Black is in mijn ogen nog steeds de beste console-exclusive FPS ooit. Alles klopte, alles voelde goed en alles zag er ook vooral erg goed uit. Bodycount komt ook van de hand van Stuart Black, wordt grotendeels door hetzelfde team ontwikkeld en schijnt een spirituele opvolger te zijn van Black. Ik stopte de game dan ook met hoge verwachtingen in mijn Xbox, om bijna gelijk al de eerste klap in het gezicht te krijgen. Bodycount is namelijk lelijk. En dan bedoel ik niet zomaar lelijk, maar erg lelijk. Zo lelijk dat ik me soms afvroeg of Black er niet beter uitzag op mijn PS2 dan Bodycount nu in HD op mijn Xbox 360.
Lelijk
Ik word zomaar ergens gedropt in de lelijke wereld en mag aan het knallen gaan. Een verhaal is er wel, maar het is zo vreselijk standaard en zo slecht gebracht dat het eigenlijk alleen maar vervelend is. Er loopt de hele tijd een vrouw in je oor te lullen over van alles en nogwat, wat eigenlijk alleen afleidt van het schieten, waar het in deze game om draait. Daar zal weinig mis mee zijn toch? Helaas moet ik je ook daar teleurstellen, want het voelt allemaal afschuwelijk lomp en indirect. Het kan zijn omdat ik al maanden geen FPS meer op de console had gespeeld, maar ook na uren wennen kon ik nog geen headshot maken zonder stil te staan en er een halve minuut de tijd voor te nemen.
Skillshots
Ook dat was misschien geen groot probleem geweest als headshots niet zo ongeveer het doel van deze game waren. Bodycount draait namelijk om zogenaamde skillshots. Schiet iemand door het hoofd, blaas hem op met een van de vele explosieve tonnen, steek hem in zijn rug met je mes, het gebruikelijke. In een game als Bulletstorm werkte dit ideaal, maar zoals veel dingen in Bodycount voelt ook dit onafgewerkt en log aan. Voor elke skillshot krijg je een zogenaamde multiplier, die je score(ook wel je Bodycount genaamd) vermenigvuldigt. Maak je echter een enkele gewone kill, dan ben je je multiplier kwijt en kun je helemaal opnieuw beginnen. Dit zorgde ervoor dat ik voor elke vijand stil ging staan om zorgvuldig headshots te maken, wat het tempo compleet wegnam en de game een saaie bedoening maakte. Wat ook niet helpt, is de zoom-functie. Bodycount heeft namelijk, heel retro, geen iron sights. Je kunt slechts wat verder inzoomen, waarna je crosshair wat inkrimpt en je iets beter kunt richten. Heel primitief, en in mijn ogen niet zo’n goede keuze. Wat het nog veel vervelender maakt is dat je tijdens dit zoomen niet kunt lopen. De linkerstick verandert dan in een soort coversysteem, waarmee je opzij kunt hangen en kunt bukken om achter dingen te schuilen. Leuk bedacht, maar lopen en richten tegelijk was een stuk praktischer geweest.
Retro
Elke keer als je iemand neerschiet in Bodycount vliegen tientallen gekleurde bolletjes alle kanten op. Het enige wat de game je hierover vertelt is dat het zogeheten ‘Intel’ is. Je mag zelf uitvinden wat je ermee moet. Uiteindelijk werd me duidelijk dat je met deze Intel vier verschillende dingen kunt doen, die je één voor één vrijspeelt. Zo kun je tijdelijk sneller lopen, krijg je explosieve kogels of kan je vijanden door muren heen zien. Als laatste speel je een airstrike vrij, die het gekozen gebied bombardeert met krachtige raketten die alles vernietigen. Deze speciale vaardigheden worden automatisch sterker naarmate je in de game vordert. Bodycount kent geen levels, geen experience, geen upgrades, helemaal niks. Het is allemaal erg retro, maar ook een tikje saai als je de games van vandaag de dag gewend bent.
Destructie
Toch is lang niet alles aan Bodycount slecht. Zo biedt de game grote open gebieden, die soms ook nog erg sfeervol zijn. Zo speelt een level zich af in een regenachtig chinees dorpje, wat echt vreselijk veel sfeer uitstraalt. Wat ook zeker lof verdient is het destructie-model. Deze was in Black al indrukwekkend, maar is in Bodycount echt van hoog niveau. Bijna alles in de gamewereld kan kapot. Dit maakt de vuurgevechten een stuk leuker en dynamischer, al helemaal met de meestal tactisch geplaatste explosieven die voor indrukwekkende beelden kunnen zorgen, mits je de slechte graphics even wegdenkt, natuurlijk. Wat ik na een tijdje ook ontdekte is dat Bodycount toch best vermakelijk kan zijn, als je negeert waar de game om draait. Zodra je niet meer probeert om skillshots te maken, en gewoon vrolijk door de gebieden rent en alles overhoop schiet, komt het Black-gevoel weer een beetje terug. De chaos is groot, alles gaat kapot, het klinkt heerlijk en het voelt gewoon goed. Toch is het vreemd dat je hetgene waar de game zo ongeveer om draait moet negeren om er lol uit te halen. Speel je op deze manier, dan blaas je ook nog binnen een uur of vijf door het spel heen. Daarna kun je nog levels opnieuw doen, of je aan de multiplayer wagen, die ik wegens een gebrek aan Xbox Live niet kon testen.
Conclusie
Ik kan niet anders concluderen dan dat Bodycount een afschuwelijk tegenvallend product is. Er valt enige lol uit te halen, maar het wekt vooral irritatie op. De game is lelijk, voelt verouderd op bijna alle gebieden, is veel te kort en kan gewoon niet op tegen al het shootergeweld wat vandaag de dag in de winkel ligt. Je doet er beter aan om een oude PS2 en Black op te pikken, ik kan je garanderen dat je daar veel meer plezier uit zal halen.
Deze review is geschreven door Fant.
Oordeel Bodycount (Xbox360)
- Graphics 40
- Gameplay 45
- Originality 60
- Sound 70
- Replay 40
- Eindcijfer 45