Voor mij was Tekken 3 de laatste game in de serie die ik echt heb gespeeld. Ik had niet op moeten zoeken hoe oud dat spel is; het is alweer 27 jaar geleden. Ik speel al sinds Street Fighter IV alleen 2D fighters. Spellen als Tekken trokken me niet aan, omdat het van buitenaf overkwam als een jongleersimulatie voor hersenloze knoppenrammers. Nu ik enkele weken met Tekken 8 door heb gebracht, moet ik zeggen dat ik fout zat. Dit is een ontzettend complex spel dat moeilijk is om op een hoog niveau te spelen. Positionering is belangrijk (uiteraard in drie dimensies) en kennis van de uitvoerige move list van je personage is vereist. De weg naar boven wordt echter zeldzaam aantrekkelijk en toegankelijk gemaakt, waardoor het niet eerder zo leuk is geweest om beter te worden in een fighter.
Hoorn des overvloeds
Wanneer je Tekken 8 opstart, is het haast onvoorstelbaar dat vechtspellen een generatie geleden nog graatmager op het podium werden geschoven. Tekken 8 puilt echt uit van de content. Er is een heuse verhaalmodus aanwezig, een ouderwetse Arcade Mode, Arcade Quest als tweede soort verhaalmodus, Tekken Ball keert terug, een geweldige Practice Mode en ga zo maar door. Individueel is niet elke modus een uitblinker, maar samen vormen ze een volledig pakket van hoge kwaliteit. De ‘primaire’ verhaalmodus ‘The Dark Awakens’ geeft in zo’n vijf uur gevolg aan de saga van de Mishima’s en Kazama’s. Je zou het kunnen omschrijven als een familiedrama waarin vaders en zonen niet altijd met elkaar door één deur kunnen. Soms schiet papa zoonlief dan door het hoofd of gooit zoonlief papa van een berg. Je kent het wel. Voor wie de weg in deze saga, net als ik, volledig kwijt is, heeft Bandai Namco een zeer passende oplossing gevonden: op YouTube legt Brian Cox, bekend als ideale vader uit de HBO-serie Succession, uit wat de voorgeschiedenis is. Het verhaal staat bol van de anime-nonsens en valt richting het einde nogal in herhaling, maar aan de productiewaarden is af te lezen dat Bandai Namco de singleplayer-ervaring serieus neemt. Daarnaast is het een aardige manier om een idee te krijgen bij het 32-koppige (!) team van vechters.
Arcade Quest heeft voor mij een grotere meerwaarde. Deze modus past bij de ambitie die vechtspellen deze generatie hebben om toegankelijker te zijn. Je maakt hierin een avatar aan die zichzelf wil bewijzen in arcadehallen over de hele wereld. Arcade Quest presenteert een samengepakte versie van de FGC rondom Tekken en probeert de speler zo in de gemeenschap te verwelkomen. Het fijne hierbij is dat belangrijke technieken langzaam worden aangeleerd, in plaats van alles tegelijk in de schoot van een nieuweling te dumpen. Zo leer je in stapjes hoe je je kan verdedigen, wat goede openingszetten zijn en hoe het nieuwe Heat-systeem werkt. Dat laatste wordt met een druk op de schouderknop of na bepaalde aanvallen geactiveerd. Hierdoor komen nieuwe technieken beschikbaar. Zoals een snelle dash na een combo en ook een soort superaanval. Het geeft het vechtsysteem weer iets meer diepgang, terwijl het voor nieuwkomers ook eens fijn is om op een simpele manier sterke aanvallen te lanceren.
Niet alleen in Arcade Quest zetten de ontwikkelaars een warm bad voor nieuwkomers neer. Ook in de Practice Mode en zelfs Replay Mode wordt het nieuwkomers makkelijk gemaakt. In de Practice Mode kunnen veteranen alle data aflezen die ze maar zouden willen. Voor minder ervaren vechters is het aangenaam om de hele move list van een personage en een aantal aanbevolen combo’s op het scherm te projecteren. Het werkt allemaal erg intuïtief en vlot. Echt geniaal is de Replay Mode. Hier kun je opgeslagen herhalingen van hoe je in elkaar geslagen werd terugkijken. Dat is niet alleen enorm cathartisch, maar ook leerzaam. Het spel geeft namelijk tips bij momenten waarop het misgaat: hier had je laag moeten blocken, aan deze throw had je met deze knop moeten ontsnappen, deze aanval probeerde je af te straffen terwijl dat niet kan, etc. Vaak is op het begin totaal onduidelijk waarom een pot zo dramatisch misging, maar met deze tips wordt het snel begrijpelijk gemaakt. Alle lof hiervoor.
Ruimte komt tekort om verder uitvoerig te beschrijven wat er allemaal in dit pakket zit. Wat te denken van het feit dat alle soundtracks van vorige Tekken-games inbegrepen zijn? Zet de muziek op shuffle en geniet van heerlijke 90’s-bangers. Of de knotsgekke filmpjes, uniek voor elk personage, die de beloning zijn voor het doorlopen van de korte Arcade Mode? Tekken neemt zichzelf niet te serieus. Dat moge duidelijk zijn gezien de aanwezigheid van zowel een beer als een panda in de cast. Maar de absurde filmpjes maken het meeste van de humoristische kant van Tekken. Net als Tekken Ball, overigens. Dit is voor mij een beetje de Party Mode van het spel. Vechters rammen tegen een strandbal en wanneer deze iemand raakt of op de helft van een speler landt, wordt schade aangebracht. Elkaar op een andere manier uitschakelen is niet mogelijk. Deze modus is vrij laagdrempelig en leent zich daarom goed voor een avondje op de bank met vrienden.
Technisch sterk
Uiteraard richt Tekken zich ook op online een potje matten. Zoals we tegenwoordig gewend zijn, maakt het spel daarbij onder andere gebruik van rollback netcode. Dit zorgt ervoor dat bij degelijke verbindingen weinig tot niets te merken is van vertragingen. Alleen wanneer een tegenstander zijn Lego Duplo-router gebruikt om draadloos te verbinden, willen er wel eens problemen optreden. In die zin is de online-ervaring nét iets minder dan een game als Street Fighter 6. Daar staat tegenover dat je vliegensvlug in een potje zit en er sowieso nauwelijks laadtijden zijn. Erg fijn wanneer je maar een kwartier hebt en toch even wil spelen.
Op grafisch gebied is Tekken 8 de mooiste fighter die we tot nu toe gezien hebben. In ieder geval op technisch vlak. Het maakt gebruik van Unreal Engine 5 en de knappe trucjes die dat mogelijk maakt spatten van het scherm af. Gelukkig blijft in gevechten de frame rate hierbij op een soepele 60 beelden per seconde draaien.
Dan heb ik het nog niet eens gehad over de uitgebreide Customization Mode. Je kan elk personage of je avatar naar believen uitrusten met kleding, schoeisel, kapsels, brillen, gekke accessoires, enzovoorts. Het zit zo goed in elkaar dat ik online al Ryu- en Ken-imitators heb gespot. Dit alles kan – voorlopig – worden vrijgespeeld met een munteenheid die in-game gul wordt weggegeven. Ik zeg ‘voorlopig’, omdat deze week onverwachts een nieuwe winkel aan de game is toegevoegd die werkt met een munteenheid waarvoor betaald moet worden. Het moet nog duidelijk worden of toekomstige voorwerpen enkel met deze betaalde munten verkregen kunnen worden. Desalniettemin geeft Tekken 8 de speler relatief ruim baan om vechters naar eigen smaak aan te kleden. Ieder personage heeft vanaf het begin al vier kostuums, waaraan je dus zelfgemaakte outfits mag toevoegen. Online kom je zelden twee keer exact hetzelfde uiterlijk tegen.
Conclusie
Het genre van de fighters blijft maar geven. Niet lang na de beste Street Fighter in een decennium komt Tekken met een spel dat zomaar eens de wederopstanding van de 3D fighter kan worden. De kwaliteit en het initiële succes zijn in ieder geval aanwezig. Het grootste compliment dat Tekken 8 toekomt is dat het mij, een verstokte liefhebber van 2D fighters, de ogen heeft geopend voor de complexiteit en schoonheid van het genre. Het wordt me als nieuwkomer dan ook bijzonder comfortabel en aantrekkelijk gemaakt. Daar zorgen de berg content en handige leerinstrumenten wel voor. Ik laat me de komende tijd met plezier online afranselen.