Vogel het zelf maar uit
Het is het beste om er zo ‘blanco’ mogelijk in te gaan. Regisseur Ueda gooit je vanuit de minimalistische menu’s dan ook direct zonder context midden in het verhaal. Behalve een paar knopjes-schema’s moet je vrijwel alles zelf afleiden. Waar je bent, hoe je er wegkomt en natuurlijk dat vreemde beest. Je maakt al snel op indrukwekkende wijze kennis met Trico. Een soort verboden liefdeskind van een Hippogrief (Harry Potter) en Falcor (Neverending Story), die onnatuurlijk fonkelende oogjes heeft, alsof hij een paar zaklampen heeft ingeslikt.
De opening van de game weet al snel een bijzondere ervaring neer te zetten, door geleidelijk Trico, puzzelelementen en de bikkelharde wereld te introduceren. Het is een pittoreske mengelmoes die zowel in gameplay als sfeer zijn ouders vindt in Ico en Shadow of the Colossus. In feite is het spel namelijk één lange escortmissie, waarbij je op reis gaat met een gehoornd personage en voortdurend klimt op immense structuren en imponerende wezens. Gevuld met veel grijze en groene tonen, aangevuld met toffe lichteffecten. Hoe mooi het stijltje ook is, je zit stiekem te wachten op dat Lassie-moment, die emotionele manipulatie die er vast en zeker aankomt.
Janken voor de buis
Heb je er eenmaal een uur of tien in zitten, dan kan je toch niet meer ontsnappen aan de ‘feels’. Puzzels hebben een mooi achterliggend thema en spelen slim in op je gevoelens. In het begin is het allemaal nog een speels avontuur, waar je na een bombastische actiescène af en toe een rustmoment krijgt, zoals het zoeken van eten voor Trico. Naarmate de game vordert en je meer gehecht raakt aan Trico, worden de puzzels onheilspellender. Zo word je wat nerveus als je lang alleen moet puzzelen of Trico kwijtraakt. Of moet je ontsnappen uit een bekrompen ruimte en begint het te dagen dat de ruimte rondom Trico steeds kleiner en kleiner wordt, totdat je hem misschien moet achterlaten. Deze puzzels spelen met jouw vermoedens over het einde van dit sprookje en doen dat maar al te goed.
Levensechte vogelhond
Een meesterlijke game maakt optimaal gebruik van het medium en vertelt een verhaal zoals geen film of boek dat kan. The Last Guardian excelleert hier doordat Trico echt overkomt als een levend dier welke doet wat hij zelf wil: knagen aan kettingen, je vaag aanstaren en rondspringen op stenen zuilen die veel te krakkemikkig zijn. Hij begint te janken als je uit zicht bent en wanneer hij gewond of bang is – nadat hij bijvoorbeeld een vijand voor je heeft uitgeschakeld – en moet je hem kalmeren door op hem te klauteren en hem te aaien. Het voelt bovendien alsof je echt samen met het AI-personage aan het puzzelen bent, zo draagt Trico soms zelf een oplossing aan of brengt hij je spontaan naar een volgende plek. Al deze elementen zorgen ervoor dat je een bijzondere band opbouwt met Trico, terwijl hij door de wereld vliegt, springt en zwemt en jij wanhopig vasthoudt aan z’n schattige hoorntjes. Het verhaal is gelukkig niet al te voorspelbaar, wel vrij simpel. Het is echter de persoonlijke band die je opbouwt met Trico, die ervoor zorgt dat het einde veel meer impact heeft dan je misschien zou verwachten of mogelijk zou zijn in een ander medium.
In zekere zin is het een bitterzoete ervaring, vergelijkbaar met The Last of Us. Dan is The Last Guardian wel kunstzinniger, met schilderachtige locaties die een heel ander sfeertje oproepen dan de gemiddelde emotionerende game. Ook is de vertelwijze veel minimalistischer. Dit past uitstekend bij Trico als metgezel, die alleen met je kan communiceren via lichaamstaal en geluiden (die schattig zijn of door merg en been gaan). De animaties en het sound design zijn in deze game daardoor extra belangrijk en tevens erg indrukwekkend. Je kan merken aan Trico’s subtiel bewegende oren, vleugeltjes en ogen wat hij wil doen. De geluiden van flapperende veertjes, wapperende kleedjes en soms een subtiele hartslag, maken de ervaring ook een genot om naar te luisteren. Speel The Last Guardian op de grootste speakers die je kan vinden en met de volumeknop op 11/10. Geluid is een onderdeel dat vaak onderschat wordt, maar een enorm aandeel heeft in het creëren van emotionele impact: hier wordt het ten volle benut.
Uw framerate kan variëren
De graphics daarentegen zijn een domper. Soms dan. De framerate is namelijk zeer willekeurig. De game heeft niet voortdurend een hikkende framerate, maar schiet alle kanten op tijdens de vreemdste momenten. Zo heb ik meegemaakt dat de framerate prima was tijdens een epische scène met ongelooflijke vergezichten. Maar ook dat Trico in een klein kamertje rondbanjert en het aantal frames ineens instort. Of het nu veeleisende achtergrondprogramma’s zijn of problematisch programmeerwerk uit het PS3-tijdperk, Team Ico mag het weten. Gelukkig draait het merendeel van de game op om en nabij de 30FPS en zorgt de rustige gameplay ervoor dat het niet al te vervelend is. Je zal zelden een sprong missen of iets niet raken omdat de framerate te laag is. Toch merkte ik een enkele keer tijdens het klimmen dat er sprake was van een ‘slideshow’, oftwel zo’n 5FPS, wat toch moeilijk te verdedigen is. Wel moet ik erbij zeggen dat dit probleem één gameleven later verholpen was en draaide datzelfde stukje weer prima toen het herlaadde.
Andere heikele punten zijn de camera en het feit dat Trico soms ongehoorzamer is dan een hond in een hotdogfabriek. De eerstgenoemde is af en toe vervelend. Er zijn meerdere momenten waarop Trico in een relatief minuscuul torentje moet klimmen of een krappe mijnschacht. Terwijl het een heerlijk ongemakkelijk gevoel oproept, is het zowat onmogelijk om de camera in zo’n krappe ruimte met een rondspringende vogelhond goed te framen. Sowieso past Trico maar net op je beeldbuis, zelfs onder ideale omstandigheden. Wanneer de camera de boel dan kwijtraakt reset deze zich automatisch en kan dat af en toe best desoriënterend zijn.
Trico’s wispelturigheid is maar gedeeltelijk een probleem. Wanneer je onnodig lang met een puzzel bezig bent omdat Trico de toverhond weigert te luisteren, ligt dat vaker aan de controls dan aan de AI. Er is namelijk meestal een reden waarom Trico is afgeleid, vaak is het een merkwaardig object dat zijn aandacht trekt of is zijn gedrag stiekem een hint. Het probleem met de controls is dat je met je linkerpookje kan richten waar je Trico heen wilt hebben. Er wordt echter nooit goed uitgelegd hoe je het moet aanpakken als je niet naar links of rechts wilt, maar naar boven of beneden. Moet je dan ook richten met de camera op het doel voor zulke driedimensionale bewegingen? Hoe dan ook weet je niet of Trico weigert te springen omdat het niet kan, of omdat je de controls niet goed gebruikt. Een ander irrititatiepuntje is dat de controls die wél goed worden uitgelegd, vaak herhaald worden in een klein venstertje, wat een beetje afbreuk doet aan de verder HUD-loze spelwereld.
Ouderwets genieten
Dan is er nog een belangrijk punt dat wat ingewikkelder ligt. Een punt waardoor de game voor de ene gamer een zeventje zal zijn en voor de ander een dikke negen. Sommige mensen zullen zich namelijk irriteren wanneer ze naar een richeltje springen, en vervolgens naar beneden donderen omdat het achteraf gezien niet beklimbaar is. Zij zullen gefrustreerd raken wanneer Trico niet reageert of zodra je op zoek moet gaan naar een zoveelste hendeltje om een hek te openen. Het is zeker een ouderwets beestje van een game, maar dat is niet per se een minpunt. Het is tenslotte geen speedrungame, maar een kunstige puzzelgame. Niet elk modern spel hoeft gemarkeerde klimobjecten te hebben, zodat je à la Mirror’s Edge overal doorheen kan sjezen. Wat dat betreft is The Last Guardian zeg maar Assassin’s Creed 1 en niet AC 2. De gameplay is op vergelijkbare wijze een beetje ruw, de sfeer superieur en de game zal zo min mogelijk proberen je handje vast te houden.
Het neigt ook meer naar een puzzelgame dan een platformer. De game zal je dus regelmatig expres tegen een muur laten lopen, waardoor je er al snel een tijdje zoet mee bent. Wanneer je als reviewer of ongeduldige gamer vlot The Last Guardian probeert uit te spelen, ga je er niet van genieten. Het is zeker mogelijk om na tien uur de credits te zien, maar probeer er echt vijftien of meer van te maken en luister naar het advies van gameregisseur Fumito Ueda: geniet van het uitzicht wanneer het kan! Doe je dat en speel je het op een wat mediterend tempo, dan merk je op dat Trico gaat spelen met een hek dat dicht zit, dat hij opeens z’n staart ergens doorheen laat vallen of dat hij je plotseling te hulp schiet. The Last Guardian is zo´n game die verwacht dat je een bepaalde houding aanneemt, dat je er ook echt de tijd voor neemt. Dan worden de hachelijke ervaringen die je deelt met Trico en dat frustrerende puzzelgevoel echt wel beloond.
The Last Guardian is een schitterend avontuur en het lange wachten waard. Maar helaas is het niet voor iedereen; hecht dan ook niet te veel waarde aan een cijfer. Het is werkelijk geweldig om je gigantische huisdier te leren kennen en samen een sprookjesachtige wereld te verkennen. Je moet een klein beetje dood zijn van binnen, willen de laatste paar uurtjes je geen brok in de keel geven. Ikzelf moest het wel eventjes verwerken nadat de credits voorbij waren (die je overigens echt wel wilt afkijken). Maar niet iedereen zal de eigenzinnige Trico, de vage controls en onvergeeflijke gameplay waarderen. Sommige mensen zullen de imperfecties zien als gevolg van een lange geschiedenis van productieproblemen. Zelf denk ik eerder dat The Last Guardian een passieproject is, dat eigenlijk alleen bedoeld is voor een nichepubliek. Wil je namelijk een lekker wegspelende achtbaanrit, dan zit je hier echt verkeerd. Houd je echter van games die inlevingsvermogen vergen, vind je dat frustratie soms onderdeel is van een verzadigende puzzel en houd je van katten die schijt hebben aan de regels? Dan is The Last Guardian een game van een zeldzame soort, een unieke ervaring die je tegenwoordig zelden ziet en die een flinke indruk zal achterlaten. Als je er een hart voor hebt.
Deze review is geschreven door Martijn Hamerling.
Oordeel The Last Guardian (PS4)
- Graphics 85
- Gameplay 80
- Originality 90
- Sound 100
- Replay 70
- Eindcijfer 85