De Resident Evil-serie zit op een spectrum met aan het ene uiteinde het survival horror-genre en aan het andere einde het actieshooter-genre. De serie heeft door de jaren heen overal op het spectrum gezeten. Resident Evil keerde met het zevende deel in 2017 terug naar zijn survival horror roots. Die game was in vele opzichten een mooie ode aan de originele trilogie op de PlayStation. Met Village kijkt Capcom wederom terug naar de geschiedenis van de franchise. De nieuwste telg in de serie is vooral geïnspireerd door de actie-trilogie (RE4 t/m RE6).
Village is met name toegewijd aan Resident Evil 4. Een oppervlakkige vergelijking is snel gemaakt. Village heeft namelijk ook een middeleeuws dorp ergens in Europa als setting, met daarachter een gotisch kasteel. Het gaat alleen veel verder dan dat. Village leent bijvoorbeeld ook de inventory- en wapen upgrade-systemen van de game uit 2005. Verder maakt het allerlei referenties naar die game. Herinner je je nog het zeemonstersegment met het bootje in deel vier? Deel acht neemt dat idee over en breidt het uit.
Resident Evil Village is dus qua gameplay heel wat anders dan het vorige deel, eigenlijk erft het alleen het eerstepersoonsperspectief. Hoewel, het is qua verhaal wel een sequel en je speelt wederom als de ietwat kleurloze Ethan Winters. De beste man is na de traumatische gebeurtenissen in de vorige game naar Europa verhuisd en hij heeft een kindje gekregen. Dat kindje, Rosemary, wordt al snel om onduidelijke redenen ontvoerd, waarbij Chris Redfield een dubieuze rol speelt.
Ethan komt gauw in het dorp terecht waar vermoedelijk zijn dochter mee naartoe is genomen. Echter, als hij aankomt is het dorp al half gesloopt door agressieve wolf-achtige wezens. Deze vijanden doen denken aan de slimme ‘ganado’ zombies uit Resident Evil 4. Als je op ze richt proberen ze snel te ontwijken en ze zijn relatief vlug op de been.
De verwarring wordt alleen maar groter als Ethan, op zoek naar de leider van het dorp, het kasteel bezoekt. Het blijkt dat de ontvouwende ramp wordt geleid door diezelfde leider, Mother Miranda, en haar ‘vier vorsten’, die allen bovennatuurlijke krachten hebben. Zonder te veel te verklappen moet Ethan de vier vorsten verslaan en uiteindelijk Miranda confronteren om zijn dochter te redden.
Het mysterie van het dorp en Miranda’s plan zijn initieel intrigerend, maar blijken op den duur niet bijster interessant of spannend. Resident Evil staat nou eenmaal niet bekend om goede verhalen. Belangrijker is dat de vier vorsten, net als de Baker-familie in VII, charismatisch zijn en indruk maken. Fans hebben dankzij de trailers en de demo al kennis gemaakt met een van de vier, de reusachtige vampierdame Dimitrescu.
De structuur van Resident Evil Village is ook erg interessant. Elke vorst heeft zijn eigen domein en het spel komt per domein met een andere gameplaystijl. Het doet wat dat betreft denken aan de meerdere campaigns in Resident Evil 6 en hoe de content in die game van toon kon verschillen. Het kasteel van Dimitrescu is bijvoorbeeld klassiek Resident Evil. Dat betekent dat je vooral bezig bent met puzzels oplossen en sleutels verzamelen. Dimitrescu zelf zit je daarbij net als Mr. X en Nemesis achterna, iets dat misschien niet heel origineel meer is, maar wel nog altijd stressvol. Het poppenhuis van Beneviento is pure horror, je vuurt daar ook geen kogel af. De fabriek van een van de andere segmenten met Heisenberg in de hoofdrol zijn dan weer vaak over-de-top actie en explosies. Persoonlijk kon ik deze variatie absoluut waarderen.
Tussen de bovengenoemde domeinen door ga je telkens terug naar het dorp, waar je dan met gevonden sleutels optionele zijpaden kunt bewandelen. Die leiden dan vaak naar leuke minibazen en schatkisten. Dit alles betekent niet dat het spel echt ‘open’ is. De volgorde waarin je de vorsten doet staat vast en je kunt als je de baas hebt verslagen vaak niet meer of maar deels terug naar een domein. Die baasgevechten zijn overigens allemaal goed en memorabel.
Minder goed is een specifiek actie-segment in de game waarbij je een fort bestormt. Ethan moet dan vooral rode exploderende tonnen schieten die toevallig net handig zijn geplaatst waar vijanden verschijnen. Het is game design van een decennium geleden die onmiddellijk goedkoop aanvoelt. Gelukkig is dit segment vrij kort, maar het is een smetje.
Een kleiner minpuntje heeft met de graphics te maken. Over het algemeen is Resident Evil Village een mooie game met prachtige details, maar af en toe zie je ook een paar last-gen ogende texturen voorbijkomen. Meer ergelijk was het feit dat ik problemen had met de manier waarop lichtinval in deze game werkt. Ik weet niet of het aan de HDR-implementatie, raytracing-methode of aan de game zelf lag,
maar Village oogde vaak ietwat grijzig op mijn OLED-scherm.
Village is voor Resident Evil-begrippen vrij lang. Dat komt omdat je als speler gemotiveerd wordt om de gamewereld goed te doorpluizen. Net als in Resident Evil 4 is er een handelaar die wapens en andere goedjes aan je verkoopt. Daarom moet je zoveel mogelijk geld verzamelen. Je krijgt het van vijanden, maar er zitten ook overal in de wereld goederen verstopt die je kunt verkopen. Uiteindelijk was ik achttien uur zoet, al heeft het feit dat ik het spel op hardcore heb doorlopen daar vast aan bijgedragen.
Het zou ten slotte geen Resident Evil-game zijn zonder extra modi en leuke wapens om vrij te spelen. Ik keek vooral uit naar Mercenaries, een modus waar ik veel plezier aan heb beleefd in vorige delen. Helaas is Mercenaries in Village vrij teleurstellend. Het systeem is dit keer erg simpel en het was vrij makkelijk om een winnende strategie te vinden en hoge scores te halen. Binnen een mum van tijd had ik alle content gezien en de beste ranks gehaald. Village-kopers krijgen later dit jaar ook toegang tot Resident Evil Re:Verse, een multiplayer-game waar je met zes man deathmatches kunt uitvechten.
Conclusie
Resident Evil Village is mijn inziens de allerbeste Resident Evil-game tot nu toe. In vele opzichten is het de spirituele sequel op Resident Evil 4 (mijn vorige favoriet). Het is alleen ook breder dan dat en leent allerlei componenten van eerdere delen. De uitvoering van al deze elementen is bijzonder goed en het veegt met gemak de smetjes van de game weg. Resident Evil is echt helemaal terug en ik kijk nu al uit naar de afsluiting van deze nieuwe moderne trilogie.
Deze review is geschreven door Karel van Hasselt.