Donkey Kong is terug… alweer…
De game opent met een spectaculaire vulkaanuitbarsting, waarbij de kleurrijke Tiki Tak Tribe wordt losgelaten. Deze vreemde figuren hypnotiseren de dieren op het eiland om de hele bananenvoorraad van Donkey en Diddy Kong te stelen, maar uiteraard laten onze favoriete videogame-apen dat niet zomaar gebeuren. Het is een flinterdun verhaaltje, maar het is voldoende als opzet voor de introductie van de nieuwe Tiki-vijanden, die in bijna ieder level opduiken. De bananenjacht voert je door verschillende gebieden op het eiland, zoals de jungle, het strand, ruïnes en het bos. Elk gebied eindigt met een gevecht tegen een baas, vaak een van de Tiki’s, die je een kopje kleiner moet maken. Als je eerdere Donkey Kong Country-spellen hebt gespeeld weet je precies wat je te wachten staat.
En dat is precies wat mij tegenstaat aan deze heruitgave: het voelt aan alles als een herhaling van zetten. Dit is namelijk niet meer dan een simpele port van de originele Wii-platformer uit 2010. En Nintendo heeft deze game bovendien al eerder opnieuw uitgebracht op de 3DS. Tel daar nog de exclusieve Nvidia Shield-versie voor de Chinese markt bij op, en dit is inmiddels de vierde keer dat dit deel wordt uitgegeven. Hoe vaak moet deze Donkey Kong Country nog ‘returnen’ voordat we eindelijk een nieuw deel krijgen? Het laatste deel in de serie, Tropical Freeze, verscheen in 2014 op de Wii U en werd later opnieuw uitgebracht op de Switch. De sprong in kwaliteit die Retro Studios maakte tussen Returns en Tropical Freeze is gigantisch en daardoor voelt het verschijnen van deze HD-versie op de Switch juist weer als een stap terug.
Een aap die geen gouden ring draagt
Wat meteen opvalt is dat de game visueel een stuk minder indrukwekkend is dan Tropical Freeze. Niet alleen ogen de achtergronden en personages minder gedetailleerd, ook de belichting is veel vlakker en de variatie in de levels laat te wensen over. Sommige levels lijken sterk op elkaar, vijanden vallen snel in herhaling en hebben niet de charme van de Kremlings en Snowmads uit andere delen, en het leveldesign mist de flow die je zou verwachten van een echt goede platformer. Hierdoor voelt het platformen regelmatig wat houterig en minder soepel dan gewenst. Begrijp me niet verkeerd: Returns is geen slechte game, maar als iemand die Tropical Freeze als beste 2D-platformer ooit beschouwt – en de drie originele Super Nintendo-delen nog graag mag spelen – is dit voor mij veruit het minste deel in de serie.
Bovendien lijkt de game, afgezien van een hogere resolutie, weinig verbeterd. Sterker nog, sommige grafische effecten zijn zelfs teruggeschaald ten opzichte van de Wii-versie en ik had tijdens het spelen meermaals last van framedrops. Iets wat bij een strakke 2D-platformer die draait om precisie echt not done is. Dat maakt deze release behoorlijk teleurstellend. Oké, de extra levels uit de 3DS-versie zijn nu ook op een console speelbaar, en de motion controls van de Wii-versie zijn vervangen door knoppen, maar dat voelt als het absolute minimum dat Nintendo had kunnen doen. Tropical Freeze bood op de Switch een nieuw speelbaar personage dat de toch pittige game toegankelijker maakte voor nieuwkomers, wat bovendien een leuk speedrun-element toevoegde voor de liefhebber. Daarnaast was het simpelweg een veel gevarieerdere game die op alle vlakken beter scoorde. Returns HD voegt daarentegen letterlijk niets nieuws toe.
Dure bananen
Hierdoor blijf ik me vooral afvragen voor wie deze game bedoeld is. De kans is groot dat veel Nintendo-fans Returns al op een ander platform hebben gespeeld en voor nieuwkomers is Tropical Freeze een veel betere, én vooral toegankelijkere, keuze. Bovendien kun je voor slechts twee tientjes een Nintendo Switch Online-jaarabonnement nemen, waarmee je de drie originele Super Nintendo-delen kunt spelen. Als je dan bedenkt dat deze port van Returns zestig euro kost, voelt dat toch behoorlijk scheef. Helemaal als je het naast Retro Studios’ fenomenale remaster van Metroid Prime legt, die slechts veertig euro kostte. Of naast de simpele ports van Pikmin 1+2 van vorig jaar, die samen maar vijftig euro waren.
Het is leuk dat Nintendo met deze release de volledige Donkey Kong Country-serie speelbaar heeft gemaakt op de Switch, maar de uitvoering voelt als kokosmosterd na de bananenmaaltijd. Met 80 levels en een speeltijd van zo’n tien tot twintig uur, afhankelijk van hoeveel je wilt vrijspelen, haal je ondanks mijn minpunten best een degelijke game in huis. Het voelt alleen alsof ze nog even in het archief hebben gekeken of er iets lag om de kalender te vullen voordat de opvolger van de Switch uitkomt, en uiteindelijk maar deze Donkey Kong uit het stof hebben getrokken. Eeuwig zonde, want met een grafische oppoetsbeurt, een paar tweaks aan de levels en een handvol nieuwe content hadden ze hier moeiteloos een must-play van kunnen maken.
Conclusie
Wat ooit een verse tros was, voelt in 2025 meer als zo’n bruine banaan op de bodem van de fruitschaal. Zonder echte verbeteringen of nieuwe content lijken fans van de serie met deze heruitgave vooral in de aap gelogeerd. Hopelijk weet Donkey Kong in de nabije toekomst alsnog een swingende comeback te maken.