Het jaar van de samoerai
2024 lijkt een ontzettend goed jaar te zijn voor fans van samoerai- en ninjamedia. Aan het einde van het jaar kunnen we, als het goed is, aan de slag met Assassin’s Creed Red, TV-serie Sh?gun wordt overal de hemel in geprezen, Ghost of Tsushima komt binnenkort naar de PC en PlayStation 5-bezitters kunnen zich binnen enkele dagen onderdompelen in de wereld van Rise of the Rōnin; de nieuwe actie-RPG van Team Ninja, die je vooral zult kennen van de Nioh en Ninja Gaiden-games.
Rise of the Rōnin speelt zich af tijdens de Bakumatsu, het laatste gedeelte van de Edo-periode. Britten en Amerikanen hebben Japan geïnfiltreerd, er heerst een grote choleraplaag en er is een soort oorlog gaande tussen het shogunaat en allerlei kleine facties die tegen de hervorming zijn onder westers gezag. Als helft van een zelf gecreëerde tweeling ga je op zoek naar een mysterieuze samoerai met een demonische klauw. Zo hoop je meer te weten te komen over de verdwijning van je tweelingbroer of -zus. Tijdens je avontuur kom je regelmatig bekende historische figuren tegen. Denk hierbij aan Matthew Perry -de marine officer, niet de acteur uit Friends- en Ry?ma Sakamoto, die je misschien kent uit het vorig jaar verschenen Like a Dragon: Ishin. Het is een grootschalig verhaal dat niet alleen over meerdere jaren, maar ook meerdere gebieden spant.
Reis van de Rōnin
Zo reis je regelmatig tussen Yokohama, Edo (tegenwoordig Tokyo) en Kyoto. Dit gebeurt in de vorm van drie open gebieden waarin je kunt gaan en staan waar je maar wilt. Deze gebieden zijn bezaaid met vijanden en activiteiten. Hoe meer je doet, hoe sterker je band wordt met het betreffende gebied en hoe meer Karma je vergaart. Hierover later meer. Voor grotere missies reis je vaak af naar meer afgesloten gebieden. Zoals een boot, dorpje of groot kasteel waar je innerlijke sluipmoordenaar naar hartenlust zijn gang kan gaan.
Vaak speel je deze missies met computergestuurde personages aan je zijde. Deze kun je niet aansturen, maar je kunt wel altijd van personage wisselen om ermee te vechten. Dit komt vooral aan het begin van het spel goed van pas, wanneer je nog niet zoveel wapens tot je beschikking hebt. Het vechtsysteem doet erg denken aan een versimpelde versie van dat van Nioh, waarbij je verschillende stances kunt aannemen om zo via een steen, papier, schaar-achtig mechanisme de overhand te nemen in het gevecht. Tevens kent het spel een breed scala aan wapensoorten die allemaal verschillen qua speelstijl en timing.
En timing is zeer belangrijk in Rise of the Rōnin. Met een druk op de linker schouderknop kun je aanvallen blokkeren. Weet je ze te pareren met het driehoekje, Counterspark genaamd, dan voer je meteen een tegenaanval uit waarmee je een flink stuk van de Ki-meter van de tegenstander afsnoept. Als je erin slaagt deze meter helemaal leeg te maken, ontstaat er een opening voor een critical hit, waarmee je in één klap een hele berg schade toebrengt aan je vijand. Als je dit een paar keer voor elkaar krijgt, smelt de HP-balk van de vijand als sneeuw voor de Japanse zon. Gelukkig zijn Countersparks niet de enige manier om te kunnen winnen in deze gevechten. Mocht je niet zo goed zijn in pareren, dan kom je een heel eind met een goed getimede dodge en het gebruik van je grijphaak. Ook buiten de gevechten komt deze grijphaak goed van pas. Zo kun je ermee naar daken zoeven of vijanden vanuit de hoogte geruisloos uitschakelen. Wat de gameplay betreft doet de game regelmatig denken aan oude PS1-klassiekers zoals Tenchu of Bushido Blade, maar ook modernere titels als een Sekiro of dus Nioh mogen in dit inspiratielijstje niet ontbreken.
Optionele uitdaging
Waar de game zich naast de open wereld vooral onderscheidt van bovenstaande titels is de moeilijkheidsgraad. Zo kent Rise of the Rōnin drie moeilijkheidsgraden, waar je gedurende de game tussen kan wisselen. Ik speelde op de middelste, waarop de game redelijk uitdagend is, maar niet zo taai als bijvoorbeeld Nioh. Mocht je vast komen te zitten of gewoon willen genieten van het verhaal, dan kun je de game dus naar wens wat makkelijker instellen. Ook kun je je computergestuurde compagnons vervangen door online vrienden of onbekenden, zodat je er in het heetst van de strijd niet alleen voor hoeft te staan.
Zoals je misschien al doorhebt, probeert Team Ninja met Rise of the Rōnin een wat groter publiek aan te spreken dan met hun vorige titels. Helaas is dit ook de reden dat de game mijn verwachtingen niet helemaal waar weet te maken. Zo voelt de combat, ondanks de vele wapens en combo’s, redelijk simpel aan en is de variatie in vijanden op twee handen te tellen. Door de realistische setting van Rise of the Rōnin vecht je namelijk enkel tegen menselijke vijanden, afgewisseld met af en toe een hond of zwijn. Soms zijn ze wat groter of sneller, of beschikken ze over andere aanvallen, maar er zitten geen fantasiebeesten uit de Japanse folklore of andere groteske figuren in. Dit is natuurlijk een goede manier om spelers die onbekend zijn met het genre niet teveel voor het blok te zetten. Voor spelers van Soulslike-titels maakt het de gameplay vooral snel eentonig. En hoewel de vele zijmissies qua verhaal en personages vaak erg tof zijn, eindigen ze veelal weer in een gevecht waar je er al tientallen van hebt gedaan.
Met een volle luier
Waar de plannen voor Rise of the Rōnin al vele jaren geleden gemaakt zijn, is deze versie van het spel pas sinds 2015 in actieve ontwikkeling. Hierbij heeft Team Ninja hulp gekregen van Sony’s eigen studio XDev, waardoor je zou denken dat de game qua grafische kracht alles wel uit de PS5 zou willen persen. Helaas stelt de game op visueel gebied best teleur. Hoewel de sfeer er goed inzit en de art direction van hoog niveau is, is Rise of the Rōnin grafisch een beetje een achterblijver. Ook qua animaties wil de game soms ietwat ouderwets aanvoelen. Dit is vooral zichtbaar bij je paard, waarbij de loopanimatie er vanaf de achterkant uitziet alsof het een volle luier draagt. De game kent drie grafische standen: een optie voor een hoge resolutie, een optie met ray tracing en een optie voor hoge prestaties, waarvan ik de eerste twee opties bijna onspeelbaar zou willen noemen. Hierin draait de game op 30 frames per seconde, wat op zich niet slecht is, ware het niet dat dit een paar van de meest stroperige 30 frames modi zijn die ik in lange tijd onder handen heb genomen, vooral door de camera die erg houterig aanvoelt.
Gelukkig is er dus ook een optie met 60 frames per seconde en hierin speelt de game prima. Helemaal vloeiend is het niet, vooral in gebieden met veel bomen of wanneer je op je paard de straten van Yokohama onveilig maakt. Maar tijdens gevechten of andere actievolle momenten ben ik eigenlijk nooit benadeeld door framedrops. Visueel gaat de game er wel wat op achteruit, met veel pop-in in de verte en textures die af en toe een vrij lage resolutie hebben. Sony heeft ons in het oor gefluisterd dat een day 1 patch op de dag van release de prestaties wat optimaliseert. Ik hoop dus dat deze de kreukels een beetje glad weet te strijken.
Minder uniek
Het is dus een beetje een spel geworden met hoge hoogtepunten en diepe dalen. Op het ene moment ben je verstrengeld in een van de meest snelle en stijlvolle gevechten die je in lange tijd hebt gezien, of zweef je tijdens een prachtige zonsondergang aan je vlieger over grote glasvlaktes of langs een majestueus kasteel. Even later ben je de zoveelste eentonige missie aan het doen tegen dezelfde vijanden die je in het eerste uur van het spel ook al tegenkwam. Tijdens de ruim 35 uur die ik in het spel heb gestoken, heb ik me nooit verveeld, maar het voelde ook zelden als een onvergetelijke ervaring. Het is een game die gameplay op de eerste plaats zet, wat in mijn ogen altijd een goede keuze is, maar door het willen aanspreken van een groter publiek een hoop inlevert van wat eerdere Team Ninja-games juist zo uniek maakt.
Ook de vele keuzes die je tijdens het spelen moet maken lijken niet zoveel verschil te maken. Na het naast elkaar leggen van wat gemaakte keuzes met collega Karel, die ook met het spel aan de slag mocht, bleken ze veelal dezelfde uitkomsten te hebben in het overkoepelende verhaal. Dit verhaal is qua vertelling en presentatie goed en interessant genoeg om van begin tot eind te bekoren. Af en toe weet het aardig te verrassen met de dood van bepaalde personages of de hoeveelheid bloed die weer eens uit een afgehakt hoofd spuit, maar qua gameplay doet het spel eigenlijk nooit iets unieks. En dat is jammer, want na zo'n lange ontwikkeltijd had er meer in Rise of the Rōnin gezeten.
Conclusie
Rise of the Rōnin voelt zowel fris als vertrouwd aan. Voor nieuwkomers is dit heel prettig, maar voor terugkerende Team Ninja of Soulslike-spelers wordt de game al snel eentonig qua uitdaging. De activiteiten en zijmissies in de open wereld zorgen voor redelijk wat afwisseling tussen de grote missies door, maar tillen de game nooit naar een hoger niveau. Ook qua performance is Rise of the Rōnin op het moment van schrijven niet geheel vlekkeloos, wat zeker geen roet in de noedels gooit, maar wel een smet is op deze anderzijds redelijk toffe game. Voor eenieder die van actie-RPG’s houdt biedt Rise of the Rōnin zeker wel iets tofs, maar zelfs de beste samoerai struikelt wel eens over zijn katana.