Volg ons op Facebook Abonneer op onze RSS

Review: Nobody Wants To Die (PS5)


De release van Nobody Wants To Die kwam voor mij helemaal uit het niets. Ontwikkelaar Critical Hit Games schotelde ons op 17 juli een korte, verhalende detectivegame voor in een cyberpunkwereld met prachtige graphics. De Belgische krant Het Laatste Nieuws sprak zelfs over dé verrassing van het jaar! Hoe kon ik dat gemist hebben? Ik liet mijn beste detective-skills los op deze game om de waarheid te achterhalen: is Nobody Wants To Die een topgame? Of worden we verblind door zijn schoonheid?

Eeuwig leven
In de openingsscène van Nobody Wants To Die bevind je je in een drive-in cinema. Samen met je vrouw Rachel kijk je vanuit je oldtimer naar een ‘boodschap van algemeen nut’, gesponsord door de overheid: “Ben je het beu om pijn te lijden? Word je geconfronteerd met de eindigheid van je bestaan? Vrees niet, want vanaf nu kan je simpelweg je bewustzijn laten overzetten naar het lichaam van een jonger persoon en eeuwig leven!”. Enig, toch? Het beeld zoomt uit tot in je wagen en begint te vervagen tot er vreemde blauwe tentakels (of zijn het aderen?) je hele omgeving overwoekeren. Je grijpt snel naar je medicatie die je bij de hand hebt, maar na het innemen ervan blijkt je vrouw helemaal niet naast je te zitten. Er klinkt een politie-oproep op je radio die je aandacht weer naar het heden trekt. Vervolgens vlieg je weg met je wagen en kijk je neer op een lichtgevende stad die zich in de wolken lijkt te bevinden. Bam, wat een binnenkomer! Qua sfeerschepping krijgt Nobody Wants To Die meteen een 10/10.


Kissebissen met collega Sara
Spoiler alert: hieronder beschrijf ik al een groot stuk van de eerste missie. Wie liever alles zélf als eerste ervaart, kan deze alinea beter overslaan.

James Karra (de detective vanuit wiens standpunt we het verhaal beleven) zijn eerste moordonderzoek is al meteen high profile: Edward Green, een steenrijke investeerder en medeondertekenaar van de Declaration of Immortality, hangt aan een touw te bengelen in zijn appartement. Je baas wil dat je zijn bewustzijn uit het dode lichaam trekt en de zaak categoriseert onder het label van ‘een vreselijk ongeluk’ of ‘zelfmoord’, zodat er geen paniek uitbreekt bij de bevolking. Green kan vervolgens simpelweg verder leven door zijn bewustzijn in een ander lichaam te herbergen. Jammer genoeg voor onze baas vinden we in het appartement heel wat andere bewijzen.
Met dank aan onze UV-lamp en een X-ray-apparaatje vinden we een hoop interessante zaken die we kunnen onderzoeken en fotograferen. Die foto’s worden in real-time naar onze collega Sara gestuurd, die de lichamen voor jou identificeert. Zij volgt trouwens elke stap die je neemt via een live-camera en voorziet dit ook van de nodige commentaar. In het begin stribbelt ze nog wat tegen, want Sara wil graag promotie maken en dus zeker niet tegen onze baas zijn schenen schoppen, maar ik koos er in de dialoogopties telkens voor om haar te paaien en haar mee te krijgen in mijn eerlijke methodes.

Dit is alvast een rode draad door het hele spel: je krijgt voortdurend keuzes voorgeschoteld die de omgang met je sociale netwerk en het vervolg van het verhaal bepalen. Dat komt natuurlijk de herspeelbaarheid van dit spel ten goede. Deze keer nam ik bijvoorbeeld alle bewijzen uit de kluis mee, maar liet ik de whiskyfles mooi onaangeroerd. De volgende keer zou ik diezelfde bewijzen kunnen vernietigen en de fles meenemen voor mijn privécollectie. Benieuwd wat voor invloed dat zal hebben. De verzamelde bewijzen kunnen we eenmaal in ons appartement samenleggen en in overleg met Sara onze conclusies vormen om door te geven aan onze baas. Die is uiteraard niet tevreden met ons grondige onderzoek en vindt dat we de hele zaak moeten laten rusten. Uiteraard doen we dat niet. Sara vertrouwt ons nu volledig en we gaan op eigen houtje verder. Dit alles vormt geen bijster origineel, maar wel een interessant plot.


Leuke speeltjes die niet blijven bevredigen
“Is dat nu alles?” hoor ik je al denken bij het lezen van bovenstaande paragraaf. Nee hoor, deze game onderscheidt zich wel degelijk van zijn concurrenten door een handige tool aan het arsenaal van James Karra toe te voegen: een heuse armband, de zogenaamde Reconstructor, waarmee we met onze vingertoppen de tijd binnen een plaats delict vooruit en achteruit kunnen draaien. Zo ontdekken we op de eerste crime scene dat Green mogelijk helemaal geen zelfmoord heeft gepleegd. Of toch op zijn minst niet uit vrije wil …

Het probleem ontstaat na een aantal van dit soort plaats delicten: telkens weer maak je foto’s, verzamel je bewijzen met behulp van je UV-lamp (waarmee bloedsporen zichtbaar worden) en je X-ray-apparaat (waarmee je elektriciteitskabels kan volgen of de baan van een afgevuurd geweerschot kan bepalen) en probeer je met behulp van de Reconstructor rond je arm te reconstrueren wat zich heeft afgespeeld. Er verschijnt een gouden bubbel waarin je nieuwe informatie kan onderzoeken en vervolgens mag je weer wat verder vooruit- of achteruitspoelen. Dit concept dat de eerste paar keer nog interessant en uniek was, voelt na de twintigste keer nogal repetitief en saai aan. Ik voelde dat ik ongeduldig werd en wou dat er iemand in mijn plaats detective kon spelen, zodat ik kon ontdekken hoe het verhaal zich verder ontplooit. Want dat bleef me wel intrigeren.


Passieve ervaring
Dat verhaal ging bij momenten helaas wel wat aan mij voorbij. Het hele mysterie ontvouwt zich namelijk door middel van dialogen die je voert tijdens het onderzoek. Dat kan op een plaats delict zijn of terwijl je bewijzen aan het samenleggen bent op je appartement, maar daar komt dus weinig visuele ondersteuning aan te pas. Op het moment dat je probeert na te gaan wat het motief van de dader juist is, was ik alweer vergeten wat de naam van het zoveelste slachtoffer was. Ik had er misschien beter zelf een notitieboekje bij moeten nemen, want in het spel kon ik er geen oproepen. Gelukkig is het spel vergevingsgezind voor mensen als ik en kan je geen fouten maken tijdens je onderzoek: wanneer je onderweg een fout maakt, kan je geen verdere bewijzen met elkaar verbinden en word je verplicht om een stapje terug te keren. Tegelijkertijd is dat ook jammer: je fouten worden niet bestraft en hebben geen implicaties, behalve dan je collega Sara die je vriendelijk wijst op je onkunde. En daar wringt het schoentje eigenlijk tijdens heel het spel: Nobody Wants To Die is een vrij passieve ervaring. Het spel geeft je graag de illusie dat je een heleboel keuzes hebt, maar ze veranderen in essentie niets aan het centrale verhaal of je spelervaring. Op een bepaald moment is het wel overduidelijk dat je een levensbelangrijke keuze moet maken, waarna je ook een ander einde zal voorgeschoteld krijgen. Maar dat gebeurt zo laat in de game dat alle andere gemaakte keuzes maar wat gerommel in de marge blijken te zijn. Daarbij komt nog dat je onderweg niet moet weglopen, springen of schieten en dus ook niet kan doodgaan wat resulteert in een heel veilig gevoel. De antagonisten in het verhaal hebben het wel op je gemunt, maar jagen je allesbehalve de stuipen op het lijf, wat jammer is. De demonen waar James Karra mee worstelt, komen gelukkig wél oprecht en levensbedreigend over.


Lekkere mosterd met een flauwe nasmaak
Ontwikkelaar Critical Hit Games heeft voor Nobody Wants To Die duidelijk de mosterd gehaald bij games zoals The Order 1886, LA Noire, Atomic Heart, Fallout, Detroit: Become Human en Alan Wake. Je krijgt als speler namelijk een korte, filmische ervaring voorgeschoteld zoals in The Order 1886 het geval was, waarin je een detective speelt zoals in LA Noire. De posters op de muur en de programma’s op tv voeren overheidspropaganda die me deden denken aan de Fallout-reeks en die Reconstructor-armband rond mijn pols deed me denken aan de Polymer-handschoen in Atomic Heart. Niet enkel de keuzes die je kan maken tijdens het spelen, maar ook het grimmige sfeertje en de maatschappijkritiek die in het spel verweven zit, brachten herinneringen naar boven aan de topgame Detroit: Become Human. Je keuzes hebben in die game echter wel een veel grotere impact op het verhaal, dat maar liefst 85 mogelijke (variaties op) eindes kent. In dat spel heeft het hoofdpersonage het eveneens moeilijk om realiteit van fictie te onderscheiden. Stuk voor stuk lekkere mosterd dus, maar wel eentje met een flauwe nasmaak.


Loepzuivere graphics, strakke performance
Ondanks bovenstaande kritiek wil ik graag nog eens benadrukken hoe mooi dit spel is. Ontwikkelaar Critical Hit Games heeft voor dit spel de Unreal 5-engine gebruikt en dat is er duidelijk aan te zien. De graphics zijn fenomenaal mooi en de belichting zit helemaal goed. De futuristische stad-in-de-wolken met zijn vele neonlichten en rondzoevende oldtimers ziet er prachtig uit en het geheel draait fantastisch op de PS5. Ik koos voor de performance modus en heb op geen enkel moment een hapering of een dip in de framerate opgemerkt. Hopelijk voegen de ontwikkelaars nog een fotomodus toe aan het spel, want deze ontbreekt momenteel nog.


Conclusie
Nobody Wants To Die is een game die ik aan iedereen kan aanraden. De korte, filmische ervaring is een aangenamer en mooier tijdverdrijf dan de gemiddelde Netflix-film en het thema rond onsterfelijkheid zet je ook nog eens aan het denken. Het verhaal is spannend en leuk om te volgen dankzij het cynisme van James Karra en zijn dialogen met collega Sara en de verschijningen van zijn vrouw Rachel. De antagonisten blijken daarentegen iets te plat en de impact van je keuzes is te beperkt. De bloedmooie graphics kunnen niet verdoezelen dat dit spel een iets te voorgekauwde, passieve ervaring biedt met enkele repetitieve gameplay-elementen tijdens het oplossen van de moordzaken. Het gebrek aan een fotomodus kunnen we de makers (voorlopig nog) vergeven, maar het ontbreken van een optie om het spel manueel op te slaan of om hoofdstukken te selecteren, zorgt ervoor dat je het spel volledig moet herspelen om de andere eindes te zien. Gelukkig duurt dat uitspelen niet zo lang, maar waar dat in Detroit: Become Human door de ontelbare verschillende verhaallijnen een genot was, voelt het hier meer aan als een vervelend taakje. Door de lage kostprijs scoort Nobody Wants To Die voor mij toch nog 3,5 Budgies, maar met lagere verwachtingen van mijn kant en enkele aanpassingen door de makers hadden dit er ook gemakkelijk 4 kunnen zijn.



Joachim Lootens (JoaLootens)

Joachim houdt vooral van verhalende role playing games en couch co-op games. Die wisselt hij graag af met kleinere indie games, een potje voetbal of een snelle race naar de finish.

Aantal keer bekeken: 2497

Laatste reacties

avatar van GameFatale
GameFatale ( 27306   22) 02-08-2024 18:48
Mooie review, thnx. Veel info waar ik wat mee kan.

Detroit Become Human was inderdaad heel erg gaaf, dus Nobody gaat er vast ook wel komen.
avatar van GJ
GJ ( 6543   10) 02-08-2024 20:05
Rol: Forum Moderator
Game ziet er visueel heel vet uit. Wel jammer dat de gameplay qua puzzels wat simplistisch is, maar bij een korte speelduur maakt me dat niet heel veel uit. Deze ga ik zeker in de toekomst spelen .
avatar van Deusthedon
Deusthedon ( 149   7) 02-08-2024 20:37
Bedankt voor de review. Klinkt als een boeiende game. Is deze alleen digitaal of ook nog fysiek verkrijgbaar?