Velvet is een moordlustige half-demon, omarmt kleerscheuren als kledingtrend en is een vrij complex en tegenstrijdig persoon. Ze is totaal niet een cliché vrolijke heldin uit een gemiddelde RPG, die eventjes de wereld komt redden. Ze is eerder een antiheld. Misschien een echte schurk, met goede bedoelingen. Ze doet namelijk meermaals verschrikkelijke dingen, waar je je toch ergens in kan vinden. Of ze wel of niet een held is, en waarom, maakt de zestiende Talesgame in de hoofdreeks bijzonder.
Ik zal je niet vervelen met een spoilerachtige samenvatting van het verhaal. Het enige wat je eigenlijk hoeft te weten, is dat het in de kern een simpel wraakverhaal is. Eentje vol haat, duistere rituelen en een nonchalante bende zonderlingen die allemaal ergens door geobsedeerd zijn. Als ze daarmee toevallig de wereld redden, dan prima. Toch wordt het meer dan een simpel wraakverhaal. Meer dan een gemiddelde game over een groepje piraten en buitenbeentjes. Het is echt een soort karakterstudie voor Velvet, haar haat en hoe het haar verandert. Iets dat voornamelijk tot zijn recht komt dankzij het overtuigende (Japanse) stemwerk. Zo heeft Velvet een nonchalant en onverschillig toontje, maar glipt er af en toe een gevoelige kant naar buiten met subtiel ingesproken stemwerk. Bovendien groeit zij enorm gedurende het verhaal en is zij een sterk, inleefbaar personage. De andere personages zijn ook allemaal goed geschreven en ondersteunen ze haar en het gestroomlijnde thema. Allemaal hebben ze een prima combinatie van karakterontwikkeling, humor, drama en een verband met het ijzersterke thema van ‘emotion vs reason’.
C-C-C-Combometertjes
Even belangrijk als het verhaal is het welbekende vlotte vechtsysteem. De vorige game in de serie, Tales of Zestiria, sleutelde wat met de real-timegevechten, Maar niet altijd ten goede. Zo maakte de combo/staminameter het moeilijk om te buttonbashen, maar ook om lange combo’s te maken. De overgang tussen de open wereld en de vechtarena zorgde daarnaast wel eens voor een stuiterende camera. Ten slotte was de transformatiegimmick, waarbij je twee personages via een soort omgekeerde mitose kon samenvoegen tot een supervechter, hartstikke tof maar was de gameplay niet altijd even verslavend. In Tales of Berseria is dat anders.
Het cameraprobleem is simpelweg verholpen doordat er weer een normale overgang is, tussen een level en de vechtarenaversie van dat level, zonder cameratrucjes. Voor die andere twee puntjes moet ik eventjes de nieuwe gimmick induiken. Elk personage heeft nu een eigen powerup of speciale aanvallen. Velvet heeft als hoofdpersoon natuurlijk de meest uitgebreide, namelijk een demonische linkerarm die je afhankelijk van de combometer kan activeren. Eenmaal geactiveerd kan je makkelijker gruwelijke aanvallen gebruiken om vijanden een enkeltje naar de hemel geven. Maar het doet ook iets essentieels met je health- en combometer.
Afranselmodus
Heel even mag je deze allebei negeren, en kan je vijanden echt afranselen, zonder sterfgevaar. Je healthmeter gaat niet lager dan een HP en krijgt in eerste instantie ook een flinke bonus. Het is dan ook Velvets manier om wonden te helen. Maar na een tijdje begint je HP rap te dalen, steeds harder naarmate je langer in deze modus blijft. Je healthmeter raakt verorberd door je eigen monsterarm voor je het doorhebt. Zit je eenmaal op 1 HP, dan ga je niet meteen dood, maar er wordt wel een laatste superaanval geforceerd waarna je terugkeert naar je normale zelf, die wel kan sterven. Met een lullige HP of hit point., Zo goed als dood dus als je tussen een dozijn monsters staat. Hierdoor is die demonische vechtarm zowel je beste vriend als vijand. Het kan je redding zijn wanneer je weinig HP en een lage combometer hebt, maar het is een riskante tactiek tegen een eindbaas, waarbij een lange combo en een paar flinke tegenaanvallen je hitpoints dalen van drieduizend naar een voordat je ‘rekt’ kan zeggen.
Er zijn nog veel, veel, veel meer powerups, vaardigheden en metertjes. Het is onmogelijk om deze allemaal samen te vatten en daardoor is Berseria ook wel schuldig aan het tutorialsyndroom; ze blijven je er de hele game mee lastig vallen. Maar er is nog een extra vaardigheid die ik moet uitleggen die de vechtstijl van de hele game verandert. Zeker als je met Velvet blijft spelen.
De combometer, waar je gewone aanvallen en supermodus van afhankelijk zijn, kan je namelijk niet alleen aanvullen door te verdedigen en geduldig te wachten, maar ook door ‘Souls’ te verzamelen. Dit doe je simpelweg door een enkele vijand uit te schakelen. Het toffe gevolg van deze simpele toevoeging is dit: zolang je iets of iemand doodt in je supermodus, kan je deze voortdurend heractiveren. Doe je het goed, dan kom je terecht in een soort oneindige cyclus waarbij je combometer niets meer betekent, je health voortdurend een fikse boost krijgt en je superaanvallen kan spammen. Je mag de combo’s zelf uitvogelen in de menu’s. Ik koos ervoor om voornamelijk vlotte salto’s en draaibewegingen op de vier knopjes in te stellen. Hierdoor veranderde mijn Velvet na verloop van tijd in een soort levende bloederige tornado die overal doorheen raasde. Maak je echter een miezerig foutje of onderschat je een vijand, dan verdwijnen je levensmeter, combometer en aanvalskracht sneller dan zakgeld tijdens een Steamsale.
Verslavende balans
In de eerste uurtjes is het wat wennen, maar zodra je dit principe een beetje doorkrijgt, wordt het matten met monsters best verslavend en zijn de gevechten beter dan voorheen. Buttonbashen is onmogelijk en aggressief spelen wordt beloond met heerlijke combo’s. Laat je een steekje vallen, dan wordt dat keihard afgestraft. Sowieso zit het wel snor met de algehele balans. Terwijl al die metertjes en vaardigheden vrij snel een complexe bende wordt, wat leuk is voor de RPG-veteranen onder ons, hoef je er niet per se in te duiken. Op een normale moeilijkheidsgraad volstaan de normale aanvallen, verdediging en de Velvet-maakt-alles-kapot-modus. Zelf speelde ik op ‘moderate’ en klooide ik wat rond met allerlei vaardigheden en ik werd best vrolijk van de opbouwende uitdaging.
Het begon aardig makkelijk, maar gevechten brachten langzaamaan steeds meer risico. Maar hiermee kwam dus ook die steeds sterker wordende supermodus en het werd nooit frustrerend lastig of juist te makkelijk. Bij de laatste tien eindbazen begon ik steeds vaker te sterven doordat een foutje direct afgestraft werd. Maar met wat vlotte aanpassingen lukt het de tweede of derde keer wel. Ben je echt een volleerd vechter dan zijn er ook nog optionele eindbazen die wel belachelijk lastig zijn. Zo is er een monster verstopt op een ijsberg die extreem veel schade doet, ontzettend weinig HP heeft, maar tegen elke soort aanval immuun lijkt, waardoor hij eerder een puzzel is dan een gewone vechtersbaas. De vechtgameplay geeft dus voldoening, is gebalanceerd en heeft best wat diepgang. Maar het dringt deze diepgang niet op. Je kunt het negeren of de moeilijkheidsgraad wat lager zetten. Wat je voorkeur ook is, je kunt urenlang vechten zonder dat het te eentonig wordt. Het wordt juist steeds toffer.
Pixelinconsistentie
Als het aankomt op verhaal en vechtwerk is Tales of Berseria een ouderwets goede JRPG. Een minder positief ouderwets puntje is de kwaliteit van de graphics. Deze zijn op zijn zachtst gezegd niet fantastisch en bijzonder wisselvallig. Zo bieden deze het ene moment prachtige vergezichten, maar even vaak zijn er hoekige en pixelige details die niet thuishoren op een PS4. De graphics floreren wel op het gebied van de tekenachtige personages. De gezichten en animaties zijn af en toe zelfs uitstekend te noemen. Gezien de sterke punten liggen in de personages, emoties en het verhaal, zijn de graphics dus prima waar ze echt belangrijk zijn. Toch leidt het soms af. Zo zit je soms te kijken naar een scene waarin iemands gezicht en vooral de ogen prachtig reageren op een dramatisch moment in een cutscene, maar kan je in de achtergrond elke pixel tellen. Alsof het tegeltjes in je badkamer zijn. Gelukkig worden de inconsistente graphics ook wat goedgemaakt door de vele skits – het zijn er meer dan vierhonderd – die allen vrij uitgebreid geanimeerd zijn en volledig ingesproken.
Neem de tijd voor een biecht
Je kan in ongeveer vijftig uur door het verhaal zoeven, of richting de zeventig/tachtig als je wat meer de tijd neemt. Het is zeker een aanrader om iedereen aan te spreken, skits te bekijken en sidequests te doen, want ze zijn zelden overbodig. Onschuldige voorbijgangers vertellen regelmatig iets dat belangrijk is voor het verhaal. Af en toe komen er ook ‘running jokes’ langs wanneer je mensen opnieuw aanspreekt. Praat vooral met alle priesters met een uitroepteken in kerkjes om hun lollige verontwaardiging te horen wanneer jouw bende criminelen alles opbiecht. Optionele content geeft tevens vaak toegang tot een nieuw kostuum, of een extra eindbaas doet je een superhandige vaardigheid cadeau die je echt niet wilt missen. Bovenal zitten er een paar essentiële karaktermomentjes overal verstopt. Neem dus je tijd en geniet van alle filosofische discussies, de vele lollige easter eggs en ongemakkelijke discussies in de kerk. Deze komen voornamelijk tot hun recht dankzij de mooi ingesproken Japanse stemmen, die wat mij betreft net even wat meer genuanceerde emotie en humor hebben en al het bijkomende leeswerk waard zijn.
Gemiste kansen
Overigens valt er nog wat te zeuren over kleine missertjes. Zo heeft je heldhaftige groepje een prachtig vaartuig tot hun beschikking, maar je mag er nooit mee varen. Gezien er in het verleden vaak een overworld, open wereld of iets dergelijks gebruikt is, had men heus iets leukers kunnen bedenken dan een wereldkaart met een bewegend schipicoontje. Tevens moet je regelmatig dungeons of locaties opnieuw bezoeken. Meestal wordt dit vrij creatief in het verhaal verwerkt en is het niet irritant, maar de omgevingen kunnen op een visueel vlak best wat meer variatie gebruiken. Verder is ‘Gald’ een vrij nutteloze virtuele valuta. Zo werd ik bijna miljonair en kon ik mijn spaargeld nergens kwijt. Misschien koop je wat levensitems voor je een eindbaas op zijn grote teen trapt, maar algemene spullen, wapens en kleding kom je overal en nergens gratis tegen. Cosmetische items kan je ook niet kopen met Gald. Je verzamelt zwevende bolletjes in dungeons en zoekt verborgen kisten met katten om deze vrij te spelen. Bovendien zal je zelden geld uitgeven aan een nachtje toeven in een ‘Inn’. Je healthmeter vult vanzelf wanneer je savet (gedeeltelijk), eten kookt, of doordat je teammaten losgaan met magie (die ook niet op kan). Dit zorgt weliswaar niet bepaald voor frustratie, maar het maakt dingen zoals Gald en een overnachting in een Inn bijna overbodig. Zelfs materiaal om je wapens mee te verbeteren – wat je voor de laatste paar eindbazen wel kan gebruiken– kan je niet kopen met gewoon geld. Je kan wel oude wapens afbreken. Of bij speciale shops muntjes ruilen voor die belangrijke materialen, die je verdient met minigames. Het is een beetje onnodig en een gemiste kans om Gald nuttig te maken.
Een van de betere Tales
Eigenlijk is Tales of Berseria een vrij ouderwetse JRPG. Alle foefjes, gimmicks en de open wereld uit het vorige deel zijn plots verdwenenI Is dat erg? Nee, want Tales of Berseria is sterk waar het telt. De personages zijn boeiend, de vechtgameplay woest en bovenal zijn het verhaal en het onderliggende thema's toppers binnen de gamereeks. Sommige Talesgames weten namelijk een leuke wereld op te bouwen, met vlotte gevechten, humor en kleurrijke personages, maar ze zijn niet allemaal even meeslepend qua verhaal. Berseria maakt daarin echt het onderscheid. Al is het in de basis een simpel wraakverhaal, komt het tot zijn recht dankzij inleefbare personages, hun bijzondere motivaties en de band die je met ze vormt. Er zijn genoeg minpuntjes die deze game ervan weerhouden om echt de beste van de serie te worden, en voornamelijk op visueel vlak moeten er strafpunten gegeven worden. Desalniettemin is deze JRPG een dikke aanrader. Niet vanwege gimmicks, fanservice of andere opsmuk. Maar vijftig tot honderd uur aan uitstekend schrijfwerk, acteerwerk en beukwerk. Tales of Berseria is een aanrader voor elke RPG-fan en gaat bij mij de gamekast in als een van de weinige die ik graag nog een keertje uitspeel.
Deze review is geschreven door Martijn Hamerling.
Oordeel Tales of Berseria (PS4)
- Graphics 75
- Gameplay 90
- Originality 80
- Sound 90
- Replay 90
- Eindcijfer 85