Ik heb een zwak voor gameseries die de tand des tijds weten te overleven. Need for Speed is als serie inmiddels al bijna 25 jaar aanwezig, langer dan welke racegame-serie dan ook. Goed, misschien dat Mario Kart net iets langer rondrijdt, maar in de wereld van de semi-realistische arcaderacers voert Need for Speed wel de boventoon. De serie is naar mijn mening vooral goed in zichzelf opnieuw uitvinden en keer op keer iets nieuws proberen. Dat die keuzes niet altijd goed uitpakken, dat is het risico van het vak. Aan de andere kant, concurrenten en concullega’s zoals Split/Second, Project Gotham Racing en Burnout zijn inmiddels uit het straatbeeld verdwenen. Dus er valt ook wat voor te zeggen dat Need for Speed nieuwe dingen probeert.
I feel the need, the need for... Payback
Nu is er dus het nieuwste deel in de serie: Payback. In de fictieve wereld van Fortune Valley neem jij de rol van een drietal racers op je. Mac, Tyler en Jessie hebben elk een specialisme op het gebied van racestijlen. Mac is vooral van het offroad racen en het driften, Jessie is een runner die af en toe bijklust als getaway driver en Tyler is de getalenteerde straatracer die het verhaal op gang brengt. Na een ‘heist’ waarbij Tyler en zijn vrienden bedrogen en bestolen worden, zint het drietal op wraak. Dat doe je simpelweg door races te winnen, auto’s te verzamelen en langzaam maar zeker je een weg omhoog te vechten door de verschillende lagen aan tegenstanders. Tot zover dus weinig nieuws. Maar wacht ...
I feel the need, the need for... collectibles
Toch zijn er zeker veranderingen doorgevoerd ten opzichte van Need for Speed 2015. Zo is er nu eindelijk weer een dag/nacht-cyclus, waardoor je niet langer alleen maar in het donker hoeft te rijden. Ook het vervelende online-only mechanisme van het vorige deel is er dit keer uitgesloopt, dus je kunt hoe dan ook zonder problemen de wereld van Fortune Valley verkennen. Dat brengt me bij het volgende positieve punt: de wereld zit werkelijk volgestopt met activiteiten en te verzamelen voorwerpen. Zo zijn er dertig billboards waar je met je wagen doorheen kunt knallen, zijn er honderd casino-chips over de map verspreid en kun je tot slot ook ‘derelicts’ vinden. Derelicts zijn wrakken van auto’s die je kunt vinden en restaureren, om er vervolgens de straten mee onveilig te maken. De locaties van derelicts worden vaak na het verslaan van een leider van een groep via hints kenbaar gemaakt. Je moet door middel van een screenshot en een globale indicatie op je kaart het wrak zien te vinden. Heb je dat gedaan? Dan moet je nog een aantal onderdelen op een soortgelijke manier opsporen voor je de wagen in zijn/haar volle glorie kunt herstellen.
I feel the need, the need for… cops
Tijdens het spelen viel me al snel op waar Payback de inspiratie vandaan heeft gehaald. Qua verhaal en actie lijkt Payback namelijk op de meest recente Fast and Furious films. Extreme stunts, een zwak verhaal en grappige bedoelde dialogen die soms behoorlijk de plank misslaan, het zit er allemaal in. Maar ook de Forza Horizon-serie lijkt hier en daar gekopieerd te zijn met de bovengenoemde derelicts als goed voorbeeld. Aan de andere kant, beter goed gejat dan slecht bedacht. Toch zijn er ook andere dingen die me tegenvielen aan Payback. Zo zijn de storymissies vaak enerverend en volgestopt met actie, waaronder de agressieve politiecruisers die op je inrammen. Daarom is het bizar dat er in de open wereld geen agent te bekennen is. Er is buiten de missies namelijk totaal geen nadelig effect van het overtreden van de wet. Misschien zitten de agenten van Fortune Valley hun tijd te verdoen met het uitdelen van bekeuringen aan fietsers zonder licht of iets dergelijks, want op de straten zelf zijn ze totaal niet te vinden. Persoonlijk vind ik dit toch wel een zwaar minpunt, aangezien ik de open werelden van games als Most Wanted juist leuk vond door de spontane achtervolgingen die ontstonden omdat ik te hard langs de politie reed.
I feel the need, the need for... a better balance
Een ander minpunt is naar mijn mening dat er rare keuzes gemaakt zijn op het gebied van het upgraden van je wagens. Weg is de keuzevrijheid van het vorige deel. Nu krijg je namelijk na elke gewonnen race een keuze uit drie Speedcards. Uit die drie cards mag je er eentje kiezen. Helaas weet je niet wat je krijgt totdat je gekozen hebt. Het kan zijn dat je een nieuwe motor hebt gewonnen, een chip voor je elektrisch systeem of zelfs nieuwe remmen. En zelfs dan is het maar de vraag of het een verbetering is van wat je al had. Er zijn ook combinaties van Speedcards mogelijk, bijvoorbeeld door een Turbo en een Engine van dezelfde producent te installeren, maar omdat elke kaart naast een merk ook een level heeft wordt het al snel een kwestie van betere kaarten proberen te verzamelen om je wagen up-to-date te houden.
Gelukkig ben je niet volledig afhankelijk van gewonnen races om kaarten te krijgen, maar kun je ook bij winkels met je gewonnen geld nieuwe en betere kaarten kopen. Het aanbod aan kaarten wisselt om de zoveel tijd, dus helaas is dat niet de manier om precies te kopen wat jij wilt. Daardoor wordt goed merkbaar dat Payback je de kant van de microtransacties probeert op te sturen. Het is namelijk zo dat het geld dat je met races wint niet bepaald een vetpot is. Zeker omdat je op meerdere gebieden een wagenpark moet opbouwen. En gewonnen Speedcards slechts op de auto waarin je op dat moment rijdt toegepast worden. Daardoor is het soms nogal frustrerend dat je terug moet gaan naar al gespeelde races, omdat je huidige wagen qua niveau niet meekan met de concurrentie.
Gelukkig is het wel zo dat de races zelf leuk zijn om te doen. De wagens zijn na een uurtje spelen prima te besturen en voor je het weet drift je met gemak door de bochten, scoor je hoge multipliers en ga je strijd met je concurrentie aan. De AI van je tegenstanders is zelfs op normal prima te doen, door je uit te dagen maar tegelijkertijd nergens echt oneerlijk te worden. Natuurlijk blijft het een Need for Speed-game, dus door de huidige balans van uitkeringen en het upgrade-systeem blijven tegenstanders altijd behoorlijk dichtbij.
I feel the need, the need for... a conclusion
Need for Speed Payback is in veel opzichten een stap vooruit en twee terug. De wagens reageren na een korte gewenningsperiode prima en de wereld van Fortune Valley is bezaaid met activiteiten en collectibles om je zoet te houden. Toch valt niet te ontkennen dat voor alles wat het spel goed doet, er ook minpunten zijn die het speelplezier soms bederven. De balans van de beloningen is scheef en duidelijk gericht op het stimuleren van lootboxes. Daarnaast is het upgrade-systeem van de wagens beperkend en het feit dat er tijdens de free-roaming activiteiten geen waarneembare politie aanwezigheid is vind ik een van de grootste tekortkomingen van het spel. Zijn dat geen struikelblokken voor jou? Dan vind je in Need for Speed Payback een uitgebreide wereld om te verkennen, talrijke activiteiten en soorten races en een uitgebreid aanbod aan auto’s om mee te spelen. Want in de kern blijft Need for Speed een solide racegame.
Deze review is geschreven door Gerard Olsder.
Oordeel Need for Speed: Payback (PS4)
- Graphics 75
- Gameplay 75
- Originality 60
- Sound 70
- Replay 65
- Eindcijfer 70