Audiovisuele verwondering
Bij het zien van de allereerste beelden van Wonder, was ik niet meteen overtuigd. Het leek me te veel op U Deluxe. Het kleurenpalet is natuurlijk ook typisch Mario, maar tijdens het spelen voelt en ziet alles er beter uit dan ooit tevoren. Het zit hem vooral in de gedetailleerde en charmante animaties. Mario en co. hebben duidelijk plezier in al het rennen en springen en dat spat er vanaf. Beweeg richting een groene tunnel en Mario verdwijnt er zo snel in dat hij zijn petje achterlaat in de lucht. Op het laatste moment zie je dan nog net een handje verschijnen dat de pet meetrekt. Levels en monsters tonen voortdurend met dit soort details hun karakter en dragen zo bij aan een niet aflatende stroom van plezier.
Het ware spektakel van Wonder komt naar boven wanneer de Wonder Flowers opgepikt worden. Zoals in andere Mario-games sterren of manen centraal staan, zo draait het nu om het verzamelen van Wonder Seeds. Deze krijg je voor het uitspelen van levels, maar ook voor het vinden van de (soms erg goed verstopte) Wonder Flowers en het daaropvolgende segment tot een goed einde brengen. Nintendo en ondergetekende willen uiteraard niet suggereren dat het een goed idee is om allerlei psychoactieve paddenstoelen en bloemen in je mond te stoppen, maar dat het je een heel ander perspectief op zaken kan bieden is in Wonder duidelijk. Wat er gebeurt na het oppikken van zo’n Flower is telkens een verrassing, maar zorgt altijd voor een verfrissing van de gameplay en de audiovisuele presentatie. Een groot deel van het spelplezier komt voort uit het ontdekken van deze psychedelische tussendoortjes. Ik zal er slechts eentje verklappen: het kan gebeuren dat het perspectief letterlijk verandert, waardoor Wonder opeens top-down bekeken wordt en zo over de achtergrond van het level beweegt. Het getuigt van creatieve weelde bij de ontwikkelaars dat zij veel van de elementen uit deze stukjes slechts één of twee keer gebruiken. Hierdoor behouden veel levels een eigen identiteit en is het verleidelijk om bepaalde levels opnieuw te spelen.
Ook verrassend is hoe goed Wonder eruitziet. Na het spelen en zien van wat Pokémon- en Zelda-games kunnen de grafische verwachtingen van de Switch niet bepaald hooggespannen zijn. Wonder lijkt te putten uit dezelfde magische bron die Odyssey en Metroid Prime mogelijk heeft gemaakt. Het spel presenteert tijdens gameplay meestal een soepele 60 FPS (alhoewel in filmpjes regelmatig een flinke dip zichtbaar is). Daarnaast zien dankzij het sterke art design ook de personages en levels er uitstekend uit. Dat het niet de scherpte van een 4K-resolutie heeft, neem ik zelfs op het grote scherm dan makkelijk voor lief.
Wonderbaarlijke vernieuwingen?
Hoe verfrissend Wonder ook aanvoelt; de gameplay zal voor velen overwegend bekend voorkomen. Van de vier power ups is alleen de olifant echt nieuw. De olifant ziet er erg leuk uit, vooral wanneer je als Toad de elasticiteit van zijn kleine jasje kan testen. Qua gameplay verandert het echter niet zoveel. Je kan vijanden en bepaalde blokken makkelijk wegmeppen met je slurf. Belangrijker voor bepaalde geheimen is dat de slurf ook water op kan slaan om later bepaalde planten mee te laten groeien.
De meest merkbare toevoeging is het Badge-systeem. Tijdens het grofweg tien uur durende avontuur vind je allerlei Badges. Sommige hiervan bieden een passieve bonus, zoals het verdienen van munten door op het ritme van de muziek te springen. Andere bieden leuke nieuwe gameplay-mogelijkheden, waaronder het kunnen zweven met een parachute of het afschieten van een soort grappling hook (altijd goed!). Slechts één Badge kan op een moment in gebruik zijn, wat soms moeilijk kiezen is. Bovendien zijn sommige geheimen makkelijk te vinden met bepaalde Badges. Het is maar goed dat het erg makkelijk is om te wisselen, zo kan je na een onfortuinlijke dood snel in het laadscherm een nieuwe Badge uitzoeken. Het Badge-systeem biedt welkome afwisseling en wat extra diepgang aan de sterke, maar bekende basis.
De wonderen zijn de wereld nog niet uit
Ik vermoed dat het wonder uit de titel in feite verwijst naar het effect dat het spel heeft op niet-gamers. Ik kan mijn vriendin de pracht en praal van Spider-Man 2 of Red Dead Redemption 2 laten zien. Ik kan haar laten zien hoe tof de gevechten in Sekiro zijn of hoe leuk het is om de wereld van Breath of the Wild te ontdekken. Het laat haar allemaal koud. Maar toen ze vijf seconden van Super Mario Bros. Wonder op de TV had gezien, greep ze voor het eerst in maanden naar de Switch. Dit is de kracht van de game. De charme is onweerstaanbaar en het spel is ook op meerdere niveaus te genieten. Mensen die wat jonger zijn of niet zo vaak een controller in de hand hebben, kunnen kiezen om met Yoshi of Nabbit te spelen. Op deze manier lopen ze geen schade op en gaan ze dus minder vaak af – maar power ups hebben op deze personages geen effect. Ook zijn de verplichte levels niet zo uitdagend. Doorwinterde Mario-fans kunnen zich uitleven met het vinden van alle Wonder Seeds en het testen van hun vaardigheden in de extra moeilijke optionele levels. Een van deze laatste levels is nu al een van mijn favoriete uit welke platformer dan ook.
Conclusie
Super Mario Bros. Wonder is een ouderwets goede 2D-platformer die toch weet te verrassen. Ideeën vliegen de speler in elk nieuw level om de oren en worden niet tot in den treure herhaald. Het level design is van een niveau dat we lang niet altijd zien in een 2D-platformer en de productiewaarden zijn van een hoogte die niet meer voorbehouden leek aan dit soort spellen. Bovenal is het gewoon verdomd leuk om te spelen. Hoewel de levels lekker kort zijn en Wonder daarmee prima tussendoor gespeeld kan worden, zat ik toch al snel twee uur met een controller op de bank. Wat mij betreft de mooiste verrassing van Nintendo in 2023.