De originele Blasphemous viel op vanwege de brute beeltenissen vol groteske giganten. Het feit dat de ontwikkelaars overduidelijk geïnspireerd zijn door het rooms-katholieke geloof geeft de excentrieke stijl extra culturele lading. Daar waar de stijl zo uniek was, bleef de gameplay helaas ver achter. De stroeve besturing, overdreven hoeveelheid backtracking, repetitieve gameplay en voorspelbare Metroidvania-structuur resulteerden mijns inziens in een al met al matige game.
The Game Kitchen heeft nu met de sequel zoals verwacht veel van die minpunten aangepakt. De ontwikkelaar heeft niets van de code van de originele game gebruikt en is met een schone lei begonnen. Het resultaat mag er zijn, want het is onmiddellijk duidelijk dat Blasphemous II een stuk lekkerder wegspeelt. ‘The Penitent One’, zoals het altijd zwijgzame hoofdpersonage heet, beweegt dit keer soepel en heeft ook een stuk meer unieke vaardigheden tot zijn beschikking.
Daar kom ik zo op terug, maar eerst is het belangrijk om wat meer over de setting van de game te vertellen. Blasphemous II speelt zich zo’n duizend jaar na de gebeurtenissen van de eerste game. Je speelt dus wederom met The Penitent One. Hij is na lange tijd opnieuw tot leven gebracht om de snode plannen van ‘The Miracle’ te dwarsbomen.
Het verhaal van Blasphemous II is net als in de eerste game vrij lastig om te volgen. Elk personage dat je tegenkomt barst gelijk uit in een lange monoloog waarin ze uitleggen wat hun zonde is en waarom ze gedoemd zijn om eeuwig pijn te lijden. Wat duidelijk wordt is dat The Miracle zondaars dwingt om op zowel gruwelijke als poëtische wijze voor hun ondeugd te moeten boeten. Het is dermate krankzinnig dat het ergens ook weer ietwat ongeloofwaardig overkomt. Overigens heb ik nog een kleine tip: speel de game met Spaanse in plaats van Engelse voiceovers! Het is duidelijk dat het script eerst in het Spaans is geschreven en ik vind dat de Spaanse stemmen in dit spel over een stuk meer karakter beschikken.
The Game Kitchen heeft dus weinig aan de toon veranderd en vooral veel aan de spelmechanieken gesleuteld. In Blasphemous II moet je in het begin van het spel uit drie totaal verschillende wapens kiezen. Mijn favoriete wapens zijn de twee snelle degens die je onder stroom kunt zetten. Verder is er ook een grote knots die aan ketting vastzit en een lang mes dat je sterker kunt maken door je eigen levensmeter op te offeren. De drie wapens hebben allemaal hun eigen skill tree en zijn stuk voor stuk unieker en leuker om mee te spelen dan het saaie traditionele zwaard uit de eerste Blasphemous-game.
De drie nieuwe wapens kunnen bovendien gebruikt worden om bepaalde omgevingselementen te activeren. Je kunt met de knots bijvoorbeeld speciale klokken luiden die tijdelijke platforms laten verschijnen. Het mes kan unieke muurtjes slopen en de degens activeren spiegels die je personage teleporteren. Je krijgt uiteindelijk beschikking over alle wapens, maar je initiële keuze beïnvloedt wel de route die je aan het begin kunt nemen. De eerste helft van de game is daarbij vrij onvoorspelbaar en open. Dat is een pluspunt, want het Metroidvania-genre is na zoveel indie-games te formulaïsch geworden.
De tweede helft van de game is helaas een stuk meer lineair, maar het feit dat je dan drie verschillende wapens en een karrenvracht aan speciale vaardigheden kunt gebruiken maakt veel goed. Met behulp van de zogenaamde ‘rosary beads’ en ook speciale standbeelden die je in de wereld kunt vinden is het mogelijk om allerlei passieve en actieve buffs te activeren die van grote invloed kunnen zijn op je speelstijl. Ik liet de stroom van mijn degens bijvoorbeeld meerdere vijanden tegelijk raken en verder heb ik mijn grote knots giftig gemaakt. Er zijn uiteraard ook meer verdedigende opties als je daar behoefte aan hebt.
De nieuwe spelmechanieken maken het ook mogelijk om meer interessante platforming-uitdagingen aan te bieden, waardoor je in de sequel meer doet dan enkel knokken. Zeker in de laatste levels moet je vloeiend tussen de platforming-vaardigheden van je wapens schakelen om erdoorheen te komen.
Blasphemous II zou een topper in het genre zijn, ware het niet dat de meeste baasgevechten te simplistisch zijn en dat de moeilijkheidsgraad over de hele game verrassend laag ligt. Gek eigenlijk, voor een game met een gruwelijke setting als deze. Dat het beter kan, blijkt ook uit zo’n drie baasgevechten die juist wel wat meer uitdaging bieden. De betere Metroidvanias hebben over het algemeen veel uitzonderlijke baasgevechten, dus het is jammer dat Blasphemous II daar niet genoeg aan voldoet.
Conclusie:
Blasphemous II toont berouw en verbetert de spelmechanieken ten opzichte van het origineel aanzienlijk. Daarbij zijn de unieke rooms-katholieke invloeden met groteske personages in de hoofdrol behouden. Het is een uitstekende sequel dus, maar het had nog beter kunnen zijn als de wrede wereld een bijbehorende bloedstollende moeilijkheidsgraad had gehad. Deze recensent krijgt het graag Spaans benauwd en daar zorgt Blasphemous II iets te weinig voor. Desondanks kan ik deze brute Metroidvania aan iedereen aanraden.