Milieuproblemen, ideologiebotsingen en uitlaatgassen zijn passé, ditmaal is het thema en einddoel het bereiken van de maan om daarmee de Aarde uit het slop te trekken. Op onze eigen hemelbuurman kan je namelijk het wetenschappelijk verantwoorde ‘regoliet’ stofzuigen en met helium-3 kernfusietechnologie ontwikkelen. In 2205 wordt de boel trouwens niet gerund door iets omslachtigs als een overheid. Alles wordt uitgevoerd door grote corporaties, waarvan jij er ééntje mag opstarten. Nadat je een suffe naam hebt bedacht, mag je op één van de Aardse startplekken losgaan, de overige startplekken worden ingenomen door andere corporaties. Deze zullen je niet bevechten, maar vormen wel een soort achtergrondconcurrentie en zodra je de volgende Bill Gates bent geworden kan je ze uitkopen om alle negen gebieden naar hartelust vol te bouwen.
Toegankelijke stedenbouwer
Mocht je nog geen Anno games gespeeld hebben: het stedenbouwen hangt in het midden van een uitgebreide simulator en een conventionele RTS. Zo kent Anno minder sociaal- en verkeersmanagement en is er vechtgameplay te vinden. Bovendien is het allemaal net wat toegankelijker dan dikke simulatiegames en is het vrij makkelijk om in enkele uren een redelijk stadje op te starten. Zodra je verder komt vind je de diepgang voornamelijk in het balanceren van de productieketens die steeds complexer worden.
Dit is beduidend prettiger om dit te doen in het jaar 2205 dan in 2070, dankzij de sterk verbeterde gebruikersinterface. Ditmaal hoefde ik zelden iets te zoeken, buiten de allereerste tutorialstapjes dan. Die beslaan deze keer geen losse missies met afvinkdoelen, maar zijn mooi verweven in de sandbox gameplay. Je krijgt regelmatig tips, echter voelt het nergens als een ‘moeten’, want vaak ben je net zo vrij om door te bouwen of over te schakelen naar een andere sector.
Drie settings in één
De grote toevoeging is de Multi-Sector gameplay. Drie aparte gebieden waarin je tegelijkertijd een nederzetting beheert en waartussen je te allen tijde kunt wisselen, verspreid over een gematigd aardeklimaat, de Noordpool en zonnige kraters op de maan. De laadtijden zijn beduidend sneller dan voorheen en mocht je toch ongeduldig worden, het laden gebeurt op de achtergrond in een overzichtsscherm met alle vestigingen waar je ook de handelsroutes kunt aanpassen. De sectoren hebben elkaars producten overigens hard nodig. Zo kan je de rijkelui in de metropolen verblijden met Noordpoolse supergekoelde kwantumcomputers, en kunnen de aangevroren wetenschappers andersom best wat extra vitamines gebruiken.
De multi-session opzet lijkt misschien een gimmick, maar dat is het zeker niet. De sectoren zijn zodanig verschillend in uiterlijk, type grondstoffen en benodigdheden van je volk, dat het de game aanzienlijk veelzijdiger maakt. Landlubbers hebben allerlei goederlijke eisen, ijsbewoners kunnen alleen leven in de buurt van warmte en maankampeerders kunnen nergens terecht zonder asteroïdeschilden. Het beste is nog dat het wisselen natuurlijk aanvoelt, vooral wanneer je steden groeien zullen ze steeds meer afhankelijk worden van een grotere economie en zal je de afwisseling steeds meer gaan waarderen. Terwijl je ergens op wacht in de ene sector kun je wat variatie opzoeken in de ander, terwijl alle steden in de achtergrond blijven draaien en goederen blijven uitwisselen. Overigens zijn er ook zeldzame grondstoffen voor upgrades die je voornamelijk verdient met mini-missies en in Crisis Sectoren.
Zeeslag 2205
Dan zijn we meteen bij het enige, echte minpunt aangekomen: de zeegevechten. Nou ja, minpunt ... eerder een afleidingsmanoeuvre. In zo’n Crisis Sector vecht je tegen een beweging die het niet eens is met jouw maanplannen. Je krijgt een handjevol schepen en mag daarmee in een tactische setting vijandelijke schepen en militaire gebouwen ontwijken of opblazen. Je hebt allerlei speciale krachten tot je beschikking zoals een raketbarrage, schilden of noodreparaties. Die verbruiken brandstof, dat je weer terugkrijgt door het zeewater een vijandelijk wrak rijker te maken. Als je overal blind doorheen rost ben je retesnel je vloot kwijt, maar gebruik je strategie dan kom je een heel eind met die paar scheepjes.
Stiekem speelt het best goed. Het is een prima afleiding voor diegenen die wat actie willen in Anno, het is leuker dan de fetchquest-achtige kleinere missies en ook brengt het wat verhaal met zich mee. Toch bereikt dat verhaal nooit een hoogtepunt en is het aantal verschillende missies best beperkt, wat het geheel weer herhalend maakt. Belangrijker nog, het komt over als een geforceerde manier om militaire gameplay in Anno te houden. Deze editie kent verder namelijk geen enkele vorm van multiplayer of oorlog. De tactische gameplay is prima maar voelt overbodig, het eindigt als een soort gameplay-endeldarm (grappig dat het er is, maar je kunt het prima missen).
Gestroomlijnde ervaring
Om even te benadrukken dat bovenstaand geklaag er niet zo toe doet, eigenlijk ben ik er best blij om dat de multiplayer en diplomatie is weggelaten. Je zou denken dat het een open plek achterlaat, dat zal het misschien doen voor fans die dat onderdeel graag speelden. Maar een beetje zoals de Battlemode in Mario Kart 8 (gekke vergelijking, ik weet het), zorgt de verfijning van de hoofdmodus met gestroomlijnde kerngameplay ervoor dat die ‘meh’ extra’s (of het ontbreken ervan) niet meer opvallen. Ik hoef mijn prachtig opgebouwde steden niet onder vuur van nucleaire raketten te zien. En het worstelen met AI-tegenstanders had in de vorige game toch niet de diepgang van een militaire (4X) strategiegame. Ik kan de extra focus op een unieke singleplayer-ervaring wel waarderen en bovendien wordt het gebrek aan multiplayer makkelijk gecompenseerd door alle vernieuwingen.
De bouwgebieden zijn namelijk gigantisch, de nieuwe menu’s oogstrelend en lekker overzichtelijk, het stedenbouwen is toegankelijk doch diepgaand en het is verslavend om in de schilderachtige steden rond te klooien. De wolken en details op straatniveau zijn niet altijd perfect, maar is vergeeflijk gezien de schaal en de levendigheid van de steden. Ook schitteren de graphics echt in de algehele visuele stijl. De gebouwenontwerpen hebben een uitstekende balans tussen herkenbaar en futuristisch en alles is veel kleurrijker dan het grauwe Anno 2070. Tevens zijn de details in de productiefaciliteiten verwonderlijk: terrasbergjes met wijn, spinachtige mechanische gevaartes die erts verwerken en fabrieken die op de lopende band energie, pakketjes en robots produceren. Met een mooie orkestrale soundtrack is het audiovisuele totaalplaatje, net als de kerngameplay, prachtig uitgebalanceerd.
Replay
Als je een beetje doorspeelt op de normale moeilijkheidsgraad, heb je in een uurtje of 10-15 alle gebieden en gebouwen vrijgespeeld. Toch zit het wel snor met de replaywaarde, want nadat je dit bereikt hebt kan je proberen om de andere corporaties uit te kopen. Dan verdriedubbelt je speelgebied en kan je daar weer beginnen met steden opbouwen door middel van je vers opgedane kennis. Ook kan je allerlei speciale monumenten bouwen of de game herspelen op een hogere moeilijkheidsgraad (waarbij je alles verliest als je blut raakt). Uiteindelijk is dit geen game die je doorbeunt om bij de credits te komen. Je wilt juist lekker veel sleutelen aan de steden tot ze helemaal af zijn, wat nog veel leuker wordt dankzij alle wisselwerking. Kleine kritiekpuntjes die ik nog even moet noemen zijn een framerateprobleem in de maangebieden, minimale glitches (zoals grondstofnamen die niet kloppen) en het feit dat de inwoners die tegen je praten ontzettend vaak dezelfde zinnetjes herhalen. Dit zijn echter gevalletjes van mierenneuken en patchbare minpuntjes waar ik het misschien juist over heb, omdat de rest van de game zo prettig wegspeelt.
Op naar Mars?
Het is best een gewaagde stap geweest om niet terug te keren naar het koloniale verleden en wederom alles in te zetten op toekomstige geschiedenis. Om daarnaast de gameplay in elk aspect aan te passen en multiplayer in zijn geheel weg te laten, maakt dit Anno 2205 tot een risicovol project.
Wat mij betreft is het helemaal gelukt. Of het nu gaat om kleine gameplayelementen, de graphics, menu’s of verdwenen opties, Anno 2205 is er alleen maar beter van geworden. Deze gepolijste kolonisatiegame biedt zo’n natuurlijke progressie en allesomvattende singleplayer, dat ik de weggelaten opties totaal niet mis. Stiekem kwam bij mij ook de gedachte op dat het een soort anti-SimCity is geworden: verbonden steden zonder geforceerde multiplayer, gigantische gebieden in plaats van beperkte bouwputjes en altijd iets om te doen. Ubisoft Blue Byte heeft nagedacht over wat echt belangrijk is voor de kern van de game en deze in bijna elk opzicht verbeterd. Dankzij SimCity: Cities of Tomorrow en Civilisation: Beyond Earth is het misschien niet een pionier qua thema, maar zeker wel in de uitvoering ervan. Anno 2205 is namelijk niet een nieuw likje verf of een opgepompte mod, maar een unieke en vernieuwende stedenbouwgame die een eigen weg inslaat en de eerste stappen naar ruimtekolonisatie zich helemaal eigen maakt. Ik bereid me alvast mentaal voor op het koloniseren van Mars.
Deze review is geschreven door Martijn hamerling.
Oordeel Anno 2205 (PC)
- Graphics 90
- Gameplay 95
- Originality 95
- Sound 85
- Replay 85
- Eindcijfer 90