Werelden kruisen elkaar
De ‘Cross’ uit de titel verwijst naar twee werelden die vervlecht raken, met Serge als het onwaarschijnlijke middelpunt. We beginnen zijn avontuur in het vredige vissersdorpje Arni, waar alle bewoners een goed bestaan hebben en de ruimte om het leven te overdenken. Zijn vriendinnetje Leena vraagt zich af hoe hun leven er over tien jaar uitziet. Zijn zij dan nog samen? Kort nadat Serge op wat beestjes heeft gejaagd om materialen voor een ketting te verzamelen, wordt hij naar een andere wereld getransporteerd. Een wereld waar alles hetzelfde is…en toch anders. Waar het verleden een andere wending genomen heeft met directe invloed op Serge’s bestaan. Waardoor Serge een buitenstaander is die een unieke rol te vervullen heeft.
Er wacht je een kleurrijke en fantasievolle wereld in Chrono Cross
Ruim 20 jaar later
Grappig dat juist CC zo nadrukkelijk stilstaat bij het verleden en de toekomst; wat kon zijn en wat er komen gaat. Want ik weet nog goed hoe ik deze game importeerde voor 165 gulden, betaald van mijn zuurverdiende vakantiebaancentjes bij de C1000 achter de kassa. CT was mijn meest gespeelde game ooit, op Final Fantasy IV na misschien. Xenogears en Final Fantasy VIII hadden me al verwend met prachtige settings en vooral die eerste met een etherisch verhaal. De lat voor JRPG’s lag dus hoog in die tijd. Chrono Cross moest aan torenhoge verwachtingen voldoen.
Maar CC is een ander beestje dan die gebruikelijke RPG’s. Het verhaal wordt je niet op een presenteerblaadje aangeboden, er zijn tal van karakters te rekruteren en technisch kan de PS1 het allemaal nog maar net aan. De vele karakters hebben vaak aandoenlijke achtergrondverhalen, maar missen doorgaans diepgang. En in de gevechten is iedereen nagenoeg inwisselbaar. Al is wisselen van vechtmaatjes ook weer een heel gedoe, omdat je de uitrusting niet zo gemakkelijk kan overplaatsen. Het zorgt ervoor dat je meestal maar gewoon met hetzelfde clubje blijft spelen.
Al met al wist CC me niet zo te grijpen als eerdere RPG’s van Squaresoft en na één keertje uitspelen verdween de game achterin de kast. Ik ben vast niet de enige waar het zo gelopen is. Vooral voor hen is deze remaster gemaakt denk ik. Mensen die aan CC terugdenken en zich afvragen of ze deze game niet nog een kans moeten geven. Want wat al snel duidelijk wordt als je deze nieuwe editie opstart, is dat de ontwikkelaars met een flinterdun budget hebben moeten werken. Daarvan is een groot deel vast gegaan naar de vertalingen die zijn gemaakt nu CC voor het eerst ook in Europa is uitgegeven.
Zowel in steden als in kerkers vertragen de beelden
Gebrekkige remaster
Hoe ik tot die conclusie kom? Door de werkelijk VRESELIJKE vertraging die op bijna ieder moment zorgt voor een slechte game-ervaring. Als er één ding is dat we mogen verwachten van een remaster van een meer dan 20 jaar oude game, is het dat alles soepel loopt. Maar CC loopt zelfs sléchter dan het origineel. Regelmatig zit je te kijken naar een diashow van zo’n 10 beeldjes per seconde waarbij je input niet wordt geregistreerd. In de gevechten met name als er magie wordt gebruikt, maar ook als je gewoon door een stad of kerker loopt en er te veel 3D-modellen tegelijk op het scherm zijn. Terwijl steeds meer grafisch intensieve games op de PS5 of Xbox Series X 60 of soms zelfs 120 beeldjes per seconde ondersteunen, komt CC langs met een dikke middelvinger. En dat ligt niet aan de Nintendo Switch; op de andere consoles en PC loopt de game net zo slecht.
Op de PC zijn er inmiddels alweer patches verschenen van technisch onderlegde fans die de speelervaring verbeteren. Zij krijgen in een week blijkbaar voor elkaar wat een heel team bij Square-Enix niet lukt. Maar op de Switch ben je van de consoleversies zelfs in het voordeel. Want als je CC speelt in de ‘Classic’ modus – zonder bijgewerkte achtergronden en nieuwe karaktermodellen – presteert de game ongeveer zoals op de PS1, wat dus een soepelere spelervaring oplevert. Dit komt het beste uit op het handheldscherm. Want hierop zijn de lage resolutie-achtergronden nog best te pruimen, terwijl je op een groot scherm smeekt om een CRT-filter. Overigens zijn er voor alle personages nieuwe portretjes gemaakt die te zien zijn als ze spreken en in het menu. Deze passen helemaal in de sfeer en zien er mooi scherp uit. In tegenstelling tot de bijgewerkte achtergronden, die niet altijd even goed gelukt zijn. Ook hier had meer aandacht aan besteed mogen worden.
De bijgewerkte 3D-modellen zien er over het algemeen erg goed uit.
Helaas kun je beter in de ‘classic’ modus spelen, waarin ze niet zijn bijgewerkt.
Wat is er wél goed gegaan?
De oudere console RPG’s waren dol op random battles. En al zijn de vijanden in CC zichtbaar, ze zijn lang niet altijd te ontwijken. Nu gelukkig wel! Daarnaast zijn er een fast-forward modus toegevoegd (En slow-motion, maar waar zou je die voor gebruiken?) en een auto-battle. Voor wie geen zin heeft in het gevechtssysteem te duiken, is er ook een battle boost. Al met al komt dit de game echt ten goede en zorgt het voor een soepele ervaring waarin je niet constant wordt onderbroken door gevechten (inclusief het al héél snel irriterende muziekje).
Over muziek gesproken: het standaard battle theme is zo’n beetje het enige dieptepunt in het muzikale repertoire. CC is namelijk in het bezit van een van de beste soundtracks uit het PS1-tijdperk. Bekende RPG-componist Yasunori Mitsuda heeft hier fantastisch werk afgeleverd. In de game zelf is de muziek wat opgeschoond en in het hoofdmenu zijn zeven nieuwe arrangementen opgenomen. In dit hoofdmenu kun je naast CC ook kiezen voor het nooit buiten Japan uitgegeven tekstavontuur Radical Dreamers - Le trésor interdit. Een mooie toevoeging die je een uurtje of 3 à 4 zoet houdt en een aanvulling/alternatieve vertelling is van CC. Ondanks het minimalistische karakter heb ik me hier goed mee vermaakt en deed het me CC ook meer waarderen.
Grafisch stelt het weinig voor, maar toch weet het Radical Dreamers tekstavontuur te boeien.
Want er ís ook een hoop te waarderen in CC. Vooral de ambitieuze wereld met een overvloed aan fantasievolle locaties en personages. Een verhaal dat je aan het denken zet en een vechtsysteem dat heel gemakkelijk op te pakken is, maar vooral later in het spel toch ook echt strategisch wordt. Dit heeft te maken met het elementsysteem: zes verschillende kleuren waar magie en vaardigheden onder vallen. Iedereen heeft een eigen innerlijk element: dit geeft elementen van dezelfde kleur meer kracht en maakt je kwetsbaar voor tegengestelde elementen. Als je elementen van een bepaalde kleur gebruikt, verandert ook de kleur van het veld waar je in speelt. Heb je drie keer op rij eenzelfde kleur gebruikt, dan is het veld helemaal in die kleur veranderd. Je kan dan krachtige summons gebruiken en je vijand (ervan uitgaande dat deze van de tegenovergestelde kleur is) is sterk in het nadeel. Om zo’n veld op te bouwen moet je eerst strategisch omgaan met je aanvallen (licht, middelmatig en hard) waardoor je elementkracht opbouwt, maar uithoudingsvermogen verbruikt. Genoeg dus om je mee bezig te houden, vooral als je de game voor het eerst oppakt.
De term remaster onwaardig
Hoewel deze remaster een enorme misser is op remastergebied, ben ik werkelijk blij dat CC weer voor een breed publiek speelbaar is. Of het brede publiek daar ook blij mee is, is echter de vraag. Ik heb CC deze keer meer gewaardeerd dan mijn jongere versie dat deed. En na het uitspelen deze keer, wil ik nog eens terug om alle andere mogelijke eindes te bekijken. Tegelijk hebben we te maken met een game die duidelijk uit een ander tijdperk komt, waarbij er niet genoeg gedaan is om het helemaal naar de huidige generatie te halen. Zonde, want onder die technische problemen schuilt een game die relevante vraagstukken aanhaalt en met liefde gemaakt is. Toch is Chrono Cross Remastered: The Radical Dreamers Edition de term remaster meer dan onwaardig. Zelfs met een relatief vriendelijk prijskaartje, heeft de uiteindelijke score daar flink onder te lijden.