Inktspuitende Octillery
Het eerste dat opvalt als je New Pokémon Snap (NPS) opstart zijn hoogstwaarschijnlijk de graphics. Bandai Namco (Yes, dit is een van de weinige Pokémon-games die niet uit de stal van Game Freak komt) heeft fantastisch werk geleverd met het tot leven laten komen van de verschillende Pokémon in hun omgevingen. Zwemmende Octillery die inkt spuiten, rollende Sandshrew, verlegen Bellossom die zich in de bosjes verstoppen, dit is zoveel stappen beter dan de stijve animaties uit de laatste twee mainline-games. Het is daarom ook zo jammer dat de gameplay nog wel voelt alsof het uit het begin van deze eeuw komt.
In NPS begin je in het Research Lab, het thuisfront van Professor Mirror (want het is geen Pokémongame zonder een wacky professor) en zijn twee 10-jarige assistenten. Dit dient de rest van de game als je main-hub vanuit waar je missies start en foto’s uitzoekt. Deze missies bestaan uit het selecteren van een locatie op een kaart (deze keer bevind je je in de Lental-regio), en een specifieke versie van die locatie (dag, avond, of nacht). Afhankelijk van je keuze zullen er verschillende Pokémon aanwezig zijn en hier en daar kan je een ander pad inslaan. Want je rijdt, net als 21 jaar geleden, nog steeds in hetzelfde zelfrijdende karretje.
Zoveel meer
Ik snap dat het on-rails gedeelte een groot deel van de ‘charme’ van Pokémon Snap is, maar een aspect als dit past niet meer in een game van tegenwoordig. Het feit dat je snel moet zijn met het maken van foto’s of het gooien van appels, uhm pardon, fluffruit om geheimen te ontdekken en ze anders misloopt voelt meer als een obstakel dan een gameplaymechaniek. In een tijdperk waar we al jaren genieten van massieve open werelden met hun eigen flora en fauna als Horizon: Zero Dawn, Xenoblade Chronicles en zelfs Nintendo’s eigen Zelda: Breath of the Wild, worden we in NPS neergezet in een karretje dat niet eens stil kan staan of achteruit kan rijden. De Pokémon zoals ze er in NPS uitzien smeken erom om geaaid, bestudeerd en mee gespeeld te worden. Maar in plaats daarvan voelt je tijd in de game meer aan als een kermisritje dan als interactief research-avontuur.
Dat wil echter niet zeggen dat NPS een slechte game is, meer dat het zoveel meer had kunnen zijn. Kermisritjes zijn namelijk ook leuk, als dat is wat je in eerste instantie verwacht. De locaties zijn gevariëerd genoeg, en met het fotograferen van de dik 200 Pokémon die de game bevat ben je ook wel even zoet. Het kost je tussen de 10 en 12 uur om het eind van het ‘verhaal’ te behalen, en dan kan je nog uren kwijt zijn aan het fotograferen van post-game Pokémon, het voltooien van sidequests (‘tasks’) en het verbeteren van de scores van je foto’s.
A nEw DiScoVerY!!
Dat scoresysteem is echter even wennen. Je foto’s worden beoordeeld op twee manieren: met een sterrensysteem (één t/m vier sterren) en een kleurensysteem (je sterren zijn brons, zilver, goud of diamant). Hoeveel sterren je foto krijgt hangt puur af van de pose van de gefotografeerde Pokémon, bijvoorbeeld of hij er maar slapjes bij ligt of je uit zijn natuurlijke omgeving probeert te weren door middel van een Psybeam. De kleuren van je sterren hangen weer af van meer esthetische aspecten; of de Pokémon goed in het midden van de foto staat, hoe groot hij in beeld is en of zijn gezicht goed zichtbaar is. Dit wordt spelenderwijs wel duidelijk, maar het was leuk geweest als het in het begin even goed uitgelegd zou zijn. Een vreemde keuze, aangezien de game je wel in het kleinste detail uitlegt hoe een camerasluiter werkt of hoe je een appel, uhm excuseer, fluffruit gooit.
En zo heeft NPS nog wel meer vreemde designkeuzes. Grootste gemis, kijkende naar de grootste doelgroep van de franchise tegenwoordig, is dat de game niet in het Nederlands te spelen is. Weer teruggrijpend op Breath of the Wild dat volledig vertaald is, was een Nederlandse taaloptie voor de kleintjes dan echt te veel gevraagd?
Zeker aangezien NPS ad nauseam verschillende tekstlijnen herhaalt. Fotografeer je een Noibat die een Supersonic-aanval uitvoert en daarna een Magikarp die uit een waterval komt springen? Beide foto’s kunnen rekenen op een generiek “Now that’s something you don’t see every day!”-opmerking van de professor. Om maar niet te beginnen over de ene “A new discovery!”-lijn die je constant om je oren krijgt als je voor het eerst een Pokémon fotografeert.
Sweet!
Tenslotte is het op z’n minst apart te noemen dat je aan het eind van een level geen foto’s in meerdere sterrencategorieën aan de professor kan laten zien. Heb je twee prachtige foto’s van een Alolan Raichu gemaakt aan het eind van Blushing Beach, maar vallen ze beiden onder verschillende sterrencategorieën? Jammer, kies er één en de ander mag je opnieuw gaan maken. Dit voelt als het artificieel oprekken van de replaywaarde en mag wat mij betreft zo snel mogelijk gepatcht worden.
Wat wel volledig nieuw is in dit deel is uiteraard de internetfunctie. NPS biedt je de mogelijkheid om je foto’s te bewaren in een album en te bewerken met filters, stickers en frames. Deze foto’s kan je daarna delen op social media (lees: Facebook en Twitter. Waar is het veel te goed passende Instagram?) en het ingame online-netwerk waar andere spelers ze kunnen belonen met een “Sweet!” (Serieus, op een gegeven moment moeten de synoniemen voor likes toch wel op zijn?). Het is een leuk alternatief op het moeten meenemen van je gamecartridge naar een videotheek om daar je foto’s fysiek uit te printen. Voor de oudjes onder ons die hun foto’s liever wel nog uitprinten is Nintendo een leuke samenwerking met Fujifilm aangegaan waarmee je je kiekjes via een smartphone-app kan printen.
Conclusie
New Pokémon Snap is eigenlijk precies wat je ervan kan verwachten; een direct vervolg op een cultgame van bijna een kwart eeuw oud. In die kwart eeuw zijn videogames echter enorm veranderd, en het feit dat NPS blijft vasthouden aan gameplayaspecten uit zijn voorganger is teleurstellend. Het is heerlijk om elke dag een halfuurtje door de mooie omgevingen te rijden voor wat kiekjes, maar toch blijf ik bij elk gemist shot zien hoeveel meer het had kunnen zijn. Misschien word ik gewoon te oud voor Pokémon, maar ik had gehoopt dat op z’n minst één gedeelte van de gigantische franchise met mij mee geëvolueerd zou zijn.
Deze review is geschreven door Peter Paardekooper.