Vele gamejaren geleden (in 2006) speelde ik een PC game genaamd Prey, een prima scifi-shooter waarbij goede gameplay en graphics destijds opvielen bij gamers en critici. Het resulteerde in meer dan een miljoen verkochte exemplaren, en de aankondiging dat er aan Prey 2 gewerkt werd kon dan ook niet uitblijven. Nu denk je wellicht: “aha dus dit is eigenlijk Prey 2?” Niets is minder waar, want de soap rondom Prey 2 kenmerkte zich door uitstel, uitstel en uiteindelijk het onvermijdelijke afstel drie jaar geleden. Tot Arkane studios aan een game ging werken die behalve het thema – opgejaagd worden door Aliens – nog een grote overeenkomst heeft: de naam Prey.
Leentjebuur?
Wat dat betreft is daar de vergelijking met het origineel wel klaar, want Arkane ziet Prey als een spiritueel vervolg op System Shock, die op zijn beurt weer de basis vormde voor grote games als Deus Ex en Bioshock. En die “invloeden” zijn duidelijk te bemerken in Prey, want de stijl van het level design, de sfeer, het kleurgebruik en de gedachte dat in beide games de “groten” der aarde er op een relatief kleine plaats een zootje van maken schurken duidelijk tegen de benen van Bioshock.
Mijn eerste gevoel was dan ook niet noemenswaardig positief. Het leek immers wel behoorlijk veel op Bioshock en het begin is alles behalve overtuigend interessant. In Prey kruip je in de huid van Morgan Yu die, net als zijn broer Alex, uitgenodigd is om in een onderzoeksteam te werken op het ruimtestation Talos-1 in het jaar 2032. Fluitend ontwaak je om je aan een aantal onderzoekjes te wagen en lijkt er nog weinig aan de hand. Een cliché zou een cliché niet zijn wanneer alles – heel cliché ahum – plotseling ontzettend misgaat en de pleuris volledig uitbreekt. Wat volgt zijn een aantal voorspelbare plot twists, die resulteren in de weg naar het thema: Prey. Je wordt namelijk al snel opgejaagd door het buitenaardse ras genaamd Typhon en bent in eerste instantie aangewezen op je moersleutel om menig kopje (grap voor de insiders) kleiner te maken.
Spannend én moeilijk
En dat is af en toe behoorlijk lastig, want de Mimics – wezens die zich in prullenbakken, koffiekopjes etc. kunnen vermommen – die je in het begin tegenkomt zijn als Usain Bolt met ADHD: megasnel en druk springend! Ik betrapte me er dan ook op af en toe te twijfelen om de game even een stukje op easy te zetten, aangezien normal echt al retemoeilijk is. En dat terwijl ik games als Bioshock graag een tandje hoger zet om de echte uitdaging op te zoeken. Soms zorgt deze moeilijkheidsgraad voor wat frustratie, maar Prey biedt je tegelijkertijd zoveel verschillende manieren om een schier onmogelijke situatie toch op te lossen dat je uiteindelijk altijd met een triomfantelijke glimlach de game weet te vervolgen.
Bovendien zorgt het voor vele spannende situaties waarin je adrenaline-niveau de top weet te bereiken. Oké, de besturing oogt af en toe wat (te) houterig voor een console game – op de PC zal dit met muis en toetsenbord ongetwijfeld soepeler verlopen – maar het draagt daarmee ook juist bij aan het gevoel dat je krijgt wanneer je door Talos-1 loopt. Het gigantische ruimtestation is niet gemaakt voor een enkel persoon, maar je moet het er nou eenmaal mee doen, dus hup, nog maar een keer die game laden. Misschien deze keer sluipen, een andere wapencombinatie of wellicht zag ik een alternatief over het hoofd? Bij Prey is lomp om je heen schieten zo goed als altijd een enkeltje einde wereld, terwijl goed nadenken, kijken, zoeken en tactisch spelen uiteindelijk hun vruchten zullen afwerpen.
In grootse ge-Talos-1
Zoals gezegd is het ruimtestation Talos-1 echt gigantisch en ziet het er zowel van binnen als van buiten fantastisch uit. Het is als een enorm doolhof dat je als kind betrad en waarin je af en toe verdwaalt, vele ontdekkingen doet, maar bovenal erg veel plezier hebt. Arkane Studios heeft daarvoor ook een gevoel van vrijheid gecreëerd die je niet vaak tegenkomt in een shooter. Er zijn namelijk vaak vele wegen om bij je doel te komen en je wordt maar mondjesmaat gestuurd in je tocht. Ondanks het enorme oppervlak is zo goed als alles met gevoel voor detail en creativiteit ontworpen, waarbij de verschillende vertrekken voortdurend om een andere aanpak vragen.
Hierbij kun je sluipend te werk gaan, heb je een redelijk uitgebreid arsenaal aan wapens tot je beschikking – waarbij de Gloo Cannon mijn persoonlijke favoriet blijft – en kun je door middel van zogenaamde Neuromods een hele skill tree vullen met lichamelijke verbeteringen. In het begin nog slechts op menselijk gebied, maar na het ontvangen van de Psychoscope kun je ook de verschillende Typhon scannen om zo hun vaardigheden over te kunnen nemen. Daarbij komt wel het vraagstuk kijken of je hiervoor een stukje menselijkheid wilt opgeven. Een stukje ethiek dus, die je overigens in meer missies zult tegenkomen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het item-craft-systeem middels de fabricator en recycler. Kortom, Prey heeft heel wat meer lagen dan gedacht.
Minder te Prey-zen
Ondanks dit lange orerende gedeelte, moet ik bekennen dat Prey ook echt wel wat steekjes laat vallen. Zo zijn de lange laadtijden tussen de verschillende delen van het station toch echt wat te lang, waardoor je soms uit de flow van de game wordt gehaald. Verder had de game, zoals ik eerder al noemde, misschien af en toe iets minder onvergeeflijk moeilijk mogen zijn. Ook al blijft het een punt waarover te twisten valt – ik deed het tenslotte al met mezelf – voelen sommige gevechten als een oneerlijke strijd. Net vol overgave een ruimte vol verschillende Typhon overwonnen? Je zult wel “out of ammo” zijn, dus laten we er nog zo’n kamer achteraan gooien! Ook het wat trage, niet bijzondere begin zou je in eerste instantie kunnen afschrikken. Bovendien kent het hoofdverhaal nog net wat te veel ups en downs om je gedurende de hele game mee te slepen. Kleine smetjes op een verder oh zo zijne game.
Waar voor je geld?
Prey laat zien dat het de naam van de oorspronkelijke game eer aandoet. Ook al kan de game af en toe behoorlijk lastig zijn (soms iets te) je vindt altijd wel een passende oplossing. Misschien toch sluipend langs de vijanden? Of met een andere combinatie van wapens aanvallen? Uiteindelijk sta je als overwinnaar over het buitenaards gespuis gebogen. Bovendien heeft de game een speelduur – vooral als je net als ik afgeleid wordt door heel wat submissies – waar je wel even zoet mee bent. Ik gok dat de gemiddelde gamer er zeker wel 20 spannende uurtjes in zal steken. Goed bestede uurtjes, want Prey wist mij maar zelden te vervelen. Ben jij wel te porren voor een scifi-shooter, houd je van games als Bioshock, Dishonored en Deus Ex en/of ben je na het lezen van mijn verhaal nieuwsgierig geworden? Dan is Prey zonder twijfel een “aanschaf-prooi” voor jou. Je zult er geen spijt van krijgen!
Oordeel Prey (PS4)
- Graphics 75
- Gameplay 85
- Originality 80
- Sound 85
- Replay 85
- Eindcijfer 82