speel je dan het verkeerde spel), dan kan je een personage dat normaal als kompaan dient kiezen als startkarakter. De neiging om dat te doen nam snel toe na kennismaking met deze kompanen. Ze zijn namelijk stuk voor stuk voorzien van een interessant achtergrondverhaal en uitstekend ingesproken. Met alle mogelijke kompanen wilde ik meer tijd doorbrengen om ze beter te leren kennen. Dat maakte het haast onmogelijk om te bepalen welke drie personages mee op stap mochten. Er zijn ergere problemen te bedenken voor een RPG.
Dan hebben we het nog niet eens over de daadwerkelijke gameplay gehad. In Baldur’s Gate III ben je vooral de omgeving aan het verkennen en met vele NPC’s aan het praten (of dieren…of lijken). Door de uitstekende audiovisuele presentatie is dit altijd een genot, . De omgevingen zijn complex, gelaagd en volgepropt met verrassingen. Het duurt nooit lang voordat je een NPC, monster of mysterie tegenkomt. In de kern is Baldur’s Gate III natuurlijk en Dungeons & Dragons-spel, wat wil zeggen dat op de achtergrond de dobbelsteen regelmatig geworpen wordt. Dit kan bijvoorbeeld bepalen of de speler een verborgen val of schat ontdekt. In de vele dialogen bepaalt de dobbelsteen of iemand met succes geïntimideerd wordt of dat de ware intenties achter iemands woorden doorzien worden. Het aantal mogelijke vragen en antwoorden in een gemiddelde dialoog is indrukwekkend uitgebreid. Nog indrukwekkender is dat de reacties hierop altijd zijn ingesproken en dan ook nog eens op een niveau dat ik niet eerder in een CRPG heb gehoord. In combinatie met het doorgaans prima schrijfwerk zorgt dit ervoor dat praten nooit gaat vervelen. Het voelt op zichzelf vaak al als een beloning voor verkennen.
Vroeg of laat is het dan toch tijd om te vechten. Het zal ondertussen geen verrassing zijn, maar ook hier blinkt Baldur’s Gate III in uit. De strategische turn-based gevechten zijn aanvankelijk nog redelijk simpel. Al zijn er zelfs op het begin al vele mogelijke acties. Zoals de mogelijkheid om bijvoorbeeld te springen, duwen, sluipen en allerlei objecten (en karakters) te gooien. Het kan even duren voordat het een tweede natuur wordt om gebruik te maken van alle mogelijkheden, maar wanneer het eenmaal klikt, is het resultaat een gevechtssysteem met veel vrijheid dat creativiteit beloont. Vaardigheden en spreuken geven zich gedurende de game op een gepast tempo bloot, maar schrik niet als op een gegeven moment één enkel personage beschikt over meer dan vijftig mogelijke acties. Een level 10 Wizard beschikt al gauw over een paar dozijn aan spreuken.
Er is meer knap aan het ontwerp van de gevechten. Veel vijandtypes worden spaarzaam of slechts eenmalig gebruikt. Deze vijanden hebben allemaal hun eigen aanvallen en strategieën, waardoor veel gevechten aanvoelen als unieke puzzels. Zo moest ik het maar één keer opnemen tegen schaduwhonden die mijn team uit positie haalden door weg te teleporteren met mijn Cleric en Wizard. De worsteling die hierop volgde, vergde het uiterste van mijn team en leek bij momenten zelfs onmogelijk. Toch zijn deze puzzels na een paar tactische overwegingen te overkomen. Hierdoor geven de gevechten regelmatig een voldaan gevoel.
Kleine smetjes op een meesterwerk
Ondanks de vele kwaliteiten van Baldur’s Gate III is het nog niet de perfectie zelve. Het eerste smetje heeft te maken met de onstabiele framerate. Hoewel het spel in de eerste en iets mindere mate ook in de tweede akte een stabiele 60 FPS (beelden per seconde) voorschotelt, wordt dat doel in de derde akte vaak niet gehaald. Een niet ideale oplossing hiervoor is om het spel te limiteren op 30 FPS, maar zelfs dan kan de framerate vervallen in de hoge twintigers. Een onlangs uitgebrachte update had betere prestaties in de latere gebieden beloofd, maar vooralsnog zijn de schommelingen in framerate met het blote oog zichtbaar. Het is een schoonheidsfoutje dat de gameplay gelukkig nooit in de weg zit, aangezien hierbij nooit haast geboden is. Hier staat bovendien tegenover dat het spel er betoverend mooi uitziet.
Een tweede smetje betreft de besturing middels een controller tegenover een muis en toetsenbord. Laat duidelijk zijn dat de overzetting van PC-besturing naar controller behoorlijk knap is. Door middel van radial menus zijn alle acties vlot terug te vinden en ook het besturen van personages voelt goed aan. Bij het verkennen van de omgeving geef ik zelfs de voorkeur aan de controller. Het probleem komt om de hoek kijken bij alles wat met inventory management te maken heeft. Dit kan zelfs met een muis een heel karwei zijn, maar met een controller in de hand is het niets minder dan monnikenwerk. Een kamer kan zomaar twintig voorwerpen hebben die opgepikt kunnen worden. Op de controller beweeg je dan vaak met de d-pad in een lijst door deze voorwerpen, tot je bij het gewenste voorwerp uitkomt. Nog erger wordt het wanneer je richting het einde van het spel iets in je inventory probeert te vinden of herschikken. Zo werd mijn team op een gegeven moment opgepakt en in de gevangenis gegooid. Toen ik was uitgebroken vond ik mijn inventory terug in een kist. Bij het oppakken hiervan verschenen al deze voorwerpen bij mijn main character, hoewel deze eerst netjes verdeeld waren over alle teamleden. Alles verdelen zoals ik wilde duurde zonder dollen zo’n dertig minuten. Hou in het achterhoofd dat dit een extreem voorbeeld is; over het algemeen speelt de game prima weg met een controller. Toch is het jammer dat de PlayStation-versie geen muis en toetsenbordbesturing ondersteunt.
Tenslotte zijn er nog wat kleine dingetjes zoals texture pop-in bij de start van dialogen. Ook kan het voorkomen dat tegenstanders wel erg lang nadenken wanneer het hun beurt is in een gevecht. Het zijn kleine dingetjes die Larian Studios, gezien het hoge tempo waarin updates verschijnen, waarschijnlijk snel verhelpt.
Conclusie
Baldur’s Gate III is een CRPG van overweldigende kwaliteit geworden. Het reikt de bouwstenen voor meerdere epische avonturen aan. Hoewel één zo’n avontuur met gemak honderd uur kan beslaan, wil je het waarschijnlijk toch nog een keer doorlopen om andere keuzes te maken. Het plot is boeiend, de karakters zowaar nog boeiender. De omgevingen nodigen uit tot uitgebreide verkenning en belonen dat ook. Het geheel is daarbij ook nog eens voorzien van een exceptionele audiovisuele presentatie. Een paar kleine technische mankementen weerhouden Baldur’s Gate III van de volle vijf Budgies, maar wanneer deze opgepoetst zijn is dit een waar meesterwerk.