Breath of the Wild bracht grote veranderingen voor de fans van de Zelda-titels. Zo was er de enorme open wereld waar je grotendeels zelf je weg kon bepalen. Maar ook een stamina-meter die je langzaam kon verbeteren om zo gaandeweg de wereld te beter te kunnen verkennen, werd overgenomen uit Skyward Sword. Of wat te denken van een uitgebreid voedselsysteem wat je tijdelijke perks kon geven? Hoewel de game mij absoluut enorm wist te vermaken met de vele Shrines die ik allemaal wist te voltooien en de DLC ‘Ballad of the Champions’ die ik tot een goed einde wist te brengen, was Breath of the Wild voor mij persoonlijk niet een perfecte game. Zo vond ik het vervelend hoe snel mijn wapens kapotgingen, waren de Shrines eentonig qua vormgeving en voelde de wereld vaak leeg aan. Maar nu is er Tears of the Kingdom; een direct vervolg op Breath of the Wild. Weet de game mijn lichte irritaties van Breath of the Wild weg te nemen en een nieuw schoolvoorbeeld van de serie neer te zeggen? Je leest het hier in de review.
Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: Tears of the Kingdom is in alle opzichten een betere game dan Breath of the Wild. Natuurlijk, bij de start van het verhaal vindt er een gebeurtenis plaats en verlies je alle verzamelde krachten en hartjes die je na uren Breath of the Wild spelen had verdiend. En ja, ook dit keer zul je weer op zoek moeten naar prinses Zelda. Maar gelukkig weet Tears of the Kingdom naast deze twee clichés ook flinke vernieuwingen en verbeteringen door te voeren. Zo is je selectie aan krachten helemaal vernieuwd. Nieuw in Tears of the Kingdom zijn Ascend, Fuse, Recall en Autobuild. Al deze krachten kun je inzetten door middel van je nieuwe hand en de bijbehorende kracht van Ultra-Hand.
Stijg naar nieuwe hoogtes
Ascend vindt zijn oorsprong in Breath of the Wild, waar Nintendo de kracht gebruikte voor het bug-testen van levels en om makkelijk door de wereld te navigeren. Met een simpele druk op de knop kun je door het plafond omhoog reizen en zo nieuwe gebieden bereiken. Deze kracht moest ik in het begin van de game een beetje onder de knie leren krijgen omdat het je manier van denken een beetje verandert. Quests of personages geven je soms hints om problemen op te lossen en af en toe vergat ik dat Ascend ook gebruikt kon worden om een ruimte te bereiken die op het eerste gezicht onbereikbaar was. Zo ook één van de Skytowers die ik alleen via een ondergrondse route kon bereiken door eerst dieper af te dalen en vervolgens via de landkaart op de exacte onderliggende locatie van de toren zou belanden. Even opstijgen via Ascend en ik wist vervolgens een geblokkeerde deur te omzeilen om zo de toren te kunnen activeren. Tears of the Kingdom zit propvol met dergelijke puzzels en problemen om op te lossen.
Hyrule en Lowrule
Binnen Tears of the Kingdom zijn veel zaken aangepakt die de kwaliteit van de game sterk verbeteren ten opzichte van Breath of the Wild. Een veelgehoord puntje van kritiek was dat wapens snel kapotgingen in Breath of the Wild. Voor mij persoonlijk was het destijds ook de belangrijkste reden om zo snel mogelijk het Master Sword te veroveren, aangezien ik het ergerlijk vond om geregeld een nieuw wapen te moeten zoeken. Tears of the Kingdom lost dat probleem grotendeels op met de Fuse-kracht. Je kunt daarmee je wapen en schild combineren met andere voorwerpen. Het kan werkelijk de raarste combinaties opleveren en ik wist mij dan ook enorm lang te vermaken met het uitvogelen wat voor resultaat een fusie op zou leveren. Een van de leukste combinaties vond ik die van een mijnwagentje combineren met je schild waardoor je als het ware een skateboard had om je mee door de wereld te verplaatsen. Maar je kunt ook verschillende voertuigen maken met de technologie die je verspreid over de wereld vindt. Met je Ultra-Hand kun je bijvoorbeeld wielen aan een plank monteren om een buggy te maken of en een aantal ventilatoren gebruiken om een hovercraft te bouwen. Gaandeweg het verhaal krijg je ook de mogelijkheid om eerder gemaakte creaties opnieuw snel in elkaar te laten zetten met Autobuild. Deze kracht is zeker de moeite waard om zo snel mogelijk te verkrijgen, omdat ik het in elkaar zetten van de verschillende creaties af en toe wat langzaam of zelfs onnauwkeurig vond werken door de besturing. Wat dat betreft had ik het soms wel fijn gevonden als dergelijke creaties wat meer met het touchscreen gedaan konden worden. Iets wat natuurlijk alleen een optie zou zijn in de handheld-modus, maar het zou het maken van de creaties iets toegankelijker maken voor mij persoonlijk.
Makkelijk vervolg?
Een ander klein minpuntje is dat, hoewel Tears of the Kingdom een technische prestatie van jewelste is op zes jaar oude hardware, er hier en daar toch wat framedrops te merken zijn. Het is niet superstorend en het zal je waarschijnlijk niet uit de game halen, maar we gaan natuurlijk niet dergelijke schoonheidsfoutjes niet benoemen. Omdat Tears of the Kingdom gedeeltelijk de map van Breath of the Wild hergebruikt zullen nieuwkomers misschien denken dat dit een makkelijk vervolg is. Maar in veel opzichten vindt Tears of the Kingdom de hele wereld van Breath of the Wild opnieuw uit. Omdat je naast de wereld van Hyrule ook meerdere eilanden in de lucht hebt om te verkennen én een volledig nieuw gebied in de vorm van The Depths, zou je eigenlijk kunnen zeggen dat tweederde van de game volledig nieuw is. Ik zou zelfs beargumenteren dat de wereld van Hyrule die je kent uit Breath of the Wild zoveel veranderingen heeft gezien dat ook de ‘normale’ wereld het waard is om volledig opnieuw te verkennen.
Combinatie van nieuw en oud = goud.
Nintendo heeft de afgelopen jaren aangegeven dat Breath of the Wild de nieuwe blauwdruk van de Legend of Zelda-serie zou zijn. Toch merk ik bij het spelen van Tears of the Kingdom dat ze wel geluisterd hebben naar de kritiek op Breath of the Wild. De wereld is veel meer gevuld met activiteiten, wapens zijn nog wel breekbaar maar je vindt heel makkelijk sterke vervangende alternatieven met Fuse en ook niet onbelangrijk: de kerkers hebben wat meer persoonlijkheid gekregen. Dat laatste was in Breath of the Wild vooral toebedeeld aan The Divine Beasts en in Tears of the Kingdom zijn er opnieuw een aantal specifieke dungeons die met kop en schouder boven de Shrines uitsteken.
Conclusie
Na een week spelen heb ik zestig uren met Tears of the Kingdom doorgebracht en ik heb nog geregeld het gevoel alsof ik nog maar nét kom kijken. Ja, het verhaal is af en toe een beetje simplistisch en valt vooral met het bezoeken van de vier hoofdgebieden qua vertelwijze wat in herhaling. En inderdaad, de game draait op merkbaar verouderde hardware niet helemaal vlekkeloos. Maar daar staat een fantastisch gevoel van verkenning én beloning, gameplay die je hele denkwijze van situaties benaderen geregeld op zijn kop zet en een soort van mengeling van alles wat Breath of the Wild en voorgaande Zelda-games geweldige maakte tegenover.
Tears of the Kingdom is een schoolvoorbeeld voor ontwikkelaars van hoe ze kunnen luisteren naar de kritiek om een al geweldige game als Breath of the Wild nog beter te maken. Soms moet je dingen die al werken gewoon laten voor wat ze zijn en soms kun je daar nog dingen aan toevoegen. Of om in het thema van de game zelf te blijven; Nintendo heeft met Tears of the Kingdom de Zelda-serie een vernieuwde, verbeterde en simpelweg uitstekende blauwdruk voor de serie gemaakt. Een nieuwe Autobuild voor Zelda dus.