Het westerse continent
Het verhaal van Avatar: Frontiers of Pandora speelt zich af op het westerse continent van de maan uit de titel. Dit gebied is nog niet eerder getoond in de films, waardoor Ubisoft de vrijheid heeft om hun creatieve visie volledig tot uiting te brengen op deze kleurrijke satelliet. Deze keuze blijkt een goede te zijn, want de eerste stappen op Pandora bezorgen werkelijk een betoverend gevoel. Frontiers of Pandora ziet er namelijk waanzinnig uit en geeft op bepaalde momenten bijna het gevoel alsof je daadwerkelijk in de films aan het rondlopen bent.
In samenwerking met Lightstorm Entertainment, het productiebedrijf van James Cameron, is ervoor gezorgd dat alle details van Pandora nauwkeurig overeenkomen met die uit de films, en dit met groot succes. Zowel de flora als fauna zijn accuraat weergegeven, de personages lijken rechtstreeks uit de films te zijn getrokken en zelfs de taal van de Na’vi, de inwoners van Pandora, klopt helemaal. Kosten noch moeite zijn gespaard om de Avatar-ervaring zo authentiek mogelijk te maken. Echter brengt deze situatie ook een negatieve kant met zich mee.
Witte boterham
Hoewel Pandora werkelijk prachtig is om naar te kijken, zijn de verhalen die tot nu toe in Cameron's wereld zijn verteld vrij saai. Net als in beide films, die draaien om de mensheid die Pandora wil plunderen voor kostbare grondstoffen, volgt Frontiers of Pandora hetzelfde stramien. Ongeveer acht jaar nadat Jake Sully, de protagonist uit de films, voor het eerst voet zette op Pandora, ontwaak je uit een lange slaap. Het blijkt dat je een ontvoerd Na'vi-kind bent dat had moeten fungeren als tussenpersoon tussen mens en Na'vi, voordat er van alles misging en je in cryogene suspensie werd geplaatst. Nu is het tijd om je oude clan op te sporen en een einde te maken aan de kwaadaardige plannen van de RDA, die bezig zijn met olieboringen op Pandora.
Al snel maak je kennis met John Mercer: een slechterik met nog minder persoonlijkheid dan een droge witte boterham. Hij blijkt het brein achter de duistere plannen van de RDA te zijn en doet er alles aan om jouw missie te dwarsbomen. Tenminste, dat zou je denken. John Mercer verdwijnt echter volledig van de radar na de eerste 10 minuten en duikt pas weer op tegen het einde van het verhaal, op een moment dat je hem bijna vergeten bent. Het is jammer dat er met zo'n unieke wereld als Pandora – een prachtige bijplaneet met eigen wetten, regels en geschiedenis – zo weinig boeiends wordt gedaan. Het is zonder twijfel het zwakste aspect van de films en nu dus helaas ook van de game.
Een frisse wind
Wie de game in actie ziet, zal waarschijnlijk al snel de associatie maken met Far Cry. Toch gaat deze vergelijking niet helemaal op. Frontiers of Pandora is namelijk weliswaar een authentieke Ubisoft-game in hart en nieren, maar laat ook veel bekende Ubisoftismes achterwege. Zo zijn er op Pandora geen torens die je moet beklimmen om je kaart te overladen met questmarkers, ontbreekt het levelsysteem waarvoor je XP moet verzamelen en is het wapenarsenaal aanzienlijk kleiner dan je zou verwachten.
In plaats daarvan is er goed gekeken naar spellen zoals Breath of the Wild en Elden Ring, en dan voornamelijk naar de vrijheid die deze spellen bieden. Via een vrij beperkte skill-tree pas je de speelstijl van je zelf ontworpen Na’vi aan naar eigen smaak, en missies kun je vaak aanpakken zoals jij dat wilt. Door het boren naar olie zuigt de RDA alle kleur en levendigheid uit de nabijgelegen gebieden, dus ben je een groot deel van de game bezig met het sluiten van deze locaties. De rest van de tijd besteed je aan vliegen door de wolken op je Ikran en het jagen op exotische dieren. Wanneer je deze in hun zwakke plek weet te raken, leveren ze grondstoffen van een hogere kwaliteit op, wat weer inspeelt op het levelsysteem van de game.
Er ligt in Frontiers of Pandora namelijk een sterke nadruk op craften. Wanneer je kleding aantrekt of wapens gebruikt van hogere kwaliteit, gaat je level een stuk omhoog. De meeste kledingstukken en wapens maak je zelf, waarbij hun kracht afhankelijk is van het gebruikte materiaal. Daarom is het belangrijk om grondstoffen te gebruiken die zo onbeschadigd mogelijk zijn. Dit zorgt ervoor dat je goed moet nadenken over wat je nodig hebt en waar je dit kunt vinden, wat de game op een fantastische manier doet.
Kaartlezen
Zoals eerder aangegeven, is je kaart niet bezaaid met questmarkers en andere iconen. In plaats daarvan maak je gebruik van een handboek met informatie en raadpleeg je de kaart om te ontdekken waar je moet zijn. Bij missies wordt wel vaag aangegeven waar je ongeveer moet zijn, maar er wordt niet direct aangegeven of getoond waar je naartoe moet. Je moet het doen met beschrijvingen zoals 'ten noordoosten van de splitsing in de rivier' of 'ga richting het westen vanaf de grote boom'. Dit voegt aanzienlijk toe aan het gevoel van vrijheid en zorgt ervoor dat je dingen daadwerkelijk in de omgeving gaat herkennen, in plaats van ondoordacht naar je doel te rennen met je ogen gericht op de kaart.
Helaas biedt de game weinig vrijheid als het gaat om de combat. De gevechten zijn erg statisch en laten weinig ruimte voor creativiteit. Hoewel je de keuze hebt om met je wapen in de aanslag een vijandig kamp binnen te rennen of juist vanuit de schaduw aan te vallen, wordt zodra één vijand je opmerkt meteen het hele kamp gealarmeerd en worden de hulptroepen ingeschakeld. Vooral in de eerste paar uren van het spel zijn je wapens niet krachtig genoeg om met één schot van je boog de grote door de vijand bestuurde mechs vijanden uit te schakelen, dus stealth is hier eigenlijk nog geen optie.
Later krijg je hier wel wat meer oplossingen voor, zoals een krachtige shotgun die korte metten maakt met de mechs. Toch hadden we liever een uitgebreider wapenarsenaal gezien dan de vier Na’vi-wapens, waarvan drie bogen, en twee menselijke wapens die je bij je kunt dragen. De mogelijkheid om vallen te plaatsen of bijvoorbeeld à la Assassin’s Creed van bovenaf iemand stilletjes uit te kunnen schakelen zou hier niet misstaan. In plaats daarvan komt het steeds weer neer op schieten en granaten gooien totdat iedereen de pijp uit is.
Een lust voor het oog
Visueel is deze Avatar-game echt een van de mooiste games die ik tot nu toe heb gezien. Hoewel niet ieder gebied even aantrekkelijk oogt, word je vooral in de eerste twee aktes weggeblazen. 's Nachts komen de planten tot leven in felle neonkleuren en beginnen de talloze wezens die Pandora rijk is te gloeien. Op consoles heeft het spel een kwaliteitsmodus waarbij het in 4K wordt weergegeven, en een prestatiegerichte modus voor 60 frames per seconde op lagere resolutie. Zelfs in deze laatste stand ziet het spel er ongelooflijk mooi uit. Ik heb meer dan 25 uur op Pandora doorgebracht en ben slechts op twee kleine bugs gestuit. Eén keer zakte ik door de grond in een RDA-basis en telkens wanneer ik de PS5 in de prestatiegerichte modus in de slaapstand zetten, schakelde het spel plotseling over naar de kwaliteitsmodus. Niks ernstigs, dus hopelijk wordt dit opgelost met een patch.
Eigenlijk kent Frontiers of Pandora voor ieder pluspunt wel een minpunt. De wereld ziet er waanzinnig uit, tot je in de dorre gebieden terechtkomt. Het te voet of op de rug van een Ikran verkennen van Pandora is fantastisch, tot je voor de twintigste keer dezelfde saaie vijanden uit moet schakelen. Sommige missies zijn erg tof, maar de zijmissies zijn veelal suf en leveren vaak beloningen op die niet de moeite waard zijn. Zelfs de soundtrack weet op momenten de kwaliteit van die van de eerste film te evenaren, maar gaat ook vaak het ene oor in en het andere weer uit. En dat is zo jammer, want je zou denken dat er met een wereld als Pandora ontzettend veel interessants te doen is. Net als bij de films kijk je met de game echt je ogen uit, maar het heeft verder weinig inhoud. Wat dat betreft is Frontiers of Pandora misschien dan toch de perfecte Avatar-game.
Conclusie
Avatar: Frontiers of Pandora bevindt zich op de grens tussen visuele pracht en een gebrek aan diepgang. Ubisoft slaagt erin de wereld van James Cameron’s Avatar-films nauwkeurig weer te geven in een game, maar helaas worden ook de minpunten van de film, met name het verhaal, overgenomen. Voeg hier de beperkte gameplay aan toe en dit alles maakt van Frontiers of Pandora een adembenemende, zij het zeer oppervlakkige uitbreiding van het Avatar-universum.