We can rebuild him. We have the technology.
Klinkt allemaal mooi, maar de PS2 was niet bepaald klaar voor zo’n concept, de hardware was eigenlijk te gelimiteerd voor zo’n uitgerekte spelwereld, de physics van het klimmen en de schaal van de monsters. Door de framerate op te offeren hebben de ontwikkelaars het toch klaargespeeld en was menig gamer best onder de indruk van de ambitieuze gameplay. Toch zal een pixelige PS2-game van dertien jaar oud, met zo’n 15 frames per seconde, niet bepaald indruk maken op je oma als je fervent verdedigt dat games kunst zijn. Dus wat doe je dan? Je pakt de PS3-versi…. aherm, je maakt de game gewoon lekker opnieuw! Op de PS4 (Pro) dit keer met z’n 4,2 teraflops! Plak er nog een 4K-televisie aan vast met HDR-foefjes en je sceptische familielid weet niet wat-ie meemaakt!
De CV van Bluepoint
Bluepoint Games wordt tegenwoordig wel de ‘master of the remaster’ genoemd. Onder andere in hun CV: God of War Collection, Metal Gear Solid HD Collection, Uncharted: The Nathan Drake Collection, Gravity Rush Remastered en ook de remaster van Ico & Shadow of the Colossus op de PS3. Voor de PS4-versie van de gigantenprikgame heeft men niet het origineel opgepoetst, maar is men opnieuw begonnen, een totale remake dus. De animaties, graphics, geluiden en vrijwel alles in de presentatie is compleet nieuw, maar de oude opzet van de game en de gameplay zijn vrijwel direct overgenomen.
Ander frontje, zelfde gameplay
Nog steeds is de kern van de game doodsimpel: je krijgt de opdracht om zestien kolossen uit te schakelen, welke je in een vaste volgorde één voor één moet opzoeken in de gigantische en eenzame spelwereld. Door je zwaard in de lucht te houden word je geholpen met een goddelijk laserkompas, zodat je een vaag idee hebt waar de verlegen monsters verstoppertje spelen. Zoals voorheen zijn de natuur en de ruïnes idyllisch vormgegeven, maar tegelijkertijd is de wereld spookachtig leeg. Buiten het sporadisch verzamelen van fruit en hagedissen, kan je niet veel meer doen dan het bewonderen van de omgeving en het doodsteken van de lompe wezens. Het verhaal is even mysterieus gebleven, je paardje luistert nog steeds een beetje vertraagd op je commando’s en het klim en klauterwerk is eveneens niet super responsief, maar ook weer niet sloom. Zoals het zou moeten, hebben alle animaties van Wander (dat jochie met dat speldenknopje van een zwaard) en de kolossen nog steeds een goed gevoel van gewicht en momentum. Het speelt niet altijd vlekkeloos, het kan voorkomen dat je zit te klooien als je over de hand van een monster kruipt of op je paard wilt springen. Maar wanneer een reus zich klaarmaakt voor een aanval merk je dat er ontzettend veel aandacht is geschonken aan het gevoel ervan.
Ietsjes meer replayfactor
Terwijl Bluepoint de game qua inhoud zoveel mogelijk met rust heeft gelaten, hebben ze wel wat extraatjes toegevoegd om de speelduur van tien uur een beetje te spekken. Er is nog steeds een Hard Mode en de Time Attack Mode, met als toevoegingen een Easy Mode, een Mirror Mode en als bonus een handige fotomodus (kan je activeren op elk moment) waarmee je de pittoreske beelden nog pittoresker kan bewaren. Daarnaast zijn er wat grafische opties waar je mee kan sleutelen (ook voor buiten de fotomodus), mocht het standaardbeeld niet bevallen. Denk aan kleurenfilters, filmgrain, motion blur, HDR, et cetera. Tevens kan je kiezen tussen meerdere opties voor de controls. In de moderne variant kan je ook springen met X en klim je met R2, maar dit kan je terugzetten naar de onhandige originele controls als je jezelf wilt martel… ik bedoel … als je in een nostalgische bui bent. Voor de hardcore fans zijn er ook nog cryptische muntjes die je kan verzamelen om een nieuw wapen vrij te spelen, maar deze is volgens de meeste fans helaas niet bijster nuttig meer tegen de tijd dat je hem vrijspeelt.
Texaanse art style
Alle extraatjes zijn mooi meegenomen, maar in principe draait deze remake maar om één ding: Shadow of the Colossus spelen, maar dan met graphics om je ogen bij af te likken. Bluepoint Games heeft wel een beetje creatieve vrijheid moeten nemen als het gaat om toevoegen van grafische details. De afgebrokkelde tempels, vergezichten met waaiend gras en donderende watervallen, lichtbundels die langs de bomen schijnen … er is ontzettend veel detail toegevoegd dat er eerder niet was. Het resulteert in een art style die niet honderd procent hetzelfde is, zo is er minder ‘bloom’ vanwege die nieuwe scherpe graphics. Toch komt het angstvallig dichtbij en geloof je best dat deze game in Tokio gefabriceerd is (maar is het toch echt Texas).
Alle teraflops benut
Al dat extra grafische detail is bijzonder welkom, Shadow of the Colossus lijkt namelijk meer te profiteren van een vernieuwde versie dan de meeste remasters/remakes. Waar de uitgerekte horizon, het golvende water of de vacht van een kolos vroeger vaak optische trucjes nodig had, kan de PS4 het prima aan en is het in vol ornaat te bewonderen. Het lijkt alsof ze zich bij Bluepoint Games weinig aantrekken van ‘pop-in’, ‘draw distance’ of andere limitaties. Als je over een stenen bruggetje galoppeert kan je onwaarschijnlijk ver naar beneden kijken en zie je uiterst gedetailleerde meertjes, levendige watervallen en haarscherpe ruïnes. Zit je vastgeklampt aan het hoofd van een monster, dan zie je dat warrige vachtje alle kanten op wapperen, zoals het hoort. Shadow of the Colossus was altijd al spectaculair, maar als je nu door de woestijn zoeft op je paardje om jezelf op een gigantisch vliegend slangbeest te katapulteren, voelt dat niet alleen episch, maar ziet het er ook fantastisch uit. Op de reguliere PS4 draait alles netjes in 1080p en 30fps, op de PS4 Pro zelfs met een oogstrelende 60 FPS (of 1440p/30fps als je dat liever hebt).
Het is soms zelfs té mooi
Het enige minpuntje aan de presentatie is dat Shadow of the Colossus soms iets té mooi is. Te mooi? Hoe kan dat? De camera maakt slim gebruik van de ‘rule of thirds’ en schuift Wander (met of zonder paard) een beetje naar de zijkant van je televisie. Dat zorgt voor toffe beeldcomposities waardoor de game nog schilderachtiger lijkt en die vergezichten nóg prachtiger ogen. Alleen is het besturen van je paardje Agro daardoor soms iets onhandiger en bots je ergens tegenaan. Als je gaat bijsturen met je pookje, merk je ook dat de game voortdurend de camera weer terug wil trekken naar een mooie hoek. Het is een onbenullig maar zeker aanwezig probleempje … doen we een symbolisch minpuntje van één honderdste.
Een meesterwerkje anno nu
Shadow of the Colossus is dus vrijwel dezelfde game, alleen nu met de technische pracht en praal die het altijd al verdiende. Voor fans van het origineel uit 2005 is het eigenlijk verplichte kost. Voor nieuwe spelers is het een vreemde gewaarwording om een game uit dat tijdperk voor het eerst te spelen. De basiservaring is nog steeds fantastisch: dat epische gevoel wanneer je op een kolos afrent, de vernuftige manier waarop sommigen hun zwakke plek verbergen en de opzwepende muziek vlak voor- en nadat je een kolos neerhaalt … hier valt werkelijk niets op aan te merken.
Shadow of the Colossus was vooral baanbrekend als het gaat om een sprookjesachtig en subtiel verhaal, een ongekende schaal, uitdagend klimwerk en uitgebreide eindbaasgevechten. Al deze aspecten hebben echter een verminderde impact als je al verwend bent door Inside, Breath of the Wild, Monster Hunter World of andere games die hierin zijn doorontwikkeld en je verwachtingen hebben bijgesteld. Je mag niet overal op klimmen, je paard stuurt niet mee, je mag niet de volgorde van de kolossen kiezen, en sommige moderne games hebben je misschien al zo cynisch gemaakt dat je al een bepaalde houding aanneemt wat betreft het geheimzinnige verhaal.
Maar stel je voor dat je nog nooit zulke games hebt aangeraakt en nu voor het eerst Shadow of the Colossus opstart, dan zal je waarschijnlijk dezelfde vlagen van emotie ervaren als de gamers in 2005 die het nu een meesterwerk noemen. Dan is het extra indrukwekkend wanneer blijkt dat de bombastische muziek onderdeel is van het verhaal, en je actief iets probeert te vertellen. De leegheid van de spelwereld blijkt een reden te hebben, iets wat helemaal visueel overgebracht wordt en je zelf uit de game moet halen. Het vraagt een actieve houding die je tegenwoordig wel vaker ziet in kunstige games, maar toentertijd was het heel bijzonder. Bovenal zijn de zestien gevechten dan allemaal imposante en puzzelachtige confrontaties, waarbij elke gigant een andere aanpak vergt die je helemaal zelf mag uitvogelen door zijn gedrag of de arena te bestuderen.
De impact van Shadow of the Colossus
Misschien valt Shadow of the Colossus in dezelfde categorie als Ocarina of Time, ook zo’n iconische game die stiekem ingehaald is qua technologie en op je neefje van tien misschien niet zoveel indruk maakt als je zou willen. Dat neemt niet weg dat het voor de gamesindustrie een ontzettend belangrijke game is geweest en inderdaad de titel van meesterwerk mag dragen. Dat Shadow of the Colossus op vergelijkbare wijze een respectvolle remake heeft gekregen voor de nieuwe generatie, valt alleen maar te prijzen. Vriendelijk geprijsd is de game ook met zo’n veertig euro en ondanks de korte speelduur is Shadow of the Colossus dat wel waard, vooral als je ziet hoeveel passie erin gestoken is.
Stuur een kaartje met ‘sorry’ naar je buren, zet je speakers op maximaal volume en geniet van de fantastische soundtrack, de bombastische gevechten en het spookachtige sfeertje. Hoeveel impact het op je heeft, hangt wel een beetje af van je verwachtingen. Misschien zit je vol verwondering voor je LED-televisie te kwijlen, net als een beeldbuisgamer anno 2005. Of misschien ben je al verpest door moderne technologie, maar kan je nog steeds smullen van dit gerestaureerde digitale kunstwerkje, alsof het een soort verfijnde wijn is. Hoe dan ook is Shadow of the Colossus op de PS4 nog steeds een bijzondere game, die van het eindbaasgevecht een kunstvorm maakt.
Deze review is geschreven door Martijn Hamerling.
Oordeel Shadow of the Colossus (PS4)
- Graphics 99
- Gameplay 90
- Originality 80
- Sound 100
- Replay 75
- Eindcijfer 89