Toen Dragon Ball Z: Kakarot uitkwam, werd het spel door veel liefhebbers van de manga en anime op waarde geschat. De meeste gamers waren het er over eens dat het wellicht geen absolute topper betrof, maar dat het desalniettemin een vermakelijk spel was dat bovendien trouw bleef aan het bronmateriaal. Onze eigen Gerard gaf het spel dan ook vier budgies. Voor een uitgebreide en inhoudelijke beschrijving van Dragon Ball Z: Kakarot verwijs ik je graag door naar onze recensie van het origineel. Deze recensie zal zich richten op de geslaagdheid van de Switch-port en de nieuwigheden die zijn toegevoegd.
Om het maar meteen weg te geven: deze port is uitstekend geslaagd. Regelmatig zijn Switch-versies een wat wazige, trage variant van hun grote console-broers, maar dat is hier absoluut niet het geval. Geen rare 360-480p-praktijken in handheld-modus; de game houdt ook draagbaar zich altijd vast aan de maximale resolutie van het scherm (720p). Ook docked zijn er geen pixel-gerelateerde klachten, aangezien het spel hier ook gewoon een 1080p-resolutie uitzendt. Uiteraard heeft de zwakkere hardware van de Switch ervoor gezorgd dat bepaalde concessies gemaakt moesten worden. Zo is in de open wereld van het spel makkelijk op te merken dat de textures vaak wel érg primitief zijn en ook is de wereld misschien net iets minder rijkgevuld dan op andere consoles. Belangrijker dan dat is echter dat de kwaliteit van de karaktermodellen nauwelijks te onderscheiden is van die van de console-tegenhangers. Dat is een verstandige keuze van de ontwikkelaars, want hierdoor blijft het geslaagde anime-uiterlijk perfect behouden.
Oké, esthetisch gezien weinig op te merken dus. Draait het spel dan als Crysis op een Intel Pentium III? Ook dat valt, ietwat verrassend, reuze mee. Het spel mikt op 30fps – net zoals de andere console-versies dat doen – en behaalt dat het grootste deel van de tijd ook. Natuurlijk zijn er zo nu en dan wat haperingen en vertragingen, maar deze treden relatief weinig op in de gevechten wanneer het er toe doet. Dips in de framerate zijn vooral goed te merken wanneer karakters met een rotvaart door de open wereld vliegen, maar ook dan is het niet zo dramatisch als bij een spel als Age of Calamity.
Switch-eigenaren missen qua audiovisuele ervaring dus niet veel als ze voor deze versie gaan, maar biedt deze port ook nog wat nieuws? Ja, maar niet veel. De eerste twee DLC van Kakarot zijn inbegrepen, te weten: A New Power Awakens – Part 1 en Part 2. Deze inclusie is op zich aardig, maar fans waren nogal verdeeld over deze DLC die weinig substantieels toevoegt aan de gameplay en het verhaal van Kakarot. Het zijn vooral erg korte episodes die elk in ongeveer twee uur wel door te spelen zijn. Vreemder is het feit dat de in juni 2021 uitgekomen The Warrior of Hope-uitbreiding niet inbegrepen is. Deze DLC werd een stuk positiever ontvangen door spelers en heeft ook wat meer vlees op de botten. De motivatie achter deze keuze laat zich gemakkelijk raden, deze DLC was namelijk al op dag één aan te schaffen in de e-shop. Het is een onnodige smet op een mooie port.
Dragon Ball Z: Kakarot komt wat mij betreft het beste tot zijn recht op de Switch. Kenners zullen zich herinneren dat de game niet vies is van fetch quests en andere optionele activiteiten die niet bepaald enerverend zijn. Toch zijn deze activiteiten wel aan te raden omdat je zo allerlei bonussen kan ontgrendelen en karakters krachtiger kan maken. Dit soort ietwat hersenloze content laat zich graag spelen in handheld, waarbij je dan niet je volledige aandacht op het spel hoeft te richten. Wanneer het dan weer tijd is voor een volwaardige episode, knal je de Switch even in het dock en ga je eens goed zitten voor de meer onderhoudende secties van de game. Al met al is Dragon Ball Z: Kakarot een van de meest geslaagde ports op de Switch geworden die gerust aangeraden kan worden aan fans van de serie.