Ambitie is een mooi gegeven. Het kan zorgen voor de grootste en mooiste verwezenlijkingen. Ideeën worden omgetoverd naar een praktische vorm die je stoutste dromen overtreft. Er schuilt echter ook een gevaar in ambitie. Je wilt die verwezenlijkingen té mooi en té groot maken. De uitwerking van dat geweldige idee kan wel eens tegenvallen. In de game-industrie kom je wel vaker in contact met ambitieuze projecten. De Total War-serie van ontwikkelaar The Creative Assembly is daar een mooi voorbeeld van. Vooral de telg Total War: Rome zorgde voor menig gefronste wenkbrauw tien jaar geleden. Een strategiespel van ongeëvenaarde schaal, prachtige vormgeving en tactische gameplay. Ondertussen heeft de reeks naam gemaakt en hebben we al tel van opvolgers achter de kiezen. De laatste in het rijtje is Total War: Rome II.
Groot, groter, grootst
De beslissing om terug te grijpen naar Rome is een te begrijpen keuze. Zijn fameuze voorganger was immers ruimschoots de populairste Total War game. Menig gamer zit al jaren op een vervolg te wachten. Met alle ervaring die het team in de loop der tijd heeft vergaard moet dit de ultieme strategie game zijn. De wereldmap is reusachtig en de grootste ooit van een Total War spel. Je hebt een uitgebreide versie van Europa ter beschikking, van de vochtige, kille bossen op het Engelse grondgebied tot het zanderige Arabië. Je kunt je een beetje verloren voelen in deze immense wereld, maar tegelijkertijd is dit ook de kracht van het spel. Wat is er heerlijker dan van een nietig landje een heus rijk te maken? Door langzaam je gebied uit te breiden ontdek je steeds meer van je omgeving dat zich beetje bij beetje prijsgeeft, een heerlijk gevoel.
Die omgeving zit natuurlijk ook niet stil. Vroeg of laat wordt je geconfronteerd met een minder vriendelijk heerschap die je met plezier een kopje kleiner wil maken. De Total War-serie stond nooit bekend om zijn geniale A.I. en helaas is ook hier dit probleem aanwezig. Aangezien de wereld zodanig groot is, zal je keuzes moeten maken waar je je legers plaatst en welke steden je uitbreidt. Ook het feit dat legers traag in beweging komen en je dus best twee keer nadenkt vooraleer je deze richting vijandelijk gebied stuurt speelt een belangrijke rol. Als je door deze omstandigheden een groot deel van je gebied onbewaakt achter moet laten en je ziet de computer die kans keer op keer laten liggen, doet dit afbreuk aan de ervaring. Je wilt heus niet elke keer overrompeld worden, maar een gepaste brute aanval op tijd en stond moet gewoon (vaker) voorkomen. Passiviteit en wispelturigheid zijn troef bij die Romeinen.
Episch
Er zijn natuurlijk ook nog altijd die kenmerkende memorabele momenten. De tactische gevechten, toch wel het stokpaardje van de serie, zijn nog altijd episch. Tenminste als de A.I. geen kuren heeft. Er zijn al heel wat video’s opgedoken van rare ingevingen van de tegenstanders waarbij je je een breuk lacht. Gelukkig gebeurt dit slechts sporadisch en biedt het spel je meestal een leuk gevecht. Het ziet er in elk geval geweldig uit. De aankleding van je soldaten, de kleurrijke omgevingen, de details in de steden. Persoonlijk hoogtepunt vond ik altijd het moment net voordat twee legers elkaar treffen. Als je dan even pauzeert kun je de angst en agressie van je virtuele kompanen bijna voelen.De animaties hebben ook weer een upgrade gekregen waardoor je leger vloeiender beweegt dan ooit tevoren. Leuk hierbij is de nieuwe optie om je camera op het gezichtsveld van één van je soldaten te zetten. Vanuit de eerste rij ziet alles er namelijk nog eens zo spectaculairder uit.
Uiteraard gaan die mooie plaatjes niet beslissen of jij aan het langste eind trekt na een gevecht. Je zult keuzes moeten maken. Vanaf waar ga je de vijand aanvallen, kies je voor de frontale aanval of liever geniepig via de beschutting van een bos? De grootste vernieuwing hierbij is het realistische gezichtsveld. Hindernissen tussen jou en vijand kunnen ervoor zorgen dat je elkaar niet ziet. Je zult dus een groepje cavalerie eropuit moeten zenden om te weten te komen wie zich waar bevindt. Dit geldt uiteraard ook voor de tegenstander. Regelmatig zul je in de verte een paar scouts zien die je positie trachten te achterhalen. Dit nodigt uit tot veel experimenteren om de vijand in de val te lokken. Een dergelijke afleidingsmanoeuvre coördineren om vervolgens genadeloos toe te slaan behoort ook zeker tot de meer voldoening gevende tactieken van het spel.
Politieke spelletjes
Diegenen die de strijd liever op een meer diplomatische manier oplossen, kunnen zich ook tot de politiek begeven. Ik moet echter tot de conclusie komen dat dit luik tot één van de minder uitgewerkte aspecten van het spel behoort. Je moet aan elk leger iemand toewijzen van je eigen huis. Kan interessant zijn, maar het doet er eigenlijk niet zo veel toe. Zo kun je ook generaals adopteren in je familie en zijn de moord en trouwopties weer van de partij. Het klinkt allemaal best aardig, maar het kon zich zelden tot een toegevoegde waarde profileren. Een betere toevoeging is dat je nu weet waarom een of andere factie je de oorlog heeft verklaart, toch altijd handig om te weten. Omgekeerd geldt ook dat, wanneer een factie jou overstelpt met lofbetuigingen, netjes aangeven wordt waarom dat zo is.
Wie eens echt wil zien of hij de nieuwe Caesar is kan zich toeleggen op de multiplayer. Standaard kun je daar gewoon een potje vechten met een willekeurig leger. Een coöperatieve campagne behoort ook tot de opties. Helaas zit er geen mogelijkheid in om een vorm van de campagne tegen elkaar te spelen. Wellicht dat de lange tijd van een speelbeurt in het turn-based gedeelte hier parten speelt. Je zult het dus voornamelijk met gewone gevechten moeten doen. Gelukkig zijn deze goed uitgewerkt. Je kunt verschillende historische veldslagen naspelen of gewoon een terrein kiezen met zelfgekozen instellingen. Niets dat je echt van je sokken zal blazen, maar gewoon een oerdegelijke multiplayer die een mooie aanvulling is op de campagne.
Conclusie
In de intro had ik het al over ambitie, en de valkuilen ervan. Total War heeft het altijd al groots gezien en dit leidt meestal tot prima games. Ook Rome II is hierin geslaagd, al mocht het wat mij betreft net iets meer zijn als opvolger van het mythische Rome. De ontzettend grote map, prima graphics en oerdegelijke gameplay staan echter als een huis en de multiplayer zal de fans ongetwijfeld tevreden stellen en urenlang plezieren. Al mochten die Romeinen na tien jaar wel een tikkeltje slimmer geworden zijn.
Deze review is geschreven door Jenthe Pondt
Oordeel Total War: Rome II (PC)
- Graphics 85
- Gameplay 90
- Originality 75
- Sound 80
- Replay 90
- Eindcijfer 85