Olympisch Verhaal
Iedereen die wel eens een Olympisch Mario & Sonic spel heeft aangeraakt, kent het principe. Je speelt tig minigames in een sportieve setting. Meestal behelst het niet veel meer. Echter, volgend jaar zullen de Olympische Spelen zoals gezegd dus in Japan (Tokyo) gehouden worden en dat vraagt natuurlijk om een wat uitgebreidere aanpak dan normaal. Daarom zit er deze editie een heuse verhaalmodus in, waarbij het huidige Tokyo én het Tokyo uit 1964 – toen de Olympische Spelen hier ook neerstreken– centraal staan. Zoals zo vaak begint het allemaal met een boevenstreek van Bowser en Dr. Eggman (Robotnik), die Mario en Sonic met een door Eggman ontworpen magische spelcomputer naar Tokyo 1964 wil zuigen. Natuurlijk mislukt dit jammerlijk, waardoor naast Mario en Sonic ook Bowser, Eggman en Toad in het verleden belandden. Gelukkig is er een uitweg uit deze nijpende tijdreis-situatie en dat is door gouden medailles winnen op de historische Olympische evenementen in Tokyo. De verbinding met het heden wordt ondertussen gemaakt door de vele karakters uit Mario & Sonic-games ook te laten strijden om de medailles op de Olympische Spelen van 2020. Zo begeef je je in het heden en verleden over een kaart van Tokyo en krijg je op de verschillende locaties, naast het meedoen aan wedstrijden, leuke weetjes over de Olympische Spelen, Tokyo en de karakters uit de games van Mario en Sonic. Een aardige insteek, met in totaal tien retro-minigames en 21 2020-minigames, die je zo’n zes uur zal kosten om te doorlopen.
Minigames, minigames, minigames
De variatie is hierin voldoende om het interessant te houden. Zo strijd je onder meer om het eremetaal in tafeltennis, de vele atletieknummers, voetbal, klimmen, karate, zwemmen, boogschieten, rugby en volleybal. Meestal is het principe nagenoeg hetzelfde: je gebruikt twee (soms drie) verschillende knoppen op de Joy-Con waarbij snel drukken, timing en knoppencombinaties centraal staan. Natuurlijk kun je ook de Joy-Cons loskoppelen en lekker rondzwaaien, richten en druk bewegen om richting het goud te gaan. Meestal werkt dit redelijk prima, al betrapte ik mezelf er al snel op vooral voorkeur te hebben voor de traditionele knoppenbesturing.
Door de soortgelijke opzet van de meeste minigames zal je vaak na één, twee of drie pogingen al als overwinnaar op het ereschavot staan. Toch zitten er ook een aantal wat lastigere (lees irritantere) tussen. Gelukkig heb je dan de mogelijkheid om na drie mislukte pogingen de minigame te skippen. Sommige minigames zijn echt leuk en de meeste zijn aardig te noemen, maar er zitten ook een paar minder goed uitgewerkte tussen. Tot slot zijn er nog een drietal droomevenementen aanwezig – olympische sporten gecombineerd met elementen uit de Mario & Sonic-serie – die hun potentie niet waar weten te maken. Het kan helaas niet altijd een olympisch feestje zijn.
TempoSwitch
Ook het tempo van de game had wat mij betreft nog wel wat sneller gekund. In de verhaalmodus moet je veel praten met karakters en zit je door het vele schakelen tussen locaties en minigames vast aan behoorlijk wat laadtijden. Het gebrek aan tempo kom je vervolgens ook tegen in de multiplayer-modus. Hoe tof zou het zijn om in een toernooivorm een aantal minigames te kunnen selecteren om in te kunnen strijden? Nou, dat kan dus niet in een speciaal daarvoor gemaakte vorm, waardoor ook hier de snelheid een stuk lager licht dan gehoopt.
Sportfeestje!
Toch is dit wel de modus die het langst speelbaar blijft. Samen sporten is nou eenmaal leuker dan alleen! In tegenstelling tot de singleplayer is zwaaien met Joy-Cons hier juist wél leuker. Bovendien ligt de uitdaging, naast het winnen natuurlijk, ook altijd in het behalen van records. Je kunt het tenslotte toch niet laten gebeuren dat een vriend/vriendin/familielid er met de beste score vandoor gaat? Mocht dit nog niet genoeg multiplayer plezier voor je zijn, kun je natuurlijk ook nog online naar olympische tegenstanders zoeken. Genoeg opties dus.
Waar voor je geld?
Mario & Sonic op de Olympische Spelen Tokyo 2020 is zo’n typische game die in de basis redelijk in elkaar zit, dit op momenten overstijgt, maar ook af en toe onder de middelmaat daalt. Misschien komt het omdat Nintendo hier niet als zelf als ontwikkelaar achter zit, maar SEGA. Het voelt allemaal met liefde gemaakt, maar ook heel veilig. Hierdoor komt de game niet in de buurt van een gouden medaille, maar schommelt het geheel tussen brons en zilver. De verhaalmodus is aardig genoeg om één keertje te doorlopen, maar zul je daarna links laten liggen. Daarna zul je het vooral van de multiplayer moeten hebben. Heb jij vrienden met olympische aspiraties? Dan is deze partygame nu al het overwegen waard, anders zou ik toch nog even wachten tot de game voor een iets schappelijkere prijs in de (digitale) winkels ligt.
Deze review is geschreven door Frido van der Wal.