De Mushroom Kingdom wordt zo’n beetje jaarlijks geterroriseerd door een slechterik. Als het al niet Bowser is komt er wel een andere boef om de hoek kijken die Princess Peach ontvoert. Dit keer is het Olly, de ‘Origami King’ die met zijn origami leger niet alleen Peach gevangen neemt, maar haar hele kasteel uit de grond rukt en naar een hoge berg verplaatst.
Olly vindt gevouwen papier superieur tegenover plat papier en zal niet stoppen voordat het hele koninkrijk getransformeerd is in origami (nee, deze ietwat interessante opzet voor een rassenoorlog wordt verder niet uitgediept). Het gestolen kasteel wordt verdedigd door gigantische gekleurde linten. Mario besluit om samen met Olivia, Olly’s zusje, door de wereld te reizen en de linten te vernietigen om uiteindelijk toegang tot het kasteel te krijgen.
Het verhaal van Papier Mario is verder niet belangrijk. Het is zoals altijd een excuus om een bijzondere wereld te verkennen. Paper Mario is geïnspireerd door kunst en ambacht en probeert ook steevast creatief te zijn. In de context van Origami King betekent dat vooral originele bestemmingen die bovendien prachtig ogen door het maquette-achtig uiterlijk. Je bezoekt in deze game onder andere een Kyoto-achtig pretpark met attracties zoals een shiruken mini-game en een ninja spookhuis. Een andere topper is de neon-woestijn waar het door een permanente eclips altijd nacht is.
Daar waar de wereld van veel karakter is voorzien, kun je dat helaas niet van de personages zeggen. Net zoals de voorgaande twee games is de wereld overspoeld door generieke Toads. Je komt ze overal tegen en soms hebben ze slechts een verschillend kostuum aan om ze een beetje te onderscheiden. Uit een recent interview met Video Games Chronicle blijkt dat dit een mandaat is van Nintendo. Paper Mario mag sinds Sticker Star geen originele personages meer ontwikkelen binnen het Mario-universum; ze moeten er buiten staan, zoals de origami-personages.
Dit pakt wederom negatief uit. Een mooie wereld is een hele goede eerste stap, maar als het niet bevolkt wordt door interessante personages mist het toch een cruciaal element. Origami King doet het alsnog wel beter dan Sticker Star en Color Splash. Dit keer loopt er eindelijk weer af en toe een personage met Mario mee en voorziet daarmee het avontuur van meer persoonlijkheden. Met name Bob-Omb (die ‘Bobby’ als koosnaampje krijgt) maakt een blijvende indruk. De rest valt helaas weinig op en ik mis wederom het feit dat je niet zoals in de eerste Paper Mario-games een volledige party hebt.
Over vergelijkingen met oude delen gesproken; hoewel mijn voorkeur bij de eerste twee games ligt, hoeven de nieuwe games van mij niet per se een traditioneel turn-based vechtsysteem of andere klassieke RPG-elementen te bevatten. Paper Mario is creatief en de mechanieken mogen dat ook zijn. Het sticker-systeem was alleen vrij pover. Origami King komt gelukkig met een volledig nieuw vechtsysteem die van elk gevecht een klein puzzeltje maakt.
Gevechten vinden plaats in een cirkelvormige arena bestaande uit vier ringen. Mario staat op een stip in het midden terwijl de vijanden over individuele vlakjes op de ringen zijn verspreid. Het is aan de speler om aan de ringen te draaien zodat de vijanden gepositioneerd worden op een manier waarop Mario ze allemaal tegelijk kan aanvallen. Als dit lukt krijg je een attack boost en kun je een gevecht binnen één beurt uitspelen. In eerste instantie is het doodeenvoudig en ligt de oplossing van puzzels onmiddellijk voorhanden, maar de patronen worden steeds complexer en ik kon vaak genoeg niet binnen de tijdslimiet de ringen goed draaien.
Baasgevechten gebruiken het ring-systeem op een andere manier. Eindbazen staan namelijk in het midden van de cirkel en je moet nu via de buitenkant puzzelen om een route naar de baas te trekken. Bazen vereisen soms hele specifieke strategieën en het is leuk om te achterhalen wat hun zwaktepunten zijn. Let wel, onder de streep is Origami King nog steeds een relatief makkelijk spel. Ik heb geen Game Over-scherm gezien en je wordt overspoeld door heal-items. De uitdaging zit meer in het efficiënt spelen zodat je puzzels snel oplost en niet tot vervelens toe tegen vijanden blijft vechten. Al met al moet ik concluderen dat dit nieuwe vechtsysteem prima werkt en goed uitpakt.
Origami King bevat dus zeker wel genoeg positieve elementen om tot een van de betere delen in de serie te behoren. De potentie van de game wordt alleen helaas tegengehouden door iets dat in contrast staat tot de geest van deze serie: het maakt gebruik van een voorspelbare formule. De game wil in alle opzichten creativiteit uitstralen, maar hergebruikt ondertussen wel concepten die we al in Sticker Star en Color Splash hebben gezien.
Olivia bijvoorbeeld heeft exact dezelfde functie als Kersti en Huey: het is een tutorial-machine die je vaak onderbreekt om even te vertellen dat het handig zou zijn om te saven. De interacties die je hebt met de wereld zijn ook bekende kost. De confetti die je verspreidt om gaten te vullen in Origami King werkt hetzelfde als de verf-mechaniek in Color Splash. Ook de manieren waarop je Toads vindt en je simplistisch alleen met je hamer overal hoeft te meppen is niet meer origineel. Het feit dat Mario van papier is gemaakt in deze game is eigenlijk helemaal niet relevant en speelt geen rol. De oude games waren op dit soort aspecten veel creatiever en het is jammer dat Origami King alweer de derde game op rij is die op dit aspect zo’n beetje hetzelfde doet.
Conclusie
Paper Mario: The Origami King is een goede avontuur-game met een bijzondere wereld en een origineel puzzel-vechtsysteem. Het komt bijna in de buurt van de creatieve Paper Mario-games van weleer, maar een gebrek aan interessante personages, nieuwe ideeën om met deze Mario van papier te spelen en het feit dat het zich vastbijt aan een voorspelbare formule liggen in de weg van de potentie van deze game. Het is een charmante game die de moeite waard is om te spelen, maar fans zoals ik moeten blijven wachten op nog een Paper Mario van topniveau.
Deze review is geschreven door Karel van Hasselt.