Verhaal: Ik ga op reis en ik neem mee
Het spel start met een slapende Link die na een dutje van honderd jaar wakker wordt in een grot. Een bekende stem roept hem en leidt hem naar een tablet genaamd de Sheikah Slate. Met deze tablet heeft Link toegang tot oude technologie en speciale eigenschappen die hem gaan helpen in zijn grote avontuur, zoals een interactieve map van Hyrule. Breath of the Wild volgt de eeuwenoude vete met Ganon, die nu omgedoopt is tot Calamity Ganon. Hij was een eeuw geleden verantwoordelijk voor de bijna totale vernietiging van Hyrule. Al die tijd heeft prinses Zelda hem nog steeds in bedwang weten te houden, opdat jij na je schoonheidsslaapje hem weer kunt uitdagen en verslaan. Calamity Ganon heeft de strijd honderd jaar geleden gewonnen door de vier Divine Beasts onder zijn controle te krijgen. Aan jou de taak om deze beesten weer aan jouw kant te krijgen en Calamity Ganon voor eens en voor altijd de weg te wijzen.
Het verhaal is niet bijster origineel of interessant. Gelukkig maakt dit weinig uit. Hoe jouw avontuur eruit gaat zien bepaal je namelijk grotendeels zelf. In tegenstelling tot eerdere Zelda titels laat Breath of the Wild je enorm vrij. In plaats van een wereld dat beetje bij beetje toegankelijk wordt naarmate je progressie maakt in het hoofdverhaal, is de hele wereld toegankelijk en bepaal je zelf waar je heengaat en welke missies je wel of niet op wil pakken. Het spel legt zelfs de meest basis zaken die nodig zijn om te overleven amper uit. Hoe je moet vechten, wat je speciale aanvallen zijn, of hoe eten gekookt moet worden; je zoekt het allemaal maar uit. Maar volledig in het diepe gegooid worden, zoals bij een Dark Souls, is het nu ook weer niet. In het begin gebied, The Great Plateau, word je namelijk geconfronteerd met allerlei obstakels waardoor je leert wat Breath of the Wild te bieden heeft. Nintendo is altijd al goed geweest in het leren van nieuwe mechanics, en deze bekwaamheid drijft ook hier weer boven. Het simpelste voorbeeld is dat je uit de grot moet klimmen via een rotswand. Klimmen doe je automatisch wanneer je tegen een rots aanloopt, en zo leer je dat alle rotsen te beklimmen zijn.
Hoewel je overal naartoe kunt gaan, kun je The Great Plateau pas verlaten zodra je een paraglider hebt gekregen, die je pas krijgt wanneer je de vier shrines van het gebied hebt uitgespeeld. Deze tempels zijn korte tutorial omgevingen waarmee je runes vrijspeelt. Deze runes breiden je Sheikah Slate uit met speciale krachten waardoor je objecten stil kunt laten staan, met magnetisme objecten kunt bewegen, bommen kunt laten ontploffen op afstand en water kunt bevriezen tot ijspilaren waar je op kunt klimmen. Met dit scala aan mogelijkheden word je de enorme wereld van Breath of the Wild ingestuurd.
Presentatie: Het zijn de kleine dingen die het doen
En die wereld ziet er fantastisch uit. Nu staan Nintendo spelcomputers niet bepaald bekend om hun grafische geweld, maar aan charme en aantrekkingskracht ontbreekt het meestal zeker niet. En daar ligt precies de kracht van de spelwereld van deze Zelda game. Terwijl je ogen over het scherm glijden tuur je naar prachtige uitgestrekte grasvelden, mystieke bossen, torenhoge gebergten, enorme watervallen en charmante dorpjes. Zo heb je Hyrule nog nooit mogen bewonderen. Oude bekende plekken zijn mooier dan ooit tevoren en op elke hoek ligt weer een nieuw geheim te wachten. Dat is wellicht het allertofste aan de spelwereld van Breath of the Wild: het steeds maar weer ontdekken van nieuwe geheimen, vijanden, kampen, plekken of uitzichten. Steeds weer nieuwe confrontaties met grappige medereizigers of vreemde wezens. De wereld is overgoten met prachtige details die de spelwereld spannend en interessant maken en jouw ervaring uniek. De kans dat je in heel andere situaties terecht komt dan een andere speler is namelijk aanzienlijk.
Ik zal een aantal voorbeelden schetsen om het detailniveau van deze game duidelijk te maken. In koude gebieden verlies je hartjes, tenzij je warme kleding draagt of pittig eten opeet; misgeschoten pijlen kun je oprapen en opnieuw gebruiken; je kunt zelfs pijlen opvangen met je schild; wanneer het regent zijn je voetstappen minder hoorbaar en kun je makkelijker vijanden of prooien besluipen; de regen heeft als nadeel dat rotsen en bomen gladder zijn en dus lastiger te beklimmen; vijanden kunnen samenwerken en je insluiten; wanneer je een vijand zijn wapen afpakt, zal hij in de buurt gaan zoeken naar andere elementen om je mee te lijf te gaan, zoals bijvoorbeeld losliggende stenen; hak je een boom om en vallen er appels uit, kan het zomaar zijn dat je paard deze appels op gaat eten. Zo zit het spel barstensvol met heerlijke elementen, waardoor elke situatie waar je in terecht komt weer uitdagend is of als nieuw aanvoelt. Zo kun je zomaar onverwachts een enorm monster tegen het lijf lopen die pal voor je neus een boom uit de grond trekt en naar je toe gooit. Het onverwachte en spontane element van een dergelijke boss fight is zoveel toffer dan wanneer je het monster achter de grote deur in een dungeon vindt. Het zorgt voor een constant gevoel van spanning en adrenaline.
Waar je grafisch gezien geen wonderen hoeft te verwachten, is het niet zo dat je als Wii U gebruiker dingen mist. Op de 900p (in vergelijking tot de 720p van de Wii U) na heeft de Switch weinig meer te bieden. Beide versies lopen op 30 frames per seconde, al kan dit in drukke gebieden soms zakken naar ergens in de 20. Hier heb je gelukkig weinig last van tijdens het spelen. De overige grafische elementen en instellingen zoals textures, schaduwen etc. zijn exact hetzelfde. Hoewel het er prachtig uitziet, hoef je geen visueel spektakel zoals bijvoorbeeld Horizon Zero Dawn te verwachten. Breath of the Wild moet het – net als veel andere Nintendo titels – volledig hebben van charme en persoonlijkheid. Gelukkig is er genoeg te zien en brengen tal van personages en wezens de wereld tot leven. Met de charme zit het dus wel snor. Op geluidsgebied heb ik wel wat kleine klachten. Zo worden enkele personages ingesproken, maar slechts voor een deel. Een conversatie start met een gesproken dialoog die verder gaat in tekst. Dit voelt gek en en verwarrend. Bovendien is de voice-acting niet van het hoogste niveau. Daarnaast is er maar weinig muziek aanwezig in de wereld. Het zwelt op tijdens sommige gevechten of andere spannende momenten, maar een groot deel van de tijd hoor je enkel wat geluidseffecten. Het zorgt voor een bijzondere sfeer van eenzaamheid, maar wat meer idyllische Zelda muziek had de game goed gedaan. Nu voelt het af en toe wat leegjes.
Replay: Game over and over
Een van de nadelen die ik ervaar bij veel oude Zelda games, is dat het vrij lastig is om de game weer op te pakken als er te veel tijd zit tussen je speelsessies. Dit komt door een gebrek aan overzicht. Breath of the Wild lost dit op met een Adventure Log waarin al je hoofd- en zijmissies mooi gesorteerd zijn. Je kunt reeds geslaagde missies teruglezen en makkelijk de focus leggen op een bepaalde missie die dan zichtbaar wordt op je kaart. In combinatie met de timing van het spel zorgt het voor een mooie synergie tussen het hoofdverhaal en de vele zijmissies die je kunt doen. Waar een Zelda-speelsessie voor mij normaliter stond voor “hoeveel procent van het spel heb ik nu uitgespeeld”, ben ik in Breath of the Wild zomaar aan het rondlopen en doe ik een queeste wanneer ik er zin in heb. Alles voelt als onderdeel van één groot avontuur.
Tijdens een missie zie je in de verte wat interessants en raak je ongetwijfeld weer verzeild in een gevecht, een jacht op wilde dieren, het klimmen in bomen voor verse appels of het koken van gerechten en elixers om in leven te blijven. Dezelfde onderdelen worden keer op keer aangestipt, maar de invulling is steeds weer anders. Zo kom je in het donker andere vijanden tegen dan overdag en biedt de nacht weer extra elementen, zoals een vijandelijk kamp binnendringen terwijl iedereen slaapt. Ook de regen biedt mogelijkheden om ongemerkt je prooi te besluipen, maar maakt klimmen weer enorm moeilijk. Over klimmen gesproken: letterlijk alles wat je ziet kun je beklimmen, zolang je maar genoeg uithoudingsvermogen hebt om de top te bereiken. Naar beneden glijden doe je met je paraglider – wat enorm tof is – of snowboardend op je schild. Je schild is binnen no-time kapot, maar het is het waard, geloof me.
Ook wapens breken snel, en dit is toch wel een heikel punt. Het gebruik van veel verschillende wapens zorgt voor leuke variatie in gameplay en gevechten, maar doordat ze zó snel kapotgaan, ben je met name met speciale wapens die lastig te vinden waren enorm voorzichtig. Er is namelijk geen mogelijkheid om de boel te repareren. Hierdoor val je snel terug op doorsnee wapens en omdat deze wapens maar weinig schade toebrengen en het verzamelen van meer hartjes en een goede uitrusting erg lastig is, vormen veel vijanden een enorm gevaar. Schrik dan ook niet als je op een groepje vijanden een aantal keer ‘Game Over’ gaat. En soms is wegrennen of eromheen sluipen nog wel het slimste om te doen. De uitdaging zit in het inventief omgaan met beperkingen. Een mooie situatie was toen ik op een kamp met vier vijanden stuitte. Eén vijand stond buiten in een wachttoren, terwijl zijn drie maatjes in een grot rond een kampvuur dansten. Het kamp inrennen bleek geen valide strategie, want ze sloten me direct in. Dus besloot ik vanachter een rots vandaan twee pijlen op het hoofd van de uitkijkwacht te mikken. Hierbij kwam dat een hoofdschot als critical hit wordt bestempeld en dubbel zoveel schade toebrengt. Toen ik met mijn verrekijker de situatie in de grot analyseerde zag ik tot mijn verbazing dat er tonnen met explosieven stonden. En bovenin de grot hing een soort fakkel. “Even kijken of dit werkt” leidde tot een pijl waarmee ik het touw van de fakkel doormidden schoot. De fakkel viel op de tonnen en de hele grot ontplofte. Zelfvoldaan rende ik naar binnen om mijn welverdiende schatkist te openen.
Hoe ontzettend gaaf ook, niet alles aan The Legend of Zelda: Breath of the Wild voelt prettig aan. De moeilijkheidsgraad dwingt je tot strategisch nadenken en voorzichtig nieuwe situaties bekijken. Het zorgt voor veel spanning, maar voelt her en der pesterig aan. Veel vijanden slaan je namelijk in één of twee klappen knock-out, terwijl je zelf veel meer rake klappen uit moet delen. Doordat het verzamelen van Rupees, hartjes en upgrades (om bijvoorbeeld je inventaris te vergroten) tergend langzaam gaat, blijf je erg lang een tamelijke stumper die erg snel doodgaat. Als remedie wordt het spel automatisch ontzettend vaak opgeslagen, waardoor de talloze Game Over’s er niet voor zorgen dat je uren opnieuw moet spelen. Ook kun je tijdens gevechten rustig eten om je hartjes aan te vullen of zelfs teleporten naar eerder bezochte locaties. Het is begrijpelijk dat Nintendo spelers wat tegemoet wil komen – de moeilijkheidsgraad ligt nou eenmaal vrij hoog, zeker voor een Nintendo titel – maar het voelt als een pleister op de wond in plaats van de echte oorzaak aan te pakken. Zo zou je best eens wat vaker Rupees mogen vinden, waardoor je sneller andere uitrusting kunt kopen, of zouden sterke wapens te repareren moeten zijn met ingrediënten die je tijdens je avonturen vindt.
Een van de dingen die je kunt doen om ervoor te zorgen dat je niet tal van slagen nodig hebt om een vijand te verslaan, is om ze te besluipen en stiekem aan te vallen. Een onverwachte klap brengt namelijk ontzettend veel schade toe en zo voorkom je lange gevechten die een aanslag plegen op de levensduur van je arsenaal. Dit geeft veel voldoening wanneer het lukt, maar helaas is het hele sluipen niet erg goed uitgewerkt. Zo kun je gebukt in het hoge gras stil zitten en word je alsnog snel gespot door een vijand of je prooi. Extra pijnlijk wanneer ze vervolgens hun soortgenoten alarmeren van dreigend gevaar, waardoor alle vijanden op je af komen rennen en je prooi zo ver mogelijk van je wegrent. Erachteraan rennen heeft hierbij overigens weinig zin, want op den duur verdwijnen wilde dieren als sneeuw voor de zon van je scherm. Of dit een gebrek is aan power van de Wii U of simpelweg een designkeuze weet ik niet, maar het voelt enorm onverklaarbaar en is niet te accepteren. Sluipen is eigenlijk alleen een valide strategie in de nacht of in de regen.
Ten slotte voelen ook de controls en het camerawerk niet helemaal prettig aan. De knop waarmee je de camerafocus op een vijand vastzet werkt niet altijd goed, vooral bij vijanden die snel bewegen. Zo kan een snelle vijand opeens achter je staan, focust Link zich per ongeluk op een ander element in de spelwereld en word je neergeslagen voor je er erg in hebt. De controls voelen wat onwennig aan en zijn nét even anders dan wat je gewend bent van een gemiddelde Xbox of PlayStation game. Zo zijn de spring- en renknoppen boven elkaar in plaats van naast elkaar, wat het onnodig lastig maakt om rennend te springen, en gaat het navigeren door de menu’s altijd even mis. Kleine frustraties die niet heftig genoeg zijn om je ervaring te verpesten, maar je wel af en toe in de weg zitten. Hopelijk gaat Nintendo hier middels updates en patches nog wat verbetering in aanbrengen om de ervaring nóg fijner te maken.
Conclusie
Nintendo lijkt het roer volledig omgegooid te hebben. Waar een Zelda game normaal gesproken heel rustig werd opgebouwd en je steeds verschillende wapens en objecten moest verzamelen om toegang te krijgen tot nieuwe delen van de spelwereld, word je nu als speler volledig vrijgelaten je eigen pad te kiezen. Zo kun je na het begingebied direct naar de eindbaas of andere lastige gebieden toegaan, al zal je dit waarschijnlijk niet overleven. In Breath of the Wild voel je je als speler serieuzer genomen doordat je alles zelf mag ontdekken. Strategieën om vijanden te verslaan en manieren hoe je situaties op moet lossen worden niet langer opgelegd. Als speler ben je vrij om zelf invulling te geven aan hoe jouw avontuur vormgegeven wordt. En heb je genoeg van al die vrijheid en openwereld-actie, zijn er altijd nog 120 shrines, 4 dungeons en een hele horde aan quests die je kunt doen.
The Legend of Zelda: Breath of the Wild voelt als een openwereld game zoals The Elder Scrolls of Far Cry, maar dan met een heerlijk Nintendo sausje eroverheen gegoten. Het is toegankelijker en versimpeld. Het niet hoeven uit te pluizen van elke boekenkast of bureaulade voor nieuwe spullen, voelt als een verademing. De enige dingen die je op kunt rapen differentiëren zich visueel gezien middels een soort vonkjes-effect. Ook verdrink je niet in de keuze tussen honderden stukken harnassen of bepantsering, maar heb je slechts een beperkt aanbod. Iedere keuze heeft voor- en nadelen zonder dat dit overdreven complex wordt. Het mag dan wat cartoony ogen, de moeilijkheidsgraad ligt hoger dan ooit. Vijanden duiken uit het niets op en slaan je zonder pardon knock-out. Blind rondrennen zonder idee en voorbereiding wordt snel afgestraft, waardoor je steeds beter de wereld leert kennen en hoe je ermee om moet gaan.
Als Wii U eigenaar kom je niets tekort in vergelijking met de Switch-versie. Dus als je nog niet verkocht bent aan het concept van de nieuwe console en Nintendo en/of Zelda ook maar een beetje een warm hart toedraagt, mag je deze game absoluut niet missen. Een avontuur door de adembenemende wereld van Breath of the Wild is er een om nooit te vergeten.
Deze review is geschreven door Roy van Bijsterveldt.
Oordeel The Legend of Zelda: Breath of the Wild (Wiiu)
- Graphics 80
- Gameplay 90
- Originality 90
- Sound 70
- Replay 90
- Eindcijfer 85